Artikel 13 Vergunningsvoorschriften 1. Het college kan aan de vergunning voorschrifiten verbinden in het belang van de monumentenzorg. 2. De vergunning kan voor een bepaalde termijn worden verleend. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 11, lid 6, kan de vergunning worden verleend onder de voorwaarde dat de vergunning niet inwerking treedt totdat is beslist op een ingesteld beroep dan wel in het kader van de beroepsprocedure op een verzoek om een voorlopige voorziening. Artikel 14 Inschrijving vergunning in register Het college houdt voor de vergunningen die betrekking hebben op gemeentelijke monumenten een openbaar register bij overeenkomstig artikel 20 van de Monumentenwet 1988. Artikel 15 Intrekken van de vergunning 1De vergunning kan door het college worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften als bedoeld in artikel 10 niet naleelt; c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen; d. niet binnen 1 jaar van de vergunning gebruik wordt gemaakt. 2. Het besluit tot intrekking wordt in afschrift gezonden aan de monumentencommissie. HOOFDSTUK 3 BESCHERMDE RIJKSMONUMENTEN Artikel 16 Vergunning voor beschermd rijksmonument 1. Het college zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument aan de monumentencommissie. 2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift. 3. Bij overschrijding van de in het tweede lid genoemde termijn wordt de monumentencommissie geacht geadviseerd te hebben. HOOFDSTUK 4 SCHADEVERGOEDING Artikel 17 Schadevergoeding 1Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van: a. de weigering van het college een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen; b. voorschriften door het college verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10; schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het college hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2006 | | pagina 23