Bestendig financieel beleid
Algemene uitkering
De begroting 2017 was al in concept gereed toen de septembercirculaire verscheen, en later de
decembercirculaire. Beide hebben nogal wat impact op de algemene uitkering en op de integratie
uitkering sociaal domein. De belangrijkste mutaties worden hieronder toegelicht.
Armoedebestrijding kinderen
Het kabinet stelt 85 min beschikbaar voor de armoedebestrijding onder kinderen. Voor onze
gemeente betekent dit een extra inkomst van 42.600. Het bedrag is niet geoormerkt.
We zoeken naar mogelijkheden om dit geld daadwerkelijk in te zetten voor het beoogde doel en
hebben daarom een uitgavenpost opgenomen tot hetzelfde bedrag. Zie prg. 7.
Herindeling
Dit jaar wordt de eenmalige uitkering als gevolg van de herindeling uitbetaald. Het gaat om
498.000, bedoeld voor het opvangen van fricties en allerlei incidentele kosten die te maken hebben
met de herindeling. Het bedrag is overigens niet geoormerkt.
In 2015 en 2016 zijn al diverse kosten gemaakt waarvan is besloten die ten laste van deze uitkering te
brengen. De daadwerkelijke verrekening loopt via de algemene reserve. Het gaat in totaal om
382.200 dat daaraan nu weer wordt toegevoegd.
Ook voor 2017 zijn kosten te verwachten. Het resterende bedrag van deze eenmalige uitkering
116.000) wordt daarom als een kostenpost geraamd. Hierdoor is de gehele herindelingsbijdrage
budgettair neutraal verwerkt en wordt deze besteed aan de fricties die het gevolg zijn van het
herindelingsproces.
Verhoogde osielinstroom
De septembercirculaire zegt hierover het volgende:
Rijk en VNG hebben de of ge lopen moonden benut om of sproken te maken over de nadere uitwerking
van de decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom, waarvoor zowel in 2016 als 2017 een
bedrag van 190,5 miljoen beschikbaar is.
Zoals in de meicirculaire 2016 is toegelicht, is het bedrag opgebouwd uit het partieel effect op het
gemeentefonds van de extra rijksuitgaven aan eerstejaarsopvang en uit middelen voor participatie
en integratie. Besloten is dit onderscheid alsnog tot uitdrukking te brengen door de
decentralisatieuitkering Verhoogde Asielinstroom te splitsen in twee afzonderlijke decentralisatie
uitkeringen.
Bij het sluiten van het uitwerkingsakkoord werd voor 2016 en 2017 uitgegaan van een gelijk aantal
te plaatsen vergunninghouders, namelijk 43.000 per jaar. Daarmee komt het bedrag per geplaatste
vergunninghouder voor de decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom - partieel effect op
2.848,84 en voor de decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom - participatie en integratie
op €1.581,40.
Toekenning van de bedragen per vergunninghouder vindt achteraf plaats op basis van de
realisatiecijfers per gemeente van het COA/Opnieuw Thuis en heeft alleen betrekking op de periode
1 januari 2016 tot en met 31 december 2017. Eventuele achterstanden in de taakstellingen tot en
met 31 december 2015 worden in mindering gebracht op de realisatie van de taakstelling over de
jaren 2016 en 2017. Een eventuele voorsprong tot en met 31 december 2015 telt wel mee bij de
realisatie van de taakstelling over de jaren 2016 en 2017.
Vanwege de eenvoud is besloten de toekenning van middelen niet alleen betrekking te laten
hebben op de extra instroom van vergunninghouders die zich nu voordoet, maar ook op het aantal
dat regulier-dus los van de huidige bijzondere omstandigheden - instroomt. Materieel gezien
heeft dit geen effect omdat bij de toedeling van de taakstelling voor beide categorieën dezelfde
methode wordt gehanteerd (i.e. het relatieve aandeel van gemeenten in een taakstelling is steeds