2 Inleiding
Hierbij worden het jaarverslag en de jaarrekening over 2016 aan de gemeenteraad aangeboden
conform de laatst vastgestelde Besluit Begrotings- en Verslagleggingsvoorschriften (BBV). Met dit
besluit wordt o.a. beoogd de gemeenteraad doeltreffender in zijn kaderstellende en controlerende
taak te ondersteunen.
Voor het jaarverslag houdt dat in dat op programmaniveau wordt aangegeven in hoeverre de bij de
begroting voorgenomen doelstellingen zijn gehaald met de middelen die daarvoor beschikbaar
waren.
Resultaat
De rekening van baten en lasten over het jaar 2016 is afgesloten met een voordelig saldo van
561.000 (voordelig saldo 2015: 179.000). In de begroting was, na de begrotingswijzigingen,
gerekend op een voordelig saldo van 281.000 (saldo onvoorzien 121.000 en begrotingssaldo
160.000).
Het verschil van 280.000 op een omzet van 24.000.000 is 0,12 De afwijkingen in inkomsten en
uitgaven zijn op onderdelen nogal fors. Aan substantiële incidente baten is 3.253.000 verantwoord.
Deze baten hebben met name betrekking op de verkoop van kavels in de inbreidingslocatie
Leisterbeipaad/Felixwei, de verkoop van de aandelen Enexis en de bijdrage van de gemeente
Leeuwarden in de uittredingskosten (verschuldigd aan de Dienst) per 31 december 2017. Ook
onttrekkingen aan (bestemmings)reserves worden als incidentele baten beschouwd.
Aan incidentele lasten is ruim 2.977.000 verantwoord. Het betreft onder andere de
uittredingskosten per 31 december 2017 verschuldigd aan de Dienst, de dotatie aan de voorziening
Onderhoud bruggen ca, de extra dotatie in de voorziening Wethouderspensioenen, de frictiekosten
als gevolg van de herindeling per 1 januari 2018 en stortingen in (bestemmings)reserves ten laste van
de exploitaite. Bij de programma's in de programmarekening worden deze en kleinere verschillen
aangegeven en waar ze substantieel zijn ook verklaard.
Met ingang van 2016 is het BBV wederom gewijzigd. De wijzigingen hebben onder andere betrekking
op de presentatie van voorraden grond binnen de grondexploitatie. Was het voorheen gebruikelijk
om 'Nog niet in exploitatie genomen complexen' op te nemen onder de voorraden. Met ingang van
2016 schrijft het BBV voor dat voor deze grond een reëel en stellig voornemen moet bestaan dat
deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Dit voornemen is er niet voor de gronden in het
complex Hijum. Op grond van deze wijziging is de grond binnen het complex l-lijum ultimo 2016
onderbracht onder de Materiële vaste activa. Ultimo 2016 maakt is alleen de grondexploitatie van
Steenslan onderdeel uit van de voorraden.
Om te voldoen aan het bepaalde in artikel 200, l8 lid, van de Gemeentewet is het vereist dat de reke
ning 2016 voor 15 juli 2017 wordt toegezonden aan het college van Gedeputeerde Staten.
Door de behandeling van de rekening in de raadsvergadering van 22 juni 2017 te laten plaatsvinden
wordt voldaan aan het bepaalde in de Gemeentewet.
De resultaten van de diverse posten van de rekening 2016 zullen, voor zover het structurele
ontwikkelingen zijn, in de bijstellingen van de begroting 2017 en de ramingen voor het jaar 2018 en
volgende jaren worden meegenomen.
In de cijferopstelling van de presentatie van het resultaat spreken we in het geldende BBV van een
gerealiseerd resultaat voor bestemming en gerealiseerd resultaat na bestemming. Het verschil
bestaat uit de mutaties in de reserves.
De jaarrekening bestaat uit een balans per 31 december 2016 en een rekening van baten en lasten
over 2016.
Zowel bij de balans als bij de rekening van baten en lasten wordt op hoofdlijnen een toelichting op de
cijfers gegeven.
3-143