Agendapunt il.
Voorstelnr. 82/ 94.
Stiens, 4 augustus 1982
□nderwerp
Herziening normstelling bijdrage
Stichting Maatschappelijk Werk
Noordwest- en Midden Friesland
en afrekening met deze Stichting
over de jaren 1978, 1979, en 1980
Aan
de gemeenteraad
Bij raadsbesluit van 31 maart 1977, no. 77/42 werd aan de Stichting
MADI Noordwest Friesland een subsidie toegekend in de door het rijk
gesubsidieerde kosten van het maatschappelijk werk op basis van een
bepaald aantal inwoners. Met het opnemen in het besluit van de hier-
voor onderstreepte zinsnede werd beoogd te voorkomen, dat een subsidie
zou moeten worden verleend in kosten, welke niet voor een uitkering
ingevolge het Financiële Verhoudingsbesluit in aanmerking zouden komen
Reeds vrij kort na de fusie tussen de Madi's Friesland Noord (Stiens)
en Noordwest-Friesland (Franeker) bleek, dat de normvergoedingen voor
reis- en huisvestingskosten ontoereikend waren om daaruit de werkelijke
kosten te betalen. Als oorzaken van de ontstane tekorten kunnen - in
volgorde van belangrijkheid- o.m. worden genoemd de onderbezetting van
het team van maatschappelijk werkers en de te lage rijksvergoeding voor
het relatief hoog bedrag voor autokostenvergoedingenAls toelichting
daarop zij vermeld, dat het rijkssubsidie voor de apparaatskosten is
gebaseerd op het aantal door het rijk gesubsidieerde maatschappelijk
werkers Door een onderbezetting (e.v. mede als gevolg van een vacature-
stop) resulteert dit in een lagere subsidie, terwijl de apparaatskosten
niet evenredig kunnen worden verlaagd. Zo blijven b.v. de huisvestings
kosten bij vijf of acht medewerkers vrijwel gelijk, terwijl het rijks
subsidie bij vijf medewerkers aanzienlijk lager is dan bij acht.
Dp grand van de vorengenoemde overwegingen werd door u in september 1979
besloten voor het jaar 1977 ook in de niet door het rijk gesubsidieerde
kosten een bijdrage te verlenen van f 2090,--. Daarbij werd voorts over-
wogen, dat hoewel terecht een waarborg is ingebouwd in het subsidiebe-
sluit, het te ver zou gaan de andere gemeenten, die mede tôt de betreffende
fusie hebben besloten, alleen voor het exploitatietekort op te laten
draaien
Met het toekennen van dit bedrag als een éénmalig aanvullend subsidie
waren de financiele problemen van de Stichting voor de volgende jaren
niet opgelost. Tussen het Stichtingsbestuur en de in de fusie deelnemende
gemeenten vonden meerdere besprekingen plaats om te trachten een sluitende
exploitatie op te zetten op basis van de door het rijk gesubsidieerde
kosten. Dat bleek onmogelijk. Verder bleken enkele gemeenten aanvankelijk
niet bereid een aanvullend subsidie in de niet subsidiabele exploitatie-
tekorten te betalen.
