108
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag t J.dij 1867.
cn niet strijde legen hetgeen in het geweten der natie dagelijks
luider spreekt; enz. Is besloten deze circulaire ter kennisne
ming van de leden, ter visie te leggen.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone vergadering
van den Gemeenteraad van Leeuwarden, gehou
den op Donderdag den 4 Julij 1867.
Aanvankelijk 17 later 19 leden tegenwoordig. Afwezig waren
de heeren O. I. Bolten en Mr. W. J. van Weideren Baron Ren-
gers. Voorzitter de heer D. Zeper die de vergadering op het
daarvoor bepaalde tijdstip opent.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde
wegens het verhandelde ter vergadering van den 27 Junij 1867.
2. Voorstel van B. en W. betrekkelijk een adres van Jeije
Annes de Jong alhier, houdende verzoek om bij de voorgenoinene
verbouwing van zijn huis letter C no. 150, den achtergevel daar
van te mogen plaatsen in de rigting van de huizen aan de ge
dempte Keizersgracht.
Is, naardien de vergadering zich met dit voorgestelde heeft
kunnen \ereenigen, dienovereenkomstig besloten: a. te verklaren
dat de na te melden grond niet meer ter openbare dienst zal
bestemd zijnb. B. en W. voorbehoudens goedkeuring van heeren
Ged. Staten van Eriesland te magtigenI. Het door den adres
sant Jeije Annes de Jong alhier ten voren aangehaalde request
gedaan verzoek toe te staan en hem daarbij tevens te kennen te
geven, dat de grond benoodigd om den achtergevel van de nieuw
te stichten huizinge in de rooijing te kunnen plaatsen van de
gebouwen aan de gedempte Keizersgracht, hem gratis wordt af
gestaan, edoch dat de grond benoodigd voor de stoep aldaar,
hem slechts tot wederopzeggens in gebruik gegeven wordt.
Wijders is besloten aan dit besluit vóór de resumtie der notulen
uitvoering te geven.
3. Voorstel van B. en W. omtrent een adres van Steven Fecn-
stra alhier, houdende verzoek om bij de voorgenomen verbouwing
van zijn huis letter C no. 143, den achtergevel daarvan le mogen
plaatsen in de rigting van de huizen aan de gedempte Keizers
gracht alhier.
De vergadering zich met dit voorstel kunnende vereenigen,
besluit dienovereenkomstig: a. te verklaren, dat de hierna sub
b. bedoelde grond niet meer ter openbare dienst zal zijn bestemd
b. B. en W. voorbehoudens goedkeuring van heeren Ged. Staten
van Eriesland te magtigenHet door den adressant Steven
Eeenstra alhier gedaan en boven omschreven verzoek toe te staan
en hem daarbij tevens te kennen te geven, dat de grond, benoo
digd om den westelijken muur van de te verbouwen huizinge
in de rooijing te kunnen plaatsen van de gebouwen aan de ge
dempte Keizersgracht hem gratis wordt afgestaan, edoch dat de
grond benoodigd voor de aldaar te leggen stoep hem slechts tot
wederopzeggens toe in gebruik wordt gegeven, onder voorwaarde
echter, dat de voorgenomen verbouwing vóór len Januarij 1869
moet zijn bewerkstelligd. Zullende aan dit besluit vóór de
resumtie der notulen uitvoering worden gegeven.
4. Aan de orde is de behandeling van het rapport en de
voorstellen van B. en W. met betrekking tot de plannen der uit
breiding van de gemeentelijke Gasfabriek ter vergadering van
den 27 Junij jl. den Raad aangeboden.
De Voorzitter opent hieromtrent de discussiën.
De heer Gortor zegt het woord te hebben gevraagd niet zoo
zeer omdat hij aanmerking zou hebben op de voorstellen der
Commissie aangaande de uitbreiding van de fabriek zelve, als wel
omdat hij zich niet zal kunnen vereenigen met het punt van con
clusie sub lo vermeld van de voordragt van B. en W. Dit toch
is het gevolg van het beginsel dat aan de fabriek eenc zooda
nige uitbreiding moet worden gegeven als welke haar vatbaar
doet zijn om zoo productief mogelijk voor Leeuwarden le moeten
wezen. Dat beginsel brengt mede, dat het dc fabriek voor de be
oogde uitbreiding mankeert aan de noodige ruimte. Wanneer
men nu het eerste lid dier conclusie aanneemt, dan kan men
geacht worden tevens aan te nemen het plan cn de bestekken
wegens die uitbreiding door den Architect aangeboden. Nu heeft
Spr. wel geciie bedenking op dc plans betrekkelijk het fabriek
matige, integendeel hij heeft met genoegen er kennis van geno
men, maar hij heeft bedenking tegen het plan ten aanzien van
de bestaande woning van den Architect en bijbehoorenden tuin,
die tot woning van den directeur zal worden gebezigd. Dat
plan loopt tegen zijne bedoeling in; Spr. had verwacht dat de
woning van den directeur vooreerst zou worden gelaten waar hij
is, hij acht die voor den tegenwoordigen functionaris, die geen
gezin heeft, voldoende; voor eene giootere huishouding zou
die woning natuurlijk niet genoeg logeabel zijn. Maar buitendien
zou die woning met benuttiging van den doelloos grooten ingang
zeer goed zijn te benuttigen tot kantoor en tevens tot woning
van den boekhouder. In dat geval zou men de woning en het
erf bij den Architect in gebruik tot uitbreiding van de fabriek
kunnen doen strekken, wat ook wel noodig is te achten als men
nagaat, dat de fabriek capaciteit zal moeten erlangen voor eene
productie van 900,000 el gas, dan is men die ruimte wel benoo
digd tot berging van kool, coaks en dergelijke voorwerpen. Het
is om deze redenen dat Spr. die bestekken niet kan aannemen,
maar zou wcnschen dat de vergadering, de uitbreiding van het
fabriekmatige goedkeurende, de plannen omtrent de uitbreiding
der fabriek wat het terrein betreft, ter nadere overweging aan
de Commissie terugzend, waartoe hij de eer heeft voor te stellen
„Voorloopig voor zoo ver het fabriekmatige betreft goed te keu
ren" enz.
De Voorzitter vraagt of het door den heer Gorter voorge
stelde, ondersteund wordt. Zulks Diet het geval zijnde, blijft
gezegd voorstel buiten behandeling.
De heer Wiersma verklaart zich niet met de voorgestelde cou-
clusie te kunnen vereenigen. Hij beschouwt het cijfer dat tot
basis van berekening in dezen is genomen, dat namelijk 900,000
el gas zal kunnen worden gefabriceerd, als een zuiver ideaal
cijfer. Hij wil dienaangaande nu niet in détails treden, reeds
vroeger is die zaak door hem en andere leden dezer vergadering
in het breede besproken. Spr. wil echter aannemen, dat de con-
sumtie tot 500,000 cl zal stijgen; wat al bijzonder hoog zal zijn,
cn dat daartoe 600,000 el zal moeten worden gefabriceerd, om
het onvermijdelijk aan de productie verknocht verlies te dekken,
maar dan acht hij die in het eerste tijdvak voldoende genoeg;
wat de behoeften in lateren tijd zal vorderen is onbekend en deze
moet in elk geval geen invloed op dc tegenwoordige deliberation
uitoefenen, men heeft voor het tegenwoordige te zorgen en dan
is eene productie van 600,000 cl wel als een ultimatum te be
schouwen. Nu moge men hem tegenvoeren, men regelt de hoe
grootheid der fabriek slechts van tijd tot tijd en naar mate de
hoefie waarin moet worden voorzien dit vordert, doch Spr. beweert
dat men de aanleg der uitbreiding op zulk een groote schaal nemende,
niet kan verhinderen dat de kosten daarnaar geëvenredigd en
groot zullen zijn. Hij kan zijne stem daaraan niet geven, omdat
die kosten te hoog komen en naar zijn oordeel een derde te veel
zullen bedragen. Maar er is meer: Spr. vleit zich nog altijd,
dat de gemeente nog eens het pad van publieke uitbesteding zal
inslaan, en wanneer men nu eene fabriek créeert, geschikt om de
voor Leeuwarden verbazende hoeveelheid van 900,000 el te pro
duceren, dan schept men voor den aannemer in casu eene fabriek
die hem van wege haar te grooten omvang tc bezwarend moet zijn,
eene fabriek die aan het ideaal niet zal beantwoorden maar die
blijken zal noodeloos te groot te zijn.
Dc heer Bloembergen wenscht den heer Gorter, ofschoon zijn
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 4 Julij 1867.
109
amendement buiten behandeling blijft, een enkel woord desbetreffend
tc kennen tc geven. Hij ziet er geen bezwaar in dat de woning
van den Architect, met de bestemming van woning voor den Di
recteur, behouden blijft. Wel heeft het door den heer Gorter
besprokene mede een punt van overweging bij de Commissie uit
gemaakt en wel moet worden erkend dat de welstand
der fabriek op de voorgestelde wijze minder zal worden bevor
derd, maar men heeft toch geoordeeld, dat de bestaande woning
niet verwerpelijk was te achten om te strekken tot woning voor
den Directeur, maar boveadien, de gelegenheid blijft dan ook
niet uitgesloten om bij behoefte aan meer terrein den bewusten
grond te benuttigen cn in dat geval eene nieuwe woning te bou
wen; doch naar het zich nu laat aanzien is daarvoor ook niet
te vreezenworden de aangeboden plans aangenomen dan zal
genoegzaam in dc veronderstelde behoefte voorzien kunnen wor
den. Wat betreft de bezwaren van den heer Wiersma, «lie nog
steeds terugdeinst voor het cijfer van 900,000 cl gas, het zal
naar Spr. vermoedt, moeijelijk vallen dien geëerden Spr. daarom
trent genoegzame overtuiging te verschaffen. Alleen kan worden
gezegd dat de Commissie het punt der presumtieve consumtie
met de meeste naauwkeurigheid heeft nagegaan en tot de over
tuiging is gekomen, dat die consumtie te verwachten is zeer be
langrijk te zullen worden. In elk geval acht Spr. het verkies
lijker in dezen zich te bedriegen door een te hooge verwach
ting, dan door het omgekeerde. Waarlijk dat cijfer is niet tc
zeer overdrevenvolgens het voor hem liggend verslag der Gas
fabriek te Deventer, heeft die fabriek over 1866 geproduceerd
518,390 el gas, dat is dus reeds meer dan 500,000 el en wan
neer hij nu Deventer, eene veel kleinere bevolking hebbende dan
Leeuwarden, met laatstgenoemde gemeente in comparatie brengt,
dan is met grond te veronderstellen dat hier eene veel grootere
productie van gas mei der tijd noodig zal zijn. Wanneer men
in aanmerking neemt de steeds klimmende cijfers wegens het gas
verbruik onder de nog steeds bestaande beperkende bepalingen,
dan is het met grond te verwachten dat hier de gasconsumtie
belangrijk zal stijgen. Na het aangevoerde bij het rapport acht
Spr. het vrij overbodig dc aandacht te vestigen op de vermeer
dering die te wachten i9 door de verlichting van de burgerschool,
het spoorweg-station enz. Overigens lioude men op het oog, dat,
al mogt men zich bedriegen in het cijfer van 900,000 el, dan
nog de kosten van uitbreiding niet zoo evenredig hooger zullen
zijn, omdat men zich voorstelt die uitbreiding bij gedeelten cn
en naar gelang van tc blijken behoefte, tc volvoeren. Men denke
hier aan den ovenbouw, die in den eersten tijd geene verdere
uitbreiding zal erlangen dan hetgeen noodig is, evenzoo de retor
ten, en dat men met de daarstelling van den vierden gashouder
tot later zal wachten. Met de aanschaffing van het materieel is
dit wel anders en zal men dadelijk behoeven de kalk- cn wasch-
kisten, dc condensor, exhausters ene., de daarvoor benoodigde
gelden zullen dus dadelijk besteed moeten worden, doch dit maakt
niet dat die kosten evenredig eenderde te veel zullen bedragen.
Inderdaad, Spr. ziet. in het voorgestelde niec dat bezwaar dat de
heer Wiersma er zich van voorstelt, ook in geval van mogelijke
uitbesteding aan anderen, want wat zal het geval zijn dat men
eenc fabriek ter exploitatie aanbiedt, die de geschiktheid bezit
om het benoodigd aantal lichten te kunnen leveren, en dit is
naar Spr. meent eene omstandigheid tc meer om het den aanne
mer aannemelijk te maken de exploitatie te ondernemen en de
fabriek te gebruiken naar dc vatbaarheid die ze bezit en die niet
anders dan gunstig op den prijs van het gas kan werken.
De heer Verwjjs wenscht het gesprokene van den heer BLocm-
bergen omtrent de fabriek tc Deventer met het volgende aan te
vullen. In Deventer is op eene bevolking van tusschen de 16
en 17.000 inwoners eene consumtie van 500.000 kub. el dan
zou strikt genomen voor eenc consumtie van 900.000 kub. el
eene bevolking van ongeveer 29000 inwoners moeten zijn, zoodat
de raming niet zoo buitensporig groot behoeft geacht te worden.
De heer Wiersma moet observeren dat het niet zijne overtui
ging is en ook niet door hem werd beweerd dat bij eene produc
tie van 600.000 el, de kosten 1 3 minder zouden bedragen, doch
het is eenc waarheid dat zij, door de fabriek vatbaar te maken
voor eene productie van 900.000 el, belangrijk hooger zullen
klimmen, en dat 600.000 el voor de eerstvolgende 20 jaren
voldoende is te achten, is een denkbeeld waarvan hij niet wel
kan scheiden. De vorige aannemer toch heeft eene berekening
gemaakt van de kosten, verbonden aan eene uitbreiding der fa
briek, ter voorziening in de behoefte voor de eerstvolgende 20
jaren, en die berekening, «lie was opgemaakt met daarbij gepaard
gaande eigen verantwoordelijkheid, deed een cijfer kennen van
ƒ60.000, welke men aan de fabriek had te koste te leggen
om haar eene capaciteit te geven tot het opleveren van 600.000
kub. el gas. Spr. moet voorts verklaren dat deze cijfers niet
uit de lucht zijn gegrepen maar het montant der berekening door
den toemaligen directeur, onder eigene verantwoordelijkheid, hij
hei haalt het, opgemaakt.
De heer Briiinsma moet, naar hetgeen door den heer Bloem
bergen tot staving der voordragt is aangevoerd 'laarbij nog voe
gen, dat op de meeste plaatsen in ons vaderland de behoefte
aan uitbreiding der gasfabrieken wordt gevoeld en dat aan die
behoefte op uitgebreide schaal te geraoct gekomen wordt. Te
Groningen is men bezig een nieuweu gashouder daar te stel
len en nieuwe bedden aan te leggen. Ook te Deventer en te
Utrecht is behoefte aan uitbreiding, en wordt in de laastgeraelde
gemeente, waar de fabriek voor eigen rekening door dc gemeente
gedreven wordt, een gashouder meer daargesteld. Te Breda,
waar de fabriek tusschen de vestingwerken is gelegen en daar
door mindere vatbaarheid tot uitbreiding bezit, wordt benevens
de twee bestaande gashouders, van teleskoop-gashouders gebruik
gemaakt. Men ziet dus, op vele plaatsen, zoo niet overal, open
baart zich de behoefte aan uitbreiding der bewuste fabrieken
ten gevolge grootere consumtie, welke meerdere behoefte zich
wel zal blijven bestendigen indien de gasbereiding uit steenkolen
door geene andere uitvinding vervangen wordt.
De Voorzitter brengt hierop in rondvraag het le lid der
conclusie van B. en W. luidende: 1. „Goed te keuren het plan
en de bestekken zoo als zij met dc verdeie stukken hierbij zijn
overgelegd", hetwelk met 16 tegen 2 stemmen (die van de heeren
Gorter en Wiersma) aangenomen wordt, zijnde de heer Suringar
hij deze stemming afwezig. Voorts zijn buiten omvraag eenstem
mig aangenomen de overige leden der conclusie, luidende: 2.
11. cn W. te magtigen den fabrieksraeter, den regulateur, de retor
ten, dc exhausters en de vuurvaste stecnen, regtstreeks uit gun
stig bekende fabrieken te ontbieden cn dus op de aanschaffing daarvan
het middel van publieke aanbesteding niet toe te passen. 3. Hun
Collegie op te dragen, zoo spoedig mogelijk o»er te gaan tot
de openbare aanbesteding der verdere werken en lcvcrantien.
4. Hun Collegie diligent te verklaren ten aanzien van de aan
bieding der bij Raadsbesluit van den 26 April 1866, no. 8 bedoel
de finantiecle voorstellen, Zullende wijders aan het boveu om
schreven besluit, vóór de resumtie van de notulen uitvoering
gegeven worden.
5. Aan de orde is dc behandeling van1. de resolutie van
heeren tied. Staten van Eiicsland, dd. 20 Junij 1867, no. 51,
waarbij, naar aanleiding van een schrijven van een schrijven van
den heer Inspecteur van het lager onderwijs in Friesland, dd. 8
Junij bevorens no. 268, houdende bedenkingen op het Raadsbe
sluit van den 9 Mei 1867, no. l0/75, tot vereeniging der fran-
sche dag- en kostschool voor jonge heeren en de burgerschool
voor jongens, den Raad wordt aanbevolen die bedenkingen
in nadere overweging te willen nemen en ter zijner tijd des Raad