Agendapunt 14 Voorstelnr. 82/97 OnderwerpStiens, 18 augustus 1982. voorlopige vaststelling gemeente-rekening en rekeningen takken van dienst 1978 Aan de gemeenteraad Ten vervolge op de reeds in ons voorstel van 17 juni j.l., voorstelno. 82/72, gegeven toelichting en naar aanleiding van het verslag van de commissie t.ot naziening van de gemeenterekening 1978, delen wij u het volgende mede. 1Verantwoording onroerend goed-belasting Een standenregister ten behoeve van de verantwoording van de onroerend goed-belasting wordt binnenkort ingevoerd. In de door u nog voorlopig vast te stellen rekeningen voor 1979 en volgende jaren zullen de aan onroerend-goedbelasting ontvangen bedragen op de juiste wijze worden verantwoord met inbegrip van de te verhalen, c.q. te betalen bedragen. 2. Wij zeggen toe, dat voortaan een zo nauwkeurig mogelijke opstelling van de te verhalen en te betalen posten zal worden gemaakt en dat deze posten op de juiste wijze zullen worden verantwoord. 3. Rente-omslag Het percentage van de rente-omslag zal voortaan worden berekend naar het werkelijk geinvesteerd bedrag aan het begin van het dienstjaar. Hierdoor wordt voorkomen dat er exhorbitante verschillen ontstaan tussen het geraamd en het werkelijk omslagpercentagemet als gevolg daarvan een aanzienlijke verschuiving van kapitaalslasten over de diverse hoofdstukken 4. Globale analyse tussen het saldo van de primitieve begroting en het dienstsaldo van de rekening Terecht merkt de commissie op dat het onmogelijk is in de begrotingen in verreweg de meeste gevallen de juiste bedragen te ramen. Wij zijn van mening dat in de begroting de inkomsten en uitgaven zo nauwkeurig mogelijk worden geraamd. De opmerking van de commissie, dat het voordelig dienstsaldo t.o.v. de primitieve begroting wel erg groot is is terecht. Een zeer groot gedeelte van het verschil is echter ontstaan uit eenmalige meevallers en kan niet als budgettair worden aangemerkt Dat impliceert dat hiermee bij de opstelling van de begroting geen rekening kon of mocht worden gehouden. In het oog springende voordelige verschillen komen o.m. voor op de renteposten. Op hoofdstuk XII werd aan rente van belegd kasgeld geraamd f 6.800,-- terwijl werd ontvangen 62.500,wegens rekening-courant rente werd geraamd 102.420,-- terwijl werd uitgegeven 25.580,- Voorts ontstond er wegens rente van overtollige financieringsmiddelen nog een voordeel van 79.925,--.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1982 | | pagina 71