-11- L. Bezwaarschrift van de heer N.W. v.d. Voort, Sir Winston Churchilllaan 1003, Rijswijk (Z.H.). De heer Van der Voort maakt er bezwaar tegen, dat de panden Wurgedyk 4 en 6, Stiens onder het overgangsrecht worden gebracht en wel omdat hij t.z.t. voornemens is deze panden te rénoveren en weer te gaan bewonen. Uitwendig verkeren deze panden in een redelijk goede staat. Inwendig zal ontzettend veel moeten gebeuren deze panden weer bewoonbaar te maken. Hoewel op zicb tegen de plannen van de heer Van der Voort niet direct bezwaren bestaan is het voornemen van de heer Van der Voort qua tijdsduur te vaag om nu al te besluiten tôt het geven van een woonbestemming aan deze panden. Wij achten het reëler af te wachten of de heer Van der Voort t.z.t. wel of niet deze plannen gaat uitvoeren. Te zijner tijd kan alsnog tôt het geven van een woonbestemming worden besloten. M. Bezwaarschrift van de heer G.C. van Alkemade, Mieddyk 5, Hijum. Reklamant acht het niet juist, dathet pand Mieddyk 3, Hijum onder het overgangsrecht wordt gebracht. De reden hiertoe is, dat hij overweegt dit pand weer in een bewoonbare staat te brengen ten behoeve van de huisvesting van een medewerker Hetonderhavige pand verkeert zowel in- als uitwendig in een slechte en zeker niet bewoonbare staat. De enkele mededeling van de heer Alkemade, dat hij plannen heeft om dit pand op te knappen lijkt onsoaroldoende om nu te besluiten tôt het geven van een woonbestemming. Dit temeer, daar het onderhavige plan de bouw van een bedrijfswoning ook zonder een uitdrukkelijke woonbestemming wel toestaat. Gelet hierop lijkt het ons voorshands beter in het bezwaar van de heer Alkema niet mee te gaan. N. Bezwaarschrift van de heer A. Wiersma, Brédyk 4, Finkum. Dit bezwaarschrift betrefteveneens het onder het overgangsrecht brengen van een pand. Het verschil met de onder L. en M. genoemde bezwaarschriften is, dat het in dezen gaat om een nog bewoonde woning. De onderhoudstoestand van deze woning is zodanig, dat het op dit moment niet verant- woord is deze woning een woonbestemming toe te kennen. Overigens heeft dit geen direkte konsequenties voor het bewonen van dit pand. Mocht de eigenaar/bewoner tôt het opknappen van dit pand besluiten, dan kan bij een herziening van dit plan op basis van de dan beschikbare gegevens alsnog worden beslo ten tôt het toekennen van een woonbestemming. Op dit moment lijkt ons dit vooralsnog niet wenselijk. 0. Bezwaarschrift van de heer K.P. Kalma, Brëdyk 10, Cornjum. Het bezwaarschrift van de heer Kalma is tweeledig. Enerzijds wordt bezwaar gemaakt tegen de aanleg van een nieuwe weg van Stiens naar Leeuwarden, voorzover deze althans ten westen van de huidige Brédyk komt te liggen. Anderzijds wordt bezwaar gemaakt tegen het eventuele beplanten van de overhoeken van de kadastrale percelen Jelsum, sectie A, nrs. 467, 166 en 653 die ontstaan. Uw raad heeft na een zorgvuldig afwegen voor dit tracé gekozen, omdat dit met het oog op de landbouwbelangen en de landschappelijke .belangen het meest aanvaardbaar was. Duidelijk is dat bij een dergelijke keuze niet met aile privébelangen rekening kan worden gehouden. Hoe jammer dit ook voor de betrokkenen is, maar deze belangen zullen ondergeschikt moeten zijn aan het algemeen belang. Het lijkt ons verder niet zinvol hierop nog dieper in te gaan. Reklamant maakt ook nog bezwaar tegen de beplanting met bomen of struiken van de eventueel door de geprojekteerde weg afgesneden perceelsgedeelten van de kadastrale percelen gemeente Jelsum, sectie A, nummers 467, 166 en 653, voorzover deze tussen de oude en de nieuwe weg komen te liggen. Aangezien het onderhavige ontwerp-plan op dit punt geen enkele uitspraak doet is dit bezwaar zonder meer ongegrond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 73