'50 en '60 werd vervangen door een betonvloer. Onder de betonvloer zijn dan hoogstwaarschijnlijk
ook geen oude sporen meer aanwezig.
Ten behoeve van een betere isolatie hebben er diverse wijzigingen toevoegingen plaatsgevonden.
Er is een verdiepingsvloer aangebracht in beide loodsen en voor de buitenmuren en scheidingsmuur
zijn kalkzandstenen wanden gemetseld. Ook zijn aan de binnenzijde diverse vensters met houtwerk
dichtgezet. Al deze toevoegingen c.q. wijzigingen hebben geen directe schade veroorzaakt aan de
authenticiteit. Deze toevoegingen zouden weer ongedaan kunnen worden gemaakt waardoor de
oorspronkelijke situatie weer zichtbaar wordt (reversibel).
Technische toestand:
De locomotiefloods heeft achterstallig onderhoud. De staalconstructie is op kwetsbare punten zwaar
aangetast. Als de staalconstructie deels (de staanders) vervangen moet worden, dan heeft dit directe
gevolgen voor het omliggende metselwerk dat in het H-profiel is aangebracht. Om de loods technisch
op een goed niveau te krijgen, is er een behoorlijke investering noodzakelijk.
Recente verbouwingsgeschiedenis huidige situatie
Nadat de locomotiefloods zijn oorspronkelijke functie in de jaren veertig van de twintigste eeuw had
verloren is de loods in eigendom gekomen van een graanhandelaar. Ten behoeve van de opslag is
toen de oorspronkelijke vloer met de rails verwijderd en vervangen door tegels. Ook is toen het
zinkwerk van het dak vervangen door een bitumineuze bedekking en is de ventilatiekap verdwenen.
Tevens zijn een aantal toegangspoorten dichtgemetseld waarbij de oorspronkelijke deuren zijn
verdwenen.
Een deel van de loods werd in die periode verhuurd aan de heer Brandsma voor opslag van
aardappelen. Omstreeks 1950 is de heer Brandsma eigenaar geworden van een deel van de loods.
Door ruimtegebrek is in de jaren vijftig de uitbouw aan de achterzijde gerealiseerd en de 25 meter
hoge schoorsteen gesloopt. In ca. 1960 is de heer Brandsma eigenaar geworden van de gehele
loods. Rond 1960 zijn dan ookde binnenmuren verwijderd en is er een betonvloer aangebracht in
beide loodsen. De vensters zijn dichtgezet met beplating en er zijn extra gemetselde binnenmuren
aangebracht voor zowel de scheidingmuur als voor de buitenmuren. Tevens is toen de
verdiepingsvloer aangebracht. Na deze grote verbouwing hebben er geen wijzigingen meer
plaatsgevonden.
In 2003 is de bitumen dakbedekking opnieuw vervangen.
Kortom, als naar de oorspronkelijkheid wordt gekeken aan de hand van de beoordeling ter plekke, kan
worden geconstateerd dat de onderdelen uit het navolgende overzicht nog authentiek zijn.
Ten aanzien van het interieur van de locomotiefloods:
- de fraaie geklonken staalconstructie.
- de scheidingsmuur tussen beide loodsen (ook al is hier een extra kalkzandsteen muur voor
gemetseld)
Ten aanzien van het casco van de voormalige locomotiefloods:
- de gemetselde buitengevels en vakwerkverdeling
- de kapconstructie en dakoverstek
diverse stalen vensters
twee grote toegangsdeuren
Van de zaken die niet meer authentiek zijn (o.a. de aanpassingen door de andere functie), zou
kunnen worden bekeken of deze wijzigingen op bezwaren in vergunningkader zouden zijn gestuit als
de locomotiefloods al een rijksmonument zou zijn geweest. Immers, ook bij panden die rijksmonument
zijn, vinden ingrepen plaats die de status van rijksmonument niet 'in gevaar" brengen. Zo zouden ook
hier de ingrepen die gepleegd zijn kunnen worden bekeken of die de status van rijksmonument in de
weg zouden staan. Als de locomotiefloods al rijksmonument zou zijn geweest, dan zouden naar onze
mening de extra aangebrachte onderdelen (reversibele wijzigingen c.q. aanvullingen) in de praktijk
waarschijnlijk niet hebben geleid tot het 'afvoeren' van de rijksmonumentenlijst.
5