Sinds 23 juli 2004 is de Tijdelijke beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten in werking getreden. Deze beleidsregel liep tot 1 januari 2006. De beleidsregel is vervolgens per 1 januari nog voor een jaar verlengd tot de 1 januari 2007. Uitgangspunt is dat alleen bij hoge uitzondering er nog nieuwe monumenten ter bescherming aangewezen worden. Alleen wan- neer er bijvoorbeeld sprake is van een bedreigd topmonument kan de Minister van de beleids regel afwijken. Wij moeten ex artikel 3, lid 4 van de Monumentenwet 1988 rechthebbenden alsmede de 'ver- zoeker' bij een aanwijzing tot beschermd monument in de gelegenheid stellen zich te doen horen. In dit geval zijn dit: Verzoeker Cuypersgenootschap Belanghebbende NS Yastgoed (als eigenaar grond en verhuurder) Belanghebbende Brandsma Zn (als eigenaar loods en huurder) Belanghebbende Mollema Mechanisatie (als eigenaar naastliggende loods en huur der) Zolang wij rechthebbenden niet in staat hebben gesteld zich te doen horen houdt de Minister een defmitief besluit aan. In dat geval geniet het object ex artikel 5 juncto artikel 11 tot en met 33 van de Monumentenwet de bescherming van die wet en moet er voor elke ingreep een mo- numentenvergunning worden verleend. Een hoorzitting, waarin de rechthebbenden en de ver zoeker hun mening naar voren konden brengen, is op 8 maart 2006 gehouden. Aan de Staats- secretaris dient zowel het raadsadvies alsmede het verslag van de hoorzitting (als bijlage bij- gevoegd) te worden gezonden. Monument De locomotiefloods in Stiens werd gebouw in 1903 voor de Noord Friesche Lokaalspoorweg Maatschappij (NFLS). De loods diende als stallings- en onderhoudsruimte voor de stoomlo- comotieven. De NFLS exploiteerde diverse spoorlijnen in Noord Fryslan. Sedert de opheffing van de spoorlijn is de loods hoofdzakelijk in gebruik geweest als opslagplaats voor aardappe- len. Volgens de aanvrager zijn er van de oorspronkelijke ca. 300 locomotiefloodsen nog slechts 13 locomotiefloodsen in Nederland. Hiermee zou dus de locomotiefloods als gebouwtype zeer zeldzaam geworden zijn en tot het erfgoed van de spoorwegen behoren. Als de locomotief loods een hoge mate van authenticiteit bezat, dan was de status van rijksmonument ook geen punt van discussie. Echter, in het kader van het Monumenten Selectie Project (MSP) is door de begeleidingscommissie in September 1995 aangegeven dat het exterieur niet meer gaaf is, maar nog wel herkenbaar. Voorts is het interieur onherkenbaar en is de relatie met de rails inmiddels verbroken en onherkenbaar. Uit cultuurhistorisch oogpunt is de locomotiefloods van belang voor de geschiedenis van het lokale spoorwezen. Voor veel, vooral wat oudere bewoners van Stiens, heeft de locomotievenloods een emotione- le lading. Niet alleen de loods, maar het gehele gebied (inclusief voormalige station en koffie- huis) vertegenwoordigen voor hen een bijzonder stulc van de geschiedenis van het dorp. In die zin kunnen wij de wens tot behoud van de bestaande situatie goed begrijpen. Dergelijke ge- voelens - hoe begrijpelijk ook - spelen in de afweging of de loods een monumentale waarde heeft geen overwegende rol. Flet uiteindelijke oordeel van de Minister over de loods zal geba- seerd zijn op de intrinsieke (monumentale) waarde van het object en de zeldzaamheid. Van de gemeenteraad wordt dan ook een advies verwacht dat zich op deze aspecten richt. Raadsvoorstel aanwijzing locomotiefloods pagina 2 van 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2006 | | pagina 36