u I ALGEMENE TOELICHTING 1. Inleiding Met het inwerkingtreden van de Algemene wet bestuursrecht1 (Awb) - naar verwachting op 1 januari 1994 - vindt een wijziging plaats in het recht ten aanzien van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften. De regelingen zoals die nu over een groot aantal administratiefrechtelijke wetten zijn verspreid worden vervangen door een uniforme regeling in de Awb. Hoofdstuk 6 van de Awb bevat algemene bepalingen over bezwaar- en beroep, hoofdstuk 7 geeft bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep, terwijl hoofdstuk 8 bijzondere bepalingen bevat over het beroep bij de rechtbank. Tussen deze hoofdstukken bestaat een duidelijke samenhang die een gevolg is van de voor de Awb gekozen systematiek in de opbouw van de rechtsbescher- ming. Deze opbouw kan, behoudens de in de wet aangegeven uitzonderingen, als volgt worden omschreven. In artikel 8:1 (8.1.1.1) is vastgelegd dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de rechtbank (administratieve kamer) Ingevolge artikel 7:1 dient degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep bij een administratieve rechter in te stellen eerst daarte- gen bezwaar te maken, tenzij dat besluit op bezwaar of in administratief beroep is genomen dan wel een van de andere genoemde uitzonderingsgronden van toepassing is. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. In het algemeen kan dus de rechtsbeschermingsprocedure ingevolge de Awb als volgt worden geschetst: besluit bezwaar beroep bij rechtbank Het beroep bij de rechtbank is niet het eindstation van de rechtsbescher- ming. In de Wet op de Raad van State is het vervolg opgenomen. Deze wet wordt op een groot aantal onderdelen aangepast als gevolg van de eerste fase van de herziening van de rechterlijke organisatie2 Ingevolge het nieuwe artikel 37 van de Wet op de Raad van State kan een belanghebbende bij de Afdeling hoger beroep instellen tegen een uitspraak van de rechtbank Met 'Afdeling' wordt hier gedoeld op de bij de Raad van State nieuw in te stellen Afdeling bestuursrechtspraak die in de plaats komt van zowel de Afdeling voor de geschillen van bestuur als de Afdeling rechtspraak. Bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel voltooiing eerste fase herziening rechterlijk organisatie zal de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (arob) worden ingetrokken. De in deze wet geregelde procedure voor de behandeling van bezwaarschriften komt daarmee te verval- len. Op deze wet gebaseerde verordeningen voor de behandeling van bezwaar schriften dienen te worden aangepast. 1. Voor een uitgebreidere toelichting op de inhoud van de Awb wordt verwezen naar de VNG-uitgave "Algemene wet bestuursrecht eerste tranche, consequenties voor de gemeentelijke praktijk" 's-Gravenhage 1992) en de veelheid aan overige literatuur daarover. 2. Zie Wetsvoorstel 22495 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie). 8

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 28