de betreffendè gemeenten minder taken "af te laten nemen" dan het totale pakket
Hiervan uitgaande zal er derhalve sprake moeten zijn van een overgangsfase
waarin de gemeenten wel deelnemen aan een d.g.d. maar nog niet allemaal
het gehele pakket afnemen. De duur van de overgangsperiode ware te
stellen op 7 jaar. Naar onze mening is het redelijk, dat de in een
d.g.d. deelnemende gemeenten in een dergelijke overgangsfase wel
een deel van de overheadkosten van deze dienst voor haar rekening nemen.
Deze overheadkosten hebben niet alleen betrekking op de G.G.D. van
Leeuwarden, maar ook op het eerder genoemde ondersteuningspunt buiten
Leeuwarden.
Er zijn verschillende systemen denkbaar voor het berekenen van de
kosten per afzonderlijke gemeente gedurende de overgangsfase. De
meeste systemen hebben het nadeel, dat vooraf niet te berekenen is
welke de kosten per onderdeel en per gemeente zullen zijn.
Voor berekening achteraf is tijdschrijven noodzakelijk, hetgeen zeer
tijdrovend en daarmee zeer kostbaar is.
Het meest eenvoudige systeemis het kiezen voor een startbedrag, dat
jaarlijks met een vast bedrag wordt verhoogd en dat tenslotte uitmondt
in een voor iedere gemeente gelijk bedrag per inwoner.
Het systeem van het gedurende een overgangsperiode nog niet afnemen
van aile taken van de d.g.d. heeft echter het nadeel, dat verschillende
gemeenten verschillende diensten kunnen afnemen, terwijl dat niet zicht-
baar wordt in de bijdrage. Bovendien maken de taken, die tôt het
pakket behoren, dat ons inziens in ieder geval zal moeten worden afgenomen,
jeugdgezondheidszorg en régionale indicatiecommissie, tesamen met het
toe te rekenen gedeelte van de overheadkosten een zodanig deel uit van
het totale kostenbedrag, dat de marge tussen het minimum- en het toale
takenpakket relatief klein blijft.
In verband hiermee en op aandrag van de Commissie voor de gezondheids-
zorg hebben wij onderzocht op welke wijze een fasering in de kosten
kan worden aangebracht, terwijl aile gemeenten toch het volledige
takenpakket afnemen. In de gesprekken met de Collèges van burgemeester
en wethouders is omtrent de kostenverdeling reeds gesproken
over een systeem, waarbij in het begin een groot deel van de over--
headkostendie thans geheel voor rekening van Leeuwarden zijn,
voor rekening van deze gemeente blijven en dat de overige gemeenten
steeds meer daarvan zouden overnemen.
Ook wanneer aile gemeenten het volledige takenpakket zouden afnemen
is deze fasering in kosten mogelijk door de bijdrage van Leeuwarden,
gebaseerd op de kosten van de G.G.D. van deze gemeente en