dier {revortelde gevoel voor solidrriteit sluit iedere iden- tl .tic net Depa Ide belf.n^en, of een eenzijdige bel - rti ir. van deze belangen, uit. "ij erkemen een veclvormirneid van opvcttinfen binnen onze s - mon1evinp ..ij aanvarrden de verse: il1 en in uitg?ngspunten, ond'.t -e v n mening zijn, dat iedere medeburger gelijkvaardig is. ij onderkennen tevens dat er steeds een spanningsveld a-nverip zal ::ijn tussen een ster];e bel oefte aan individuele vrijl eid en de kollektiviteit van onze sanenlçving, Xaar mijn mening kan een dergelijk spanningsveld alleen dan -.-or den vermmderd en binnen acceptabele grenzen vorden gehouden, als de burgers zich betrokken voelen bij het bestuur dat voor en over hen beslist. Een gevoel van niet betrokken zijn, kan gemalckelijk omslaan in een gevoel van onbehagen, een gevoel van onmacht het beleid te kunnen begrijpen en te kunnen beinvloeden. Cok als gemeentelijk bestuur zullen we hiermee rekening moeten houden, baar mijn mening kunnen beslissingen dan ook uitsluitend en al leen worden genomen met de betrokkenen en niet uitsluitend voor en over hen. Dit is geen pleidooi voor uitbreiding van de mogelijkheden tôt inspraak. maar een pleidooi voor de uitbreiding van de mogelijk bec en voor de inroners van onze gemeente de betrokkenen om medeverantwoordelijkheid te kunnen dragen, zonder dat ik voorbi ga aan het gegeven, dat de raad de eindverantvoordeli.jkheid dra Dit is geen nieuv geluid. De decentralisatiegedachte van de rijksoverheid is mede geba- seerd op het leggen van verantvoordelijkheden zo diebt mogelijk bij de basis. Ik geex toedat een decentralisatiegedachte voor onze regering aantrekkelijker is in een période, waarin veinig leuke zaken voor de burgers (of zo u vilt: kiezers) kunnen worden gereali- seerd, dan in een période van overvloed.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1982 | | pagina 167