i
a
K IMF W' JW y <,W «T
156
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 26 Sept.. en 3 Oct. 1867.
M
voor het dienstjaar 1867 uitgebragt liet ter zake betrekkelijk
rapport. Ter visie, als boven.
30. 13ij monde van den heer Brunger wordt uaraens de be
trokken Raadscommissie, ten aanzien van het aan haar opgedra
gen onderzoek der begrooting van dc brandweer te Leeuwarden,
voor de dienst van 1868, uitgebragt het betrekkelijk rapport. Ter
visie, als voren.
31. De het-r Westenberg, lid der Commissie uit den Raad
aan welke is opgedragen om na te gaan het al dan niet wen-
schelijkc van een© heffing op den bestaanden voet van de ge
meente opcenten op de rijks-personele belasting, geeft namens
zijne medeleden tc kennen dat het daaromtrent door hen uit te
brengen rapport binnen kort gereed zal zijn en dat het wensche-
lijk voorkomt dat het, vooral in verband met het onderzoek der
gerncente-begrooting voor 1868, in de section worde gebragt,
weshalve zij voorstelt te worden gemagtigd oin dat rapport, zon
der in eene vergadering van den Raad ter tafel te ziju gebragt,
onmiddellijk te verzenden naar de sectien.
De heer Atfceaia geeft daarop in overweging omdat rapport
afzonderlijk te doen drukken.
Op voorstel des Voorzitters wordt tot een en ander eenstem
mig besloten.
32. De heer Jongsma het woord gevraagd en bekomen heb
bende, geeft te kennen, dat het sints langen tijd zijne attentie
getrokken heeft dat aan de verbetering van het kerkhof bij de
Groote of Jacobijnerkerkwaarvoor een post op de gemeente-be
grooting voor dit dienstjaar is aangebragt, tot dusver in 't ge
heel niets is gedaan reeds zijn negen maanden van het dienst
jaar verstreken en nergens is op dat terrein een begin van uit
voering dier, zoo noodzakelijk geachte verbetering te bespeuren.
Spr vraagt inlichting van het Collegia van dagelijkseh bestuur of
men daarmede binnen kort zal aanvangen, zoo niet, dan wenscht
hij op de uitvoering der verbetering aan te dringen vooral daar
het voor dergelijke werken geschikte jaargetijde meer en meer
verloopt.
l)e Voorzitter zegt zeer gemakkelijk de gevraagde inlichting
te kunnen geven. Het Collegie heeft evenzeer als Spr. de over
tuiging dat bedoeld kerkhof dringend verbetering vereischt, en
het had dan ook reeds voor lang daarmede een aanvang doen
maken ware het niet dat de voorgenomen aanleg van regenbak
ken in de nabijheid dier kerk, waardoor men tevens in aanra
king zal komen met vaakbedoeld terrein, de uitvoe.ing had ver
hinderd. De gemeente-architect heeft de plannen voor een en
ander dan ook bereids in bewerking.
De heer JongSiaa den Voorzitter voor diens pertinent ant
woord, hetwelk hij rekent dat namens het dagelijksch bestuur ge-
geven is, bedankende, verklaart daarin genoegen te nemen.
33. Op het daartoe door den Voorzitter te kennen gegeven
verlangen, worden de deuren gesloten, tot het houden eeuer be-
slotene vergadering, en is de openbare zitting mitsdien opgehe
ven. Na het eindigen der beslotcne vergadering is de open
bare vergadering heropend doch onmiddellijk daarna door den
Voorzitter gesloten, vermits geer.e meerdere werkzaamheden aan
de orde waren.
VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone vergade
ring van den Gemeenteraad van Leeuwarden, ge
houden op Donderdag den 3 October 1867.
Aanvankelijk 18 later 19 leden tegenwoordig. Afwezig de hee-
ren rar. E. Jongsma en mr. W. J. van Weideren baron Rengers.
Voorzitter de heer D. Zeper, die, na opening der vergadering op
het daarvoor bepaalde tijdstip, mededeelt dat de heer Rengers
schriftelijk heeft berigt door afwezigheid buiten de gemeente ver
hinderd te zijn deze vergadering bij te wonen, en voorts dat de
heer Jongsma mede schriftelijk te kennen heeft gegeven door
ambtsbezigheden belet te zijn ter vergadering tegenwoordig te zijn.
1. Is gelezen en na cenige bespreking tusschcn dc hceren
Attema, Zeper cn Bloembergen, onveranderd goedgekeurd het ge
notuleerde wegens dc op 26 Sept. jl. gehoudene vergadering.
2. Na lecture van een schrijven van den heer mr. C. W. A.
Buma, van den 27 Sept. jl., houdende berigt dat hij, na rijp
beraad tot het besluit is gekomen de betrekking van wethouder
niet aan te nemen, stelt de Voorzitter voor over te gaan tot
de benoeming van een wethouder in zijne plaats, ter vervulling
van de vacature in het Collegie ontstaan teugevolge van de pe
riodieke aftreding van den heer mr. J. Minnema de With als
raadslid, die verklaard heeft voor de betrekking van wethouder
buiten aanmerking te worden gelaten. De vergadering overeen
komstig dit voorstel besluitende gaat tot dc benoeming over.
Uit de opgevolgde stemming blijkt dat van de 19 uitgebragte
stemmen zich 15 op den heer mr. VV. J. van Weideren baron
Rengers hadden vereenigd terwijl op dc hceren G. T. N. Suriti-
gar en J. Oosterhoü' VVz. elk twee stemmen waren uitgebragt,
zoodat de eerstgenoemde met volstrekte meerderheid van stemmen
tot de ve. vulling der betrekking van wethouder is verkozen. Dc
oorzitter de uitslag dezer stemming mededeelende zegt dat
daarvan onmiddellijk aau den heer Rengers berigt zal worden
gezonden.
Wordt opgemerkt dat de heer dc liaan hierop de vergade
ring verlaten heeft.
3. Aan de orde is de benoeming van een hulponderwijzer aan
eene der openbare lagere scholen in de gemeente, op eene jaar
wedde van 350, waaromtrent ter vorige vergadering door 11.
en W. de betrekkelijke voordragt is aangebragt. De vergadering
tot de benoeming overgegaan zijnde, blijkt uit de gehouden stem
ming dat met algemeeue, dat is 18 stemmen ter vervulling van
de bovenvermelde betrekking is verkozen dc persoon van Willem
Poortstra, hulponderwijzer te Kimswerd. Wijders is besloten aau
dit punt vóór de resumtie der notulen, de vereischte uitvoering
te geven.
4. Aan de orde is de behandeling van het ter vorige verga
dering uitgebragt rapport van de Commissie ad hoe, omtrent het
onderzoek van het, door de Commissie van administratie der
stads bank van leening alhier ten fine van goedkeuring ingezon
den ontwerp cener suppletoire begrooting dier administratie voor
het dienstjaar 1867. De vergadering zich met de conclusie van
vorenbedoeld rapport vcreenigende besluit mitsdien tot goedkeu
ring dier suppletoire begrooting. Zullende aan dit besluit vóór
de resumtie der notulen uitvoering gegeven worden.
5. Voorstel van B. en W. nopens een adres van M. B. Vos,
betrekkelijk zijn aanslag in de directo belasting op het inkomen,
voor het loopend dienstjaar. De verga lering zich vcreenigende
met het ten dezo door 11. en W. voorgedragen advies, besluit
dienovereenkomstig, hot door den heer M. B. Vos ingezonden
adres van den 12 Sept. 1867, aan te nemen voor noiifioatie.
6. Voorstel van 15. en W. met betrekking tot de uitlotir.g in
18Q7 van obligation ten laste der gemeente. De vergadering
zich met dit voorgestelde vereenigende, neemt buiten beraadsla
ging en stemming het volgend besluit:
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gezien de begrooting der inkomsten on uitgaven van deze ge
meente voor het dienstjaar 1867, waarop onder hoofdstuk VIII,
afd. I, art. 3 der uitgaven, een bedrag van 3000 is uitgetrok
ken tot aflossing van schuld. Overwegende dat de uitloting ter
aanwijzing van de af te lossen obligatien ide maand October
behoort plaats te hebben, nadat alvorens zal zijn bepaald van
welke geldleeningen en tot welk bedrag aflossing zal geschieden;
Gehoord het daartoe betrekkelijk voorstel van B. en W,
Besluit:
Te bepalen dat de som van 3000 op de begrooting dezer
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 3 Oct. 1867..
157
gemeente voor het dienstjaar 1867, onder hoofdstuk VIII, afd.
t, art. 3 der uitgaven, toegestaan voor aflossing van schuld, zal
worden aangewend tot uitloting van drie obligatien ad 1000
van de leening van 1859, aangegaan tot een bedrag van
ƒ78,000 a 5%.
7. Is ter tafel gebragt cn gelezen een voorstel van B. en W.
tot de publieke verhuring voor den tijd van zeven jaren van de
stads zathe en landen genaamd de Magere Weide, thans in ge
bruik bij S. 8. van Wijngaarden. Ter visie, om in eene vol
gende vergadering in behandeling genomeD te worden.
8. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.
tot omlerhandschc verhuring voor den tijd van zeveu jaren, van
dc stads zathe en landen achter Cambuur, aan den tegenwoor-
digen huurder R. G. Wartcna. Ter visie, alsvoren.
9. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.
nopens het, van het bestuur van het nieuwe stads weeshuis al
hier bekomen voorstel tot verhooging der bezoldiging van de
ondernaaivrouw aan die instelling tot op een bedrag van ƒ78,
en gevolgelijk tot wijziging van de bij het reglement voor gezegd
gesticht, behoorende tabel der beambtcu en bedienden. Ter
visie, als voren.
10. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.
de strekking hebbende om hun Collegie to wagtigen a. tot het
doen aanbrengen der noodige toestellen \oor eene verlichting
door middel van gas in de trouwzaal van het raadhuis dezer
gemeente; b. het doen verbeteren der bestaande gasverlichting
in de nieuwe raadzaal aldaar; c. den aanmaak van de vereischte
toestellen voor twee gasvlammen in de woning van den concierge
enz. Ter visie, als voren.
11. Is ter tafel gebragt en geiezen een voorstel vau B. cn W.
vervat in hun besluit van 2 October 1867 no. tot bekrach
tiging van den, door hun Collegie, ten behoeve vau de gemeente
gedauen aankoop van het huis iu de Haniasteeg, plaatselijk ge-
kwoteerd met letter E no. 145.
Nadat op voorstel des Voorzittsrs besloten was tot de onmid
dellijke afdoening dezer zaak, is, overeenkomstig het voorstel bo
ven bedoeld, buiten beraadslaging en steminiug genomen het
volgend besluit:
De llaad der gemeente Leeuwarden.
Gehoord het voorstel van B. en W. strekkende dat door deze
vergadering de vereischte magtiging en goedkeuring worde ver
leend op den, tengevolge opdrugt van hun Collegie voor reke
ning vau deze gemeente gedanen aankoop van de huizinge staande
in de Haniasiceg alhier, gekwoteerd letter E no. 145, ten ka
daster bekend gemeente Leeuwarden sectie B no. 1178, ter
grootte van 24 el voor de som van ƒ426.
Gelet op liet bepaalde bij de artt. 194 lett. e en 213 der ge
meentewet.
Overwegende dat het bezit van vorengemclde huizirige voor do
gemeente hoogst wensehelijk en noodzakelijk is te achten, dooi
de omstandigheid dat ze onmiddellijk grenst cn aan twee zijden
met massale muren verbonden is aan de lokalen van liet stads
armhuis en uit dienhöofde eventueel zeer gemakkelijk zal kunnen
worden benuttigd, hetzij tot uitbreiding van gezegd gesticht,
hetzij voor eene woning van den bode. der stads armenkaraer.
Overwegende dat do kosten van aankoop van meergemelde
huizinge niet te hoog zijn in verhouding tot het belang 't welk
dc gemeente bij het bezit daarvan heeft.
Overwegende dat tot bestrijding der koopsom en op den aan
koop gevallen kosten, alsnog de vereischte fondsen behooren te wor
den aangewezen, waartoe zoowel als tot het bekomen der magtiging
te dien einde aan heeren Ged. Staten, uithoofde van het spoed
eischende der zaak, tot dusver geene gelegenheid heeft bestaan.
Besluit:
lo. Goed te keuren en te bekrachtigen gelijk geschiedt bij
deze, den door B. en W. ten behoeve der gemeente Leeuwarden
gedanen aankoop van de huizinge staaude in dc Haniasteeg al
daar, gekwoteerd letter E no. 145, kadastraal bekend in die ge
meente sectie B no, 1178, ter grootte van 24 el, voor eene som
van 426.
2o. B. en W. uit te noodigeD, gelijk mede geschiedt bij deze
aan deze vergadering ter bekwamen tijd eene voordagt te doen
tot aanwijzing der fondsen waaruit de sub lo vermelde koopsom
benevens de op den bedoelden aankoop gevallen kosten kunnen
worden bestreden.
3o. Aan B. en W. op te dragen gelijk eindelijk geschiedt
bij deze, dit besluit onverwijld aan heeren Ged. Staten van Erics-
land in te zenden. - Zullende aan dit besluit vóór (le resumtie
der notulen uitvoering worden gegeven.
12. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missieve van den
schuttersraad der d. d. schutterij te Leeuwarden dd. 25 Sept. jl.
ten geleide van de rekening en verantwoording dier schutterij
over het jaar 1866.
Is besloten:
Gezegde rekening en verantwoording ten fine van onderzoek
en rapport in handen te stellen van dc Raadscommissie, inder
tijd bela9t geweest met het onderzoek der begrooting der d. d.
schutterij voor dat jaar.
13. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van de plaat
selijke Schoolcommissie alhier dd. 30 Sept. jl. no 3084, hou
dende inzending eener aanbeveling ter benoeming van een lid
dier Commissie, ter vervulling van de vacature outstaan door het
onlangs aan den heer Jr. Mr. C. J. Speelman op zijn daartoe
gedaan vei zoek, verleend eervol ontslag als zoodanig. Daarbij
zijn aanbevolen de heeren Pieter Ilajonides van der Meulen, Mr.
Anke Bloembergen en Jhr. Mr. Idscrd Frans van Humalda van
Eijsinga. Ter visie, om in eene volgende vergadering tot de
benoeming over te gaan.
14. Op daartoe door den heer burgemeester gedaan voorstel
hetwelk door eenige leden is besproken, wordt besloten dat het
onderzoek in de soctien van de door B. en W. aangeboden ge-
meente-begrooting voor 1868, heden over drie weken zal moeten
zijn afgeloopen.
15. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van
den heer Commissaris des Konings in deze provincie, dd. 2 Oct.
1867 3e afd. no. 2046, houdende om daarvoor aangevoerde re
denen, uitnoodiging, om in de voorgedragen stukken betrekkelijk
de heffing van schoolgeld voor onderwijs aan de eerlang in wer
king te brengen burgerdag- en avondschool, het bepaalde tijdstip
van in werking treding door een later tijdstip te doen vervangen
en alzoo te besluiten tot wijziging dier voordragten op dat punt.
l)e Voorzitter zegt dat aangezien deze zaak eene spoedige
afdoening vordert, B. en W. het wensehelijk achten dat de ver
langde wijziging onmiddellijk tot stand kome en dat zij uit dien
hoofde den Raad voorstellen te besluiten:
lo. Art. 8 der verordening op de heffing van het schoolgeld
voor onderwijs aana. de burgerdagschool en b. dc burgeravond
school in de gemeente Leeuwarden, te wijzigen cn nader vast te
stellen als volgt: „Deze verordening treedt in werking acht
dagen na dat daarop de vereischte koninklijke goedkeuring is
verkregen.
2o. Art. 6 der verordening op de invordering van het school
geld voor onderwijs aan de burgerdag- en avondschool te wijzi
gen cn nader vast te stellen als volgt: Deze verordening treedt
in werking acht dagen nadat op de verordening op de heffing
van het in deze bedoeld schoolgeld, de vereischte koninklijke
goedkeuring is verkregen."
3o. Genoemde verordening aldus gewijzigd, benevens die op de