worden genomen vanwege het herindelingsproces. Hierboven wezen wij al op de brief van het
college van B&W van Leeuwarden. Dat het standpunt van de gemeente Leeuwarden in dezen van
belang is, volgt onder meer uit de schade van 350.000,- die Fier en Radius stellen te lijden, wanneer
de fusie wordt uitgesteld (of afgesteld). Het is niet ondenkbeeldig dat Fier en Radius die schade op de
gemeente trachten te verhalen, mocht dit besluit op enig moment onrechtmatig blijken te zijn. Voor
zover dit aan de orde mocht zijn, zal dit zeer waarschijnlijk pas gaan spelen na de herindeling.
Hoewel wij vanzelfsprekend van oordeel zijn dat wij tot een rechtmatig besluit adviseren, kan niet
worden uitgesloten dat de gemeente Leeuwarden hier financieel nadeel van ondervindt, mocht de
bestuursrechter dit oordeel op enig moment niet delen. Voor wat betreft een nadere beschouwing
van de door Fier en Radius gestelde schade, verwijzen wij naar ons raadsvoorstel van 30 mei 2017,
dat aanleiding is geweest voor het raadsbesluit van 22 juni 2017. Overigens heeft ook een voor Fier
en Radius positief luidend besluit financiële gevolgen, gelet op de bekostiging van het openbaar
onderwijs. Indachtig het besluit van gedeputeerde staten van Fryslan van 18 november 2015, waarin
op grond van artikel 21, eerste lid, van de Wet algemene regels herindeling categorieën besluiten zijn
aangewezen die aan goedkeuring onderhevig zijn, is onderlinge afstemming met het
gemeentebestuur van Leeuwarden vereist. Daarom hebben wij dit raadsvoorstel en conceptbesluit
aan het college van B&W van Leeuwarden toegezonden, die bij brief van 13 september jl. heeft laten
weten met dit besluit in te stemmen. Goedkeuring door gedeputeerde staten van Fryslan is in dit
geval niet vereist, afstemming met het college van B&W van Leeuwarden volstaat.
Argumenten:
1. Gevolgen herindeling voor opheffingsnormen onduidelijk
Het nemen van een besluit op 28 september 2017 betekent dat de resultaten van het regionale
onderzoek naar de consequenties van de gemeentelijke herindelingen voor het onderwijs niet
kunnen worden afgewacht. Dit betreft dan met name de gevolgen voor de opheffingsnormen en in
het bijzonder de gevolgen voor de school in Hijum. Het ontbreken van die informatie is op zichzelf al
voldoende reden om niet in te stemmen met de voorgelegde statuten. Zoals hiervoor omschreven
betreft de beslissing op het verzoek van Fier en Radius een besluit op grond van artikel 17, eerste lid,
van de Wpo, waartoe u beleidsvrijheid hebt en een belangenafweging dient te maken. In het kader
van de grondwettelijke zorgplicht tot het binnen de gemeente bieden van voldoende openbaar
algemeen vormend lager onderwijs, staat het de gemeenteraad aldus vrij het verzoek van Fier en
Radius af te wijzen, vanwege een gebrek aan informatie over de gevolgen van de fusie voor de school
in Hijum na de herindeling. Dat belang mag de gemeenteraad zwaarder laten wegen dan de door Fier
en Radius gestelde belangen bij een fusie op deze korte termijn.
Fier en Radius kunnen een bezwaarschrift indienen tegen het besluit van de gemeenteraad om niet
in te stemmen met de statuten. In het kader van de te maken volledige heroverweging in bezwaar
kan de dan beschikbare informatie uit het regionale onderzoek, worden meegewogen bij de
totstandkoming van de beslissing op het bezwaarschrift Van Fier en Radius. De kans is groot dat die
beslissing op het bezwaarschrift uiteindelijk wordt genomen na 1 januari 2018, zodat de
gemeenteraad van Leeuwarden daarin het laatste woord heeft.
2. Ontoereikend toezichtkader
Daarnaast heeft het college van B&W van Leeuwarden bij brief van 24 mei 2017, verzonden 2 juni
2017, laten dat hij uitsluitend op grond van zijn eigen toezichtkader toezicht wil houden op scholen
binnen de gemeente Leeuwarden. Fier en Radius beogen met de voorgelegde statuten te bewerk
stelligen dat de gemeente Leeuwarden toezicht moet houden op de wijze die Fier en Radius
voorstellen. Fier en Radius menen dat de gemeente Leeuwarden geen enkele rol mag spelen in het
besluit dat de gemeenteraad van de Gemeente nog moet nemen op het verzoek van Fier en Radius,
omdat het nog geen 1 januari 2018 is. Dat standpunt is onhoudbaar, gezien de korte termijn van drie
maanden die rest tot de herindeling, na het door de gemeenteraad te nemen besluit. Onze