Agendapunt: 5
Voorstel 79/59
Onderwerp
Ontwerp-bestemmingsplan
voor het buitengebied
Aan
de gemeenteraad.
Stiens ,10 april 1979.
Bij haar besluit van 28 november 1972 heeft het kollege van Gedeputeerde Staten
van Friesland de goedkeuring onthouden aan het door uw kollege op 26 augustus 1971
vastgesteldebestemmingsplan voor het buitengebied.
Het kollege van Gedeputeerde Staten kwam tôt deze beslissing, omdat er haars
inziens nogalwat gebreken aan dit plan kleefden.
Aangezien het plan voor het buitengebied onvermijdelijk dient te worden aangepast
aan de wetgeving-\an 1965 is onmiddelijk na de ontvangst van het bericht van niet
goedkeuring begonnen met de opstelling van een nieuw plan.
In eerste instantie is er uitvoerig overleg gepleegd met provinciale bestuurders
en diensten.
Het resultaat hiervan is geweest dat is besloten de redaktie van de toelichting
en de voorschriften in eigen beheer uit te voeren.
Vervolgens is de kwaliteit van de woningen in het buitengebied uitvoerig onderzocht
Dit heeft ertoe geleid, dat een aantal panden onder het zgn. overgangsrecht zijn
gebracht.
De eigenaren van deze panden zijn hiermede bij brieven van 11 december 1974 en
4 oktober 1978 (laatstgenoemde brief in verband met de tervisie legging van het ont
werp) van in kennis gesteld en op de mogelijkheid tôt het indienen van een bezwaar-
schrift gewezen.
Slechts door 2 hunner is een bezwaarschrift ingediend.
Omtrent de grootte en situering van het bouwperceel is met iedere agrariër afzonder
lijk kontakt geweest.
Dit is geschied door het toezenden .van een situatieschets waarop aangegeven het
bouwperceel.
Wanneer tegen de situering en/of omvang bezwaren bestonden dan ko.n nader overleg
worden gepleegd met een werkgroep bestaande uit wethouder Soepboer, de directeur
de adjunkt-directeur van gemeentewerken en de chef algemene zaken.
Met een 5-tal belanghebbenden is er een dergelijk overleg geweest en in aile
gevallen kon een bevredigende oplossing worden bereikt.
Hierna is met de opstelling van de toelichting en de voorschriften begonnen.
Hieromtrent is enkele keren overleg gepleegd met de P.P.D.
Een en ander heeft geresulteerd in het ontwerp-plan, zoals u dit enige tijd geled,en
reeds in konsept hebt ontvangen.
Na het\neren van het gebruikelijke vooroverleg als bedoeld in artikel 8 van het
Besluit op de Ruimtelijke Ordening en het vervolgens op onderdelen aanpassen van
het plan en de voorschriften, is het ontwerp-plan m.i.v.. 29 september 1978 voor een
ieder ter inzage gelegd op de gemeentesecretarie, afdeling Algemene Zaken.
Gelet op de bepalingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening had uw raad voor
29 januari 1979 een beslissing over dit ontwerp-plan moeten nemen.
Aangezien op dat moment het raadsvoorstel terzake nog niet klaar was, heeft uw
raad in zijn vergadering van 25 januari 1979 ingestemd met een verdaging van 3
maanden.
Uw raad dient derhalve thans voor 29 april a.s. een beslissing te nemen wil althans
dit plan zijn beschermende werking niet verliezen.
Naar aanleiding van de tervisie legging op 29 september 1978 zijn een aantal
bezwaarschriften ingediend.
Hierop gaan wij in het navolgende nader in.