ALGEMEEN
Informatie over de locomotiefloods
De locomotiefloods uit 1903 werd gebouwd voor de Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij
(NFLS). De loods diende als stallings- en onderhoudsruimte voor de stoomlocomotieven van deze
spoorwegmaatschappij. De locomotiefloods is tot 1928 als zodanig in gebruik geweest. Na het
stoomlocomotieventijdperk heeft deze loods een andere functie gekregen waardoor diverse
aanpassingen aan en rond de loods zijn uitgevoerd.
Een omschrijving van de locomotiefloods en zijn directe omgeving, vindt u onder omschrijving. De
geschreven informatie is gekoppeld aan een waarneming/opname ter plekke van onze technisch
consulent G. van Dijk op 30 Januari 2006.
Waarderingskader
Hiervoor genoemde informatie geeft tezamen met de opname van het exterieur en interieur van de
locomotiefloods, een duidelijk inzicht in de cultuurhistorische waarden van het object; welke
authentieke zaken bevinden zich nog in het object, wat is verdwenen, welke aanpassingen zijn er
eventueel bij eerdere verbouwingen aangebracht en wat voor invloed heeft dat op de monumentale
waarde van de locomotiefloods, alsmede op het omringende terrein. Deze laatste waardering betreft in
feite een toets aan het criterium gaafheidhet belang van de loods wegens de architectonische
gaafheid van exterieur en interieur. Met gaafheid wordt in feite de 'authenticiteit' bedoeld. Dit omdat de
term 'gaafheid' soms op verwarring stuit, aangezien enerzijds aan de technische staat van een
constructie wordt gerefereerd en anderzijds omdat wijzigingen in een bouwwerk ten onrechte vaak als
storend worden aangemerkt ('verminderde gaafheid van de oorspronkelijke opzet').
Om te kunnen bepalen of een object die waarden vertegenwoordigt die een status als rijksmonument
zouden rechtvaardigen, zijn het echter niet alleen de cultuurhistorische waarden van het object zelf -
de absolute waarde - die een rol spelen. Ook de relatieve waarde is in dit aanwijzingskader van
belang. Immers, de loods zou op zich (of in verband met de directe omgeving c.a.) dan wel waardevol
kunnen zijn, maar hoe waardevol ten opzichte van andere voormalige vergelijkbare locomotiefloodsen
en zo waardevol dat het een beschermde status op rijksniveau zou moeten krijgen Hierbij speelt
dus dat er een referentiekader dient te zijn om de waarde af te zetten tegen de waarde van andere
vergelijkbare locomotiefloodsen. Om deze relatieve waarde te kunnen bepalen, is de voormalige
locomotiefloods door ons bekeken en beoordeeld aan de hand van criteria zoals die vergelijkbaar
golden bij de inventarisatie en selectie van panden uit de periode 1850-1940 (de zogenaamde
MIP/MSP periode). Die criteria waren het beoordelingskader om te komen tot de selectie van en
aanwijzing tot rijksmonumenten uit die periode.
In de MIP/MSP periode is deze locomotiefloods in 1995 ook bekeken (FR-LEE-75). De conclusie toen:
Ofschoon uit cultuurhistorisch oogpunt van belang voor de geschiedenis van het lokaal
spoorwegwezen, is de relatie met de rails inmiddels verbroken en onherkenbaar. De overige
spoorwegrelicten liggen dermate verstrooid dat erook nauwelijks nog van een complexe
situatie gesproken kan worden, maar van een incident. Hooguit van provinciaal of
gemeentelijk belang.
De locomotiefloods is toen niet geselecteerd als rijksmonument.
Beoordelingscriteria
Cultuurhistorische waarden:
Het belang van de locomotiefloods ca.,
als bijzondere uitdrukking van (een) culturele en/of sociaal-economische ontwikkeling
als bijzondere uitdrukking van (een) geografische en/of landschappelijke ontwikkeling
bijzonder uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling
- wegens de innovatieve waarde of pionierskarakter
Architectuurhistorische waarden:
1