Paragraaf 7 facultatieve woonvoorzieningen
Artikel 2.20 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie
1 Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiele tegemoetkoming in de
kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1 onder d indien:
a de woonvoorziening in het kader van deze verordening dan wel het Besluit Geldelijke
Steun Huisvesting Gehandicapten of de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehan-
dicapten zijn verleend;
b de woonvoorziening voorkomt op de lijst welke in het in artikel 11 onder 1 genoemde
besluit is opgenomen;
c de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als
hoofdverblijf bewoont.
2 De hoogte van de financiele tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring of
reparatie zal het bedrag als genoemd in het in artikel 1.1, onder 1 genoemde besluit
niet te boven gaan.
Artikel 2.21 Kosten in verband met huurderving
1 In geval van huurbeeindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan een
bepaald bedrag, dat nader in het in artikel 11 onder 1 genoemde besluit is vastgesteld,
is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiele tegemoetkoming
verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten
voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor
een financiele tegemoetkoming in aanmerking komt.
2 Burgemeester en wethouders verlenen slechts een vergoeding in de kosten van huurder
ving als bedoeld in het eerste lid indien:
a. het leegkomen van de woning vooraf bij de gemeente is gemeld;
b. de leegstand tenminste een maand duurt.
3 De hoogte van de financiele tegemoetkoming is vastgelegd in het in artikel 1.1 onder 1
genoemde besluit.
Artikel 2.22 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting
1 Burgemeester en wethouders kunnen een financiele tegemoetkoming in de kosten van
tijdelijk huisvesting verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in
verband met het aanpassen van:
a zijn huidige woonruimte;
b de door de gehandicapte nog te betrekken woonruimte;
c de financiele tegemoetkoming als bedoeld onder a. en b. wordt verleend uitsluitend
voor de periode, dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van
de woning-aanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg
daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan.
2 Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiele tegemoetkoming in de
kosten van tijdelijke huisvesting
a als de gehandicapte niet kan voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten heeft;
b gedurende minimaal een maand sprake van dubbelde woonlasten.
3 Burgemeester en wethouders verlenen maximaal zes maanden een financiele tegemoet
koming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid.
4 Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend een financiele tegemoetkoming in de
kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid indien deze kosten