LEEUWARDERADEEL
GEMEENTE
Agendapunt: 4.
Voorstelnr: 94/4 Stiens, 19 januari 1994
Onderwerp:
aanpassing verordening behandeling
bezwaar- en beroepschriften
Aan
de qemeenteraad
Enige tijd geleden is door uw raad een verordening onder deze titel
vastgesteld en sedert ruim een jaar in werking. Deze verordening steunde op
de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Arob). Deze wet
Arob is per 1 januari j.l. ingetrokken. Gelijktijdig is ingevoerd de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Laatstgenoemde wet wijkt hier en daar enigszins af van haar voorganger. Dit
brengt met zich mee, dat de plaatselijk vastgestelde verordening dient te
worden aangepast.
Net merendeel van de wijzigingen heeft betrekking op begripsomschrijvingen;
zo wordt bijvoorbeeld "bekendmaking" vervangen door "openbare kennis-
geving", het begrip "verzoek c.q. verzoeker" vervangen door resp. "aan-
vraag/aanvrager" enz.
Het voert te ver al deze wijzigingen te behandelen. De voorgestelde
aanpassing volgt simpel de tekst van de Awb. In de praktijk zullen deze
veranderingen naar buiten weinig merkbaar zijn.
Een verandering die speciale aandacht vraagt is de samenstelling van de
kommissie van advies voor de behandeling van de bezwaar- en beroepschrif
ten.
In de wet zijn t.a.v. de samenstell ing van deze kommissies een aantal
eisen gesteld, waaraan minimaal moet worden voldaan, t.w.:
ten aanzien van de behandeling van beroepschriften
- de burgemeester noch een wethouder kan zitting hebben in de kommissie
(art. 154 van de Gemeentewet)
- tenminste een lid moet zitting hebben die geen deel uitmaakt van en
niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de raad (artikel
7:19 Awb)
ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften tegen een besluit
van ons kollege, de burgemeester of uw raad
- de kommissie moet uit een voorzitter en tenminste twee leden bestaan
(artikel 7:13, eerste lid onder a, Awb);
- de voorzitter mag geen deel uitmaken van of en niet werkzaam zijn
onder verantwoordelijkheid van het betreffende bestuursorgaan.