gemaakt worden in verband met het a tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte; b tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte, of c langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. 5 Burgemeester en wethouders verlenen een tegemoetkoming ter hoogte van de kale huurkosten en stellen de maximale hoogte daarvan in het in artikel 11 onder 1 genoemde besluit vast. Paragraaf 8 Anti-speculatie Artikel 2.23 Anti-speculatie-beding 1 De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiele tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaar- de die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort. 2 De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt: voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde, voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde, voor het derde jaar 60% van de meerwaarde, voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde en voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde, in alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen. Hoofdstuk 3 Vervoersvoorzieningen Artikel 3.1 Algemene omschrijving De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit: a een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer b een voorziening in natura in de vorm van 1 een al dan niet aangepaste bruikleen-auto; 2 een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen; 3 een open elektrische buitenwagen; 4 een ander verplaatsingsmiddel; c een tegemoetkoming of vergoeding in de kosten van: 1 aanpassing van een eigen auto; 2 gebruik van een bruikleen-auto; 3 gebruik van een taxi of een eigen auto; 4 gebruik van een rolstoel-taxi; 5 aanschaf of gebruik van een ander verplaatsingsmiddel. Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening 1 Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 3.1 onder a vermeld in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 32