lidmaatschap van de Raad (artikel 13). Het gaat hierbij om openbare betrekkingen waarvan de wetgever heeft gesteld dat die niet gelijktijdig met het raadslidmaatschap uitgeoefend mogen worden. Door combinatie van de functies zou de onafhankelijkheid van het raadslid in het geding kunnen komen. Voorbeelden van dergelijke functies zijn: gedeputeerde of ambtenaar in dienst van de gemeente. Aan de benoemde raadsleden wordt een verklaring inzake openbare betrekkingen voorgelegd die ten doel heeft zekerheid te verkrijgen over het niet aanwezig zijn van onverenigbare betrekkingen. Ad. De verklaring inzake aanneming van de benoeming. De benoemde dient volgens de Kieswet (art. V2, lid 1) binnen tien dagen na kennisgeving van de benoeming mededeling te doen aan de voorzitter van het centraal stembureau dat hij of zij de benoeming heeft aanvaard. Procedure In de vergadering van 14 maart zal de voorzitter aan de raad een voorstel doen voor het instellen van een commissie bestaande uit drie raadsleden, die belast wordt met het onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden. Om het onderzoek mogelijk te maken, zal de voorzitter de vergadering korte tijd schorsen. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en het proces-verbaal van het centraal stembureau. De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven schriftelijk verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. Bijlagen: besluit Ter inzage gelegde stukken: geen Burgemeester van Leeuwarderadeel, DRS. E.J. TER KEURS

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2006 | | pagina 4