- 4 - De heer Teitsma memoreert dat de heer Faber altijd vrij Kritisch was t.a.v. de bibliotheek. Zijn fractie is dat t.a.v. de ruilverkaveling Dit is een verschil in politiek denken. Dat geeft een stuk duidelijkheid Zo moet het kollege de opstelling van de fraktie ook zien. Hij vraagt waarom de raad niet in een eerder stadium is geinformeerd Hij merkt op dat terwijl men b. en w. benaderde al met de uitvoering was begonnen. Het moet een uitzondering blijven dat men voor voldongen feiten wordt geplaatst. Is het waar dat recreatieve voorzieningen helemaal niet door zullen gaan, omdat er geen geld voor is. Deze voorzieningen zijn voor zijn fractie van gewicht geweest om voor deze ruilverkaveling te stemmen. Zijn vraag is dan ook of men in dat geval met een nieuw voorstel komt. De meerderheid van zijn fractie is niet tegen het meerderheidsvoorstelmaar kan de argumenten van de minderheid wel onderschrijven De heer Faber vindt het standpunt van de minderheid onbegrijpelijk en onpraktisch. De meevaller van indertijd laat men buiten beschouwing. Het gaat hier niet om een misrekening of iets dergelijks maar is meer een gevolg van de natuurlijke geaardheid en/of natuurlijke omstandigheden De verbinding tussen de bibliotheek en de ruilverkaveling is onjuist. De heer Boersma merkt op dat bij de uitvoering een te lichte konstruktie aan hetlicht kwam. Dit staat tenminste in het voorstel. Zijnvraag is of dit de oorzaak is of dat er sprake was van weersinvloeden Wanneer het inderdaad een te lichte konstruktie was, hoe zit het dan met de berekening. Moeten deze voor het vervolg ook worden bijgesteld. Wethouder van Rijn zegt dat de meerderheid van het kollege ook van oordeel is dat het élégant zou zijn geweest om eerst de gemeente te informeren dat dit eraan zou komen. De zaak zou hier echter niet anders door zijn geworden. Men moet dit eerste verzuim nu niet afstraffen via de geldbuidel. De rekreatieve voorzieningen zitten inderdaad wat moeilijk. Het kollege zal zijn best doen deze veilig te stellen. Geruchten zijn er inderdaad dat hier geen geld meer voor is. Er is inderdaad sprake van een lichte konstruktie die pas bij de uitvoering aan het licht kwam. Wethouder de Haan zegt dat men eenduidig moet zijn tegenover dit soort zaken. Men moet dit niet klakkeloos maar aannemen. De verwondering van de heer Jansma duidt er blijkbaar op dat hij van deze eenduidige lijn zou afwijken. Het gaat hem vooralor0e wijze waarop dit soort dingen door de ruilverkaveling naar voren worden gebracht. Als voorbeeld noemt hij de aanleg van duikers onder de Brédyk, het plaatsen van bouwketen, afsluiting van wegen enz. Dit duidt z.i. op een bepaalde houding. Hij is van mening dat het gemeentebestuur niet als kleine jongens kan worden behandeld. Zijn opstelling is een gevolg van de gang van zaken bij een aantal gevallen. De voorzitter zegt dat in het verleden is gewezen op mogelijke tegenvallers Had de gemeente indertijd een krediet beschikbaar gesteld voor het voile bedrag, dan was deze tegenvaller geen punt van discussie gweest. In 2e instantie wordt voornamelijk gesproken over het funktioneren van de ruilverkave- lingskommissie en het doortrechteren van informatie naar het gemeentebestuur. De voorzitter besluit de vergadering te schorsen. Na de schorsing geeft wethouder van Rijn een toelichting omtrent de aanleiding van deze schorsing. Nagegaan zal worden wie verantwoordelijk is voor het aanvragen van vergunningen ed 17. 18, 19.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1982 | | pagina 8