240
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 13 en 27 Dec. 1866.
ming tot lid der commi-sie van bestuur over het Stads Zieken
huis k. gelijk berigt van den heer R. F. Kutsch Lojenga, we
gens zijne benoeming tot lid der commissie van administratie der
Stads Bank van Leening alhier. Al deze mededeelingen worden
aangenomen voor notificatie.
19o. Is ter tafel gebragt en gelezen eene resolutie van Ged.
Staten dezer provincie, dd. 19 Nov. 1866 no. 23, waarbij door inser
tie ter kennis van het gemeentebestuur van Leeuwarden wordt ge
bragt het besluit der Prov. Staten van 15 Nov. bevorens no. 6,
betrekkelijk het verleenen van provinciaal subsidie, wegens den
aanleg eens kunstwegs van Leeuwarden tot bij Giekerk over Lek-
kum, Miedum enz., waarbij de besturen van Leeuwarden, Leeu-
warderadeel en Tietjerksteradeel tevens worden uitgenoodigd,
zich binnen twee maanden aan Ged. Staten te verklaren of dc
toegestane subsidie van 25 pet. der aanneming^som, onder de
gestelde voorwaarden wordt aangenomen. Is op voorstel van
den Voorzitter besloten de nadere voorstellen deswege van de
dc besturen van Leeuwarderadeel en Tietjerksteradeel af te wachten.
20. De Voorzitter brengt ten fine van behandeling en vast
stelling ter tafel van den Raad het door B. en W. opgemaakt
en voorloopig vastgestelde le suppletoir kohier der plaatselijke
directe belasting of hoofdelijken omslag, over 1866, met de
daartegen ingekomen reclame. Is besloten, in eene volgende
vergadering tot de behandeling over te gaan en die stukken in
middels ter visie te leggen.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
VERSLAG van het verhandelde ter Vergadering van den
Gemeenteraad van Leeuwarden, gehouden op
Donderdag den 27 December 1866.
Aanvankelijk 15 later 16 leden tegenwoordig. Afwezig waren
dc heeren Brunger, Plantenga, de liaan, Verwijs en van Sloter-
dijek. Voorzitter de heer D. Zeper die op het bepaalde tijdstip
de vergadering opent.
1. Zijn gelezen en ongewijzigd vastgesteld de notulen wegens
de laatstgchoudcne vergadering dd. 13 December 1866.
2. Voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van 24 Nov
jl. no. 7/6a strekkende tot vaststelling van het maximum van
den onderstand, dat gedurende het volgend jaar kan worden ver
strekt aan dc armen wier aanvraag, krachtens art. 22 der wet is
ingewilligd, en die niet in godshuizen worden opgenomen;
is buiten beraadslaging en stemming aangenomen het voorstel van
B. en W. en genomen het volgend besluit: De Raad der ge
meente Leeuwarden. Gezien artt. 22 eu 25 der wet tot regeling
van het armbestuur van den 28 Junij 1854 (Staatsbl. no. 100.)
Gelet op den inhoud der betrekkelijke circulaires van heeren Ged
Staten dezer provincie, omtrent dc vaststelling van gezegd maxi
mum, heeft besloten: art. 1. Het maximum van den onderstand
dat gedurende 1866 in eetwaren en brandstoffen, in kleeding en
leggingstukken, woning en geld kan worden verstrekt aan de
armen, wier aanvraag, krachtens art. 22 der wet is ingewilligd
en die niet in godshuizen worden opgenomen, wordt in gelds
waarde vastgesteld overeenkomstig den daarvan bestaanden staat,
Daarenboven zullen, in geval van ziekte, de noodige geneeskun-
kundige hulp en geneesmiddelen worden verstrekt. Art. 2. Het
maximum van den onderstand zal slechts bij volstrekte noodzake
lijkheid worden verstrekt en overigens de onderstan 1 daar bene
den blijven, zooveel als de omstandigheden het zullen toelaten,
Art. 3. Ligchaamsgebrek dat tot arbeid geheel ongeschikt maakt,
wordt voor de toekenning van onderstand met ziekte gelijk ge
steld. Bij gedeeltelijke ongeschiktheid tot arbeid, wordt het
bedrag van den onderstand gerekend naar de meerdere of min
dere ongeschiktheid tusschen hetgeen in gezonden toestand en bij
ziekte wordt verstrekt.
Voorstel van B. en W. betrekkelijk een adres van S. Feen-
stra, houdende verzoek om den oostelijken gevel eener aan hem
toebehoorende woning te mogen plaatsen in dc nieuw aangeno
men rigting van de gevels der aan de Oosterkade gelegen hui
zen. De vergadering zich met het door B. en W. voorgestelde,
vereenigende, besluit dienovereenkomstig, lo. Voorbehoudens de
goedkeuring van heeren Ged. Staten van Friesland te verklaren
dat de hierna sub 2o bedoelde grond niet meer ter openbare
dienst bestemd zal wezen. 2o. B. en W. onder gelijke goedkeu
ring te magtigena. het door den adressant S. Feenstra te Leeu
warden ten onderwerpelijken requeste gedaan en boven omschreven
verzoek toe te staan en hem tevens daarbij te kennen te geven
dat de grond, benoodigd om den oostelijken gevel van de te ver
bouwen huizinge in de rooijing te kunnen plaatsen van de ge
vels der aan de Oosterkade alhier gelegen huizen, hem gratis
wordt afgestaan, edoch dat de grond benoodigd voor de stoep
aldaar hem slechts tot wederopzeggens toe in gebruik wordt ge
geven b. van een en ander de vereischte acte te doen opmaken.
Wijders is besloten aan dit besluit vóór de resumtie der notulen
de vereischte uitvoering te geven.
4. Voorstel van B. en W. nopens een adres van J. H. Men-
kema, beambte ter secretarie, houdende verzoek dat aan hem bij
voortduring de waarneming van de directie over de algeraeene
begraafplaats worde opgedragen. De Vergaderiug zich met
het voorstel van B. en W. vereenigende, besluit buiten beraad
slaging en stemming Aan den adressant Jan Hermannus Men-
kema, tot 1 Jan. 1870 de waarneming der directie van de al-
gemeene begraafplaats alhier op te dragen tegen het genot eener
jaarlijksche beloor.ing van twee honderd gulden.
5o. Voorstel van B. en W. tot het onderhandsch verhuren aan
de Ned. Israël, godsdienstige schoolcommissie van het gebouw der
voorin. Israel. Armenschool. De Vergadering zich mede met
het voorstel van B. en W. vereenigende, besluit dienovereenkom
stig: B. en W. voorbehoudens goedkeuring van heeren Ged. Staten
van Friesland, te magtigen om met 1 Jan. 1867 voor den tijd
van drie achtereenvolgende jaren aan de Nederl. Israël, gods
dienstige schoolcommissie voor het synagogaal ressort van Leeu
warden tot het geven van godsdienstig onderwijs aan kinderen
van behoeftige Israëliten, onderhands in huur al te staan het aan
de gemeente Leeuwarden in eigendom toebehoorend gebouw der
voormalige Israël. Armenschool, staande aan den Wisjes Dwinger
aldaar, plaatselijk gekwoteerd letter K no. 333, in de schriftu
ren van het kadaster bekend in die gemeente sectie A no. 850,
tegen betaling van een huurprijs gerekend naar tachtig gulden
in het jaar, onder voorwaarde a. dat de huurprijs telken jare
in de maand December ten kantore van den gemeenteontvanger
worde betaald b. dat de huurdersche het gehuurde ten name en
genoege van verhuurders, tegen brandschade verzekerec. dat
zij, indien buitengewone omstandigheden, ter beoordeeling van
het gemeentebestuur, het noodzakelijk mogten maken dat het ver
huurde tot andere einden worde gebezigd, binnen drie dagen na
gedane schriftelijke kennisgeving door of van wege dat bestuur
hetzelve ontruime.
Voorts is besloten, aan dit besluit vóór dc resumtie der notu
len de vereischte uitvoering te geven.
ERRATU M.
In het gesprokene door den heer Duparc, voorkomende in de
2e kolom van pag. 235, regel 34 van boven, is eene drukfeil
ingeslopen, als moetende het woord „kub." worden gelezen te
zijn „vierk."
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 27 Dcc. 1866.
6. Voorstel van B. en W. om te verklaren dat er noodzake
lijkheid bestaat voor de benoeming van een lijkbezorger. Naar
aanleiding van dit voorstel, waarmede de Vergadering zich veree-
nigt, is buiten beraadslaging en stemming besloten dat 't nood
zakelijk is, dat de betrekking van lijkbezorger bij de algemeene
begraafplaats alhier vacerende, ten gevolge van het aan Jan Jur-
ritsma, op zijn daartoe gedaan verzoek als zoodanig verleend eer
vol ontslag wederom worde vervuld.
7. Voorstel van B. en W. strekkende a. om te verklaren,
dat er noodzakelijkheid bestaat voor de benoeming van een keur
meester van het vleesch en de vischb. tot verhooging der aan
die betrekking verbonden jaarwedde. De Raad zich met deze
voordragt vereenigende, besluit buiten beraadslaging en stem
ming achtereenvolgend lo. dat het noodzakelijk is dat de be
trekking van keurmeester van het vleesch en de visch in deze
gemeente vacerende ten gevolge van het aan Wiebrand Feddema,
op zijn daartoe gedaan verzoek als zoodanig verleend eervol ont
slag, wederom worde vervuld2o. de, aan de betrekking van
keurmeester van het vleesch en de visch in deze gemeente, ver
bonden jaarwedde te verhoogen met eene som van f 50 en alzoo
te brengen op drie honderd gulden.
8. Voorstel van B. en W. tot bepaling van de bezoldiging
van den luider der klok in den Nieuwetoren. De Raad zich
ook met dit voorstel kunnende vereenigen, besluit dienovereen
komstig lo. de jaarwedde van den luider der klok in den Nieu
wetoren te bepalen op vijftig gulden, in te gaan den 1 Januarij
18672o. Aan den tcgenwoordigen luider van de klok in den
Nieuwetoren T. J. Rijpstra, met lo Jan. 1867, boven de aan
die betrekking verbonden jaarwedde van vijftig gulden, toe te
kennen eene personele toelage van 25 'sjaars.
9. Voorstel van vaakgemeld Collegie tot vaststelling van het
bedrag van den door den secretaris-boekhouder bij de stads Ar-
menkamer te stellen borgtogt. Overeenkomstig dit voorstel,
met hetwelk de Raad zich vereenigt, is buiten beraadslaging en
stemming beslotenHet bedrag van den, door den secretaris
boekhouder bij de stads Armenkaraer alhier te stellen borgtogt
te bepalen op 3000. Zijnde voorts besloten aan dit besluit
vóór de resumtie der notulen uitvoering te geven.
Wordt opgemerkt dat de vergadering, op voorstel van den
Voorzitter, telkens heeft besloten de voorstellen sub 3 tot en
met 9 hiervoren vermeld, onmiddellijk in behandeling te nemen.
10. De Voorzitter, het noodig keurende, dat de deuren voor
een oogenblik worden gesloten tot het houden eener beslotene
vergadering, is daartoe overgegaan en de openbare vergadering
tijdelijk geschorst.
Na het eindigen der beslotene vergadering is de openbare ver
gadering heropend en voortgezet.
11. Op voorstel van den Voorzitter is eenstemmig besloten,
het door B. en W. voorloopig opgemaakte le suppletoirkohier
der plaatselijke directe belasting of hoofdelijken omslag, voor de
zen jare, onveranderd vast te stellen in belastbaar kapitaal ter
somma van ƒ39951.97 en in totaal van den aanslag tot een
bedrag van ƒ1115.94.
12. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.
betrekkelijk een adres van Herman us Kuilenborg en Heere van
der Werff, pachters van het marktgeld, wegens staanplaatsen voor
het uitstallen en uitventen van waren (met uitzondering van het
vee) zoomede ten dienste van openbare vermakelijkheden, hou
dende verzoek, dat aan hen vermindering van de pachtsom worde
verleend tot een bedrag van 750 of wel tot zoodanig ander
bedrag als de Raad zal vermeenen te moeten bepalen, en zulks
wel ter oorzake van hot in dit jaar niet houden der jaarmarkt
of kermis in deze gemeente. Is besloten, dit voorstel in eene
volgende vergadering in behandeling te nemen en het intusschen
ter inzage van de leden te leggen.
Bijvoegsel tot le Provinciale Friesche Courant.
13. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.
de strekking hebbende om te besluiten: de verordening regelende
de inrigting van het personeel der politie in de gemeente Leeu
warden, vastgesteld bij Raadsbesluit van den 14 Aug. 1856 no.
/iOHa in dier voege te wijzigen, dat in art. 2 worde gelezen:
„voor de politie-dienarcn der 3e klasse ieder ƒ135"..Ter
visie, als voren.
14. Is gelezen een adres van Anna Pietersen, dochter van
den gewezen vischafslager II. Pietersen, het verzoek behelzende
om alsnog uitbetaling te erlangen van de aan haar vader over
1866 toegelegde gratificatie ad 50. Is besloten: dit adres
ten fine van uitvoering te stellen in handen van B. en W.
15. Is gelezen eene missive van de comm. van administratie der
Stads Bank van Leening alhier, houdende, ter vervulling der va
cature in die commissie ontstaan door het overlijden van den
heer Mr. J. W. Tromp, aanbeveling van de heeren: Mr. Johan
nes Leonardus van Sloterdijck en Mr. Horatius Albarda Jz. beide
te Leeuwardenzijnde deze aanbeveling, ingevolge art. 1 van
het reglement voor genoemde commissie, door B. en W. met
een gelijk getal vermeerderd, bestaande uit de heeren Mr. Isaac
Telling en Mr. Frederik de Haan. Ter visie om in de vol
gende vergadering lot de benoeming over te gaan.
16. Is ter tafel gebragt, gelezen en ter visie van de leden
gedeponeerd, een adres van J. II. Schmidt, commissionair op
't Zuidvliet alhier, betrekkelijk dc plaats waar een beursgebouw
zal moeten worden gesticht.
17. Zijn gelezen de volgende adressen alsa. van M. Gebing
en anderen, allen bewoners van Oldcgalilëen en in andere ge
deelten der gemeente wonende ingezetenen b. van II. T. Wes-
terlaun en anderen, kooplieden, landbouwers en veehandelaars
in Tietjerksteradeel, en c. van I. G. Schults en anderen, bewo
ners van de buurt Oldcgalilëen, allen betrekking hebbende tot
de herstelling op eenigerlei wijze van de afgebroken gemeenschap
van die buurt met het centrum der gemeente. Is besloten de
voormelde adressen, ten fine van berigt en raad te stellen in
handen van B. en W.
18. Is gelezen een adres van George Postma, wijnkooper
alhier, het verzoek bevattende dat in de nieuwe buurt aan den
cingel bij de Noordergracht, eenige gasverlichting worde aange-
bragt, zoo mogelijk in verband met eene betere bestrating of
daarstelling van een steenen looppad. In handen van B. en
Wr. ten fine van beschikking.
19. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en
W., betrekkelijk het adres van B. Hoogeveen en K. de Ruiter,
doodgravers bij de algemeene begraafplaats alhier, houdende ver
zoek, dat hunne bezoldiging als zoodanig worde verhoogd.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden afgedaan.
20. Als boven, een voorstel van B. en W., naar aanleiding
eener missive van de commissie van administratie der Stads Bank
van Leening alhier, dd. 18 Dec. jl. no. 688, betrekkelijk de be
schikking door de gemeente over een deel der zuivere overwin
sten dier bank. Ter visie, om in eene volgende vergadering
behandeld te worden.
21. Als boven, een voorstel tot vernieuwing van de onder-
handsche verhuring aan den hoofdonderwijzer G. Roker, van de
thans bij hem in gebruik zijnde bovenwoning. Ter visie als voren.
22. Voorstel van B. en W. tot vernieuwing van de onder-
handsclie huur voor den tijd van een jaar en alzoo tot 12 Mei
1868, wegens de huizinge letter F no. 129, met de weduwe van
J. C. Schrijver, in leven bode bij het bestuur dezer gemeente.
Nadat op voorstel van den Voorzitter was besloten tot de on-
middéllijjce afdoening van dit voorstel, is buiten beraadslaging
dienovereenkomstig besloten: B. en W., behoudens goedkeuring
van hh. Ged. Staten, te magtigen om met den 12 Mei 1867
voor den tijd van een jaar en alzoo tot den zelfden datum van
68