- 2 - Bezwaarschriften. Binnen de termijn van ter inzage ligging zijn bezwaarschriften tegen het onderhavige ontwerp-plan binnengekomen van: 1. De Hoofdingenieur-directeur van de LandinrichtingsdienstStaatsbosbeheerBeheer LandbouwgrondenFaunabeheer en Visserijen, Tesselschadestraat 7, Leeuwarden; 2. De Consulent Natuurbehoud bij het Staatsbosbeheer, Tesselschadestraat 7, Leeuwarden; 3. De Gewestelijke Raad van het Landbouwschapin overleg met de Krite-kommissie in deze gemeente, Postbus 327, Leeuwarden; 4. De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Kleine Haag 2, Amersfoort; 5. De heer P.H. Starreveld, Felixwei 40, Stiens; 6. De n.v. Waterleiding Friesland, Postbus 400, Leeuwarden; 7. De heer W. Idsinga, Tsjessingawei 17. Jelsum; 8. De heer T. Annema, Stienser Hegedyk 30, Stiens; 9. De heer J. Kalma, Menno van Coehoornwei 29, Britsum; 10. De heer S. Miedema, It Noarderfjild 4, Stiens; 11. De heer B.P. de Boer, Brëdyk 2, Stiens; 12. De heer N.W. van der Voort, Sir Winston Churchilllaan 1003, Rijswijk (Z.H.) 13. De heer K.P. Kalma, Brëdyk 10, Cornjum; 14. De heer G.C. Alkemade, Mieddyk 5, Hijum; 15. De n.v. Nederlandse Gasunie District Noord-Oost, Zutphenseweg 51023, Deventer; 16. De heer A. Wiersma, Brëdyk 4, Finkum en 17. De heer J.J. Rusticus, Stienser Hegedyk 1, Stiens. De bezwaarschriften van de Hoofdingenieur-directeur van de Landinrichtingsdienst enzen die van de Consulent Natuurbehoud bij het Staatsbosbeheer zijn vrijwel identiek en wij zullen ze hieronder dan ook tegelijk behandelen. A. Bezwaarschriften van de Hoofdingenieur-directeur van de Landinrichtingsdienst enz. en de Consulent Natuurbehoud bij het Staatsbosbeheer. wordt 1. Opgemerkt dat in het ontwerpplan het weidevogelgebied "Wijde meer" aan de zuidzijde van de Finkumervaart, ontbreekt. De hoogwaardige kwaliteit van dit gebied als weidevogelgebied ep als pleisterplaats voor vele soorten weidevogels wordt hierdoor naar hun mening niet onderkend. De Consulent Natuurbehoud tekent hierbij nog aan, dat ook is voorbijgegaan aan de specifieke waarde van de Joussenpolderten oosten van Cornjum, als weidevogelgebied. De opmerking, dat de kwaliteit van deze gebieden niet worden onderkend mist elke grond. In hoofdstuk I van de toelichting op dit bestemmingsplan wordt hierop nog nader ingegaan. Duidelijk wordt hier gesteld, dat gelet op de ontwerp-voorschriften - deze hebben een duidelijk conserverend karakter - de noodzaak tôt het bestemmen met deze kwaliteit niet direkt nodig wordt geoordeeld. Bovendien huldigen wij de mening, dat het niet juist is om vooruitlopende op de vaststelling van het ruilverkavelingsplan voor deze gemeente tôt een planologische aanwijzing van deze gebieden over te gaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 55