mm
KM
204
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 28 November 1867.
sommige ouders de kinderen niet, anderen ze wel naar de avond
school zenden, waardoor de laatsten bij liet jaarlijksch examen
veel boven de eersten zullen vooruit hebben. Heeft Spr. voorts
den heer Verwijs goed begrepen, dan ligt aan diens amendement
ten grondslag een beginsel van hygiènischen aard, hetgeen bij
allezins goedkeurt. Het bezoeken der avondschool door kinde
ren Nan 6'S jaren kan ligtclijk nadcelig op hunne gezondheid
terugwerken. De gemeenteraad gaat Z'jus inziens niet te ver
daartegen te waken, zelfs tegen den wil misschien van sommige
ouders, en dezen wordt daardoor geen last opgelegd gelijk de
heer de Haan heeft willen beweren. Met hetzelfde regt zouden
dan de ouders ten laatste ook kunnen opkomen tegen de toe
lating hunner kinderen, indien deze de vaccine niet hadden
ondergaan.
De heer Verwijs zegt dat de bepaling door hem voorgesteld
natuurlijk imperatief en niet facultatief moet worden gesteld
want liet men het vrij, de een zou er gebruik van maken, de
andere niet. Sommige kinderen zouden vooruitkomen en de ou
ders van andere, minder physiek ontwikkelde kinderen, zouden
gedwongen worden deze naar school te zenden om aan hunne
ambitie, die hun geestvermogen zou schaden, te gemoet. te komen,
daarom dient die bepaling imperatief cn niet facultatief te zijn.
Er zullen er gevonden worden die het lastig vinden de kinderen
den halven dag te huis te hebben, maar Spr zal er tegen ijve
ren dat men de openbare school verlagc tot een pakhuis cn be
waarschool van kinderen, ter wille van de ouders die hen gedu
rende hun vrijen tijd wel bezig kunnen houden. Hij wil de ge
zondheid der kinderen niet prijs geven aan de zucht van som
mige ouders die hunne kinderen van dc vloer willen missen, zoo
als men dit noemt. Hij wil het beginsel dat ze bij 't leeren te
vens tijd hebben om tc spelen, blijven huldigen, want hij heeft
de overtuiging dat ze daarbij zedelijk en ligchamclijk zullen winnen.
De heer de Haan wenscht op te komen tegen de beschouwing
vau den heer Verwijs als zoude de openbare school tot een pak
huis of bewaarplaats van kinderen verlaagd worden,'indien de ou
ders goed oordeelen de kinderen 's avonds 2 uur naar school te
zenden. Spr. meende dat onze scholen tiksche geschikte loka
len waren waar de kinderen onder behoorlijk toezigt verkeerden,
en dikwijls voor dc kinderen beter dan in dampige huiskamers
onder toezigt van bedienden. Maken dc ouders geen bezwaar,
dan behoeft de wetgever niet te verbieden. Wat de opmerking
van den heer Du pare aangaat gelooft Spr. met allen eerbied voor
dc hygiene, dat in de toepassing dikwijls overdrijving hcerscht
en aan een soort van teergevoeligheid wordt toegegeven, waarin
de toenmalige gemeentewetgever die dit ook al na rijp beraad
zal hebben bepaald, geen bezwaar zag. Sedert jaren gaan de
kinderen tweemaal 's daags drie uren ter school, men vir.dt die
schooluren nu te lang, men komt cr aan te gemoet door de 6
uren in drie schooltijden te verdeden. Maar nu strijdt dit ook
al met de gezondheidsleer. Nu mogen de kinderen slechts
4 uur ter school gaan, dit moet de gemeentewetgever gebieden,
hoezeer de ouders geen bezwaar maken om dc kinderen 6 uren
naar dc bewaarschool le zenden. Dit beschouwt hij als over
drijving en die tot nu toe door de. ervaring niet wordt geregt-
vajtrdigd dit kan geen bezwaar zijn te minder wanneer men be
denkt dat dit derde schoolgaan slechts viermalen 's weeks voor
valt, want zondags, woensdags en zaturdags geschiedt dit niet.
De heer Verwjjs zegt nog, door den heer de Haan is ecne
vergelijking gemaakt met liet zend-n van kinderen naar de be
waarschool, dit maakt een groot onderscheid met het onderwijs
op eene gewone school. In dc eerste spelen dc kinderen en het
daar gegeven onderwijs is voor hen geenc inspanningop tie
laatstgenoemde zijn de jeugdige kleinen, zij het dan ook maar
gedurende vier dagen, gedurende 0 uren van den dag aan de
schoolbanken gekluisterd. En bovendien, wil men de kinderen
van de hand sturen, en er zijn huishoudingen waar dit noodig
is, wat verhindert dan nog om ze voor den overigen tijd naar
eene bewaarschool te zenden daar kunnen ze spelen daar zit
ten zc niet pal aan het werk dat hunne inspanning vordert.
l)e Voorzitter wenscht het voorstel van den heer Verwijs in
rondvraag tc brengen hij moet echter opmerken dat het hem
nu wel eenigzins moegelijk zal vallen daarover zijne stem uit tc
brengen, voor en al eer het lot is beslist van het amendement
omtrent de wijziging in dc uren waarop de avondschool zal wor
den gehouden.
Dc lieer Bloembergen, de bedenking des Voorzitters deelende,
geeft in overweging om de beslissing over dit amendement tot
nader aau te houden, omdat hij dit afhankelijk acht van den uit
slag der stemming .omtrent het amendement nopens den tijd
waarin het avondonderwijs zal worden gegeven.
De heer Attema deelt dit gevoelen niethet betreft hier al
leen het beslissen omtrent een beginselde avondschool zal even
goed moeten gehouden worden.
De heer Bmngei* stelt er belang in dat de beslissing aan
gaande dit amendement worde aangehouden, want wordt het amen
dement om de avondschool tc houden van half zes tot half acht
aangenomen, dan zal cr nog meer wanorde in dc huishoudingen
ontstaan. Hij dringt dus op aanhouding tot later aan.
Het voorstel om het amendement van den heer Verwijs later in be
slissing te brengen is daarop in rondvraag gebragt cn aangeno
men met 10 tegen 8 stemmen (die van de heeren Bruinsraa,
Rengers, Westenberg, Duparc, Jongsma, Attema, Verwijs en van
Sloterdijck,) l)e artikelen 13 tot cn met 17 worden daarop bui
ten beraadslaging cn stemming, onveranderd aangenomen.
Slotbepaling. De heer Duparc geeft tc kennen dat met de
invoering dezer verordening, nog een paar bestaande verordenin
gen moeten worden ingetrokken. Daarom wenscht hij daarvan
melding te maken, en de in werking treding dezer verordening
te bepalen wanneer het besluit tot heffing van het schoolgeld in
werking treedt. Hij stelt daarom voor, als laatste art. aan te
brengqn het volgende art. „Deze verordening treedt in werking
Alsdan zijn vervallen de verordeningen lo. voor de burgerschool
voor jongens van 27 Junij 1861 2o. voor de fransche dag- en
kostschool voor jongehecren van 11 July 1861."
De heer Attema is van oordeel dat eene vermelding van zoo
danige intrekking niet tc pus komt omdat eene latere wet ecne
voorafgaande abrogeert.
De Voorzitter geeft in overweging om de behandeling vau
het voorstel des heeren Duparc mede tot later nan te houden cu
het inmiddels ter visie te leggen. Hiertoe wordt besloten.
De heer VerWflS geeft in bedenking om deze zaak zoo spoe
dig mogelijk af te doen en, indien hiertegen geen bezwaar bestaal
daarmede niet tc wachten tot de volgende gewone vergadering,
liet is wenschelijk dat deze school met. lo J-annarij e. k. in wer
king koine en dat die in werking trading niet even illusoir worde
bevonden als het tijdslij) dat daarvoor omtrent dc burger dag
en avondschool werd gesteld.
De Voorzitter stelt zich voor om de zaak zoo mogelijkheden
over 8 dagen in beslissing te brengen.
9. Ter oorzake van het bereids gevorderde uur, wordt op
voorstel van den Voorzitter besloten tot de eerstvolgende verga
dering aan te houden de behandeling van het door B. cn W.
aangeboden ontwerp-bcsluit tot hefting van schoolgeld, voor on
derwijs aan de school voor lager en meer uitgebreid lager onder
wijs voor jongens.
10. Is ter tafel gebragt een voorstel van B. en W. strek
kende tot vaststelling van den door voogden van dc stads ar
men kamer alhier, ingezonden staat tot aanwijzing van het maxi
mum van den onderstand, welke gedurende 1868, overeenkom
stig ait. 25 der armenwet zal worden verstrekt. Ter visie om
in eene volgende vergadering te worden afgedaan.
nm -f m -■
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN, Zitting van Donderdag 28 November cn 5 December 1867.
205
11. Is ter tafel gebragt een voorstel van 13. cn W. ten aan
zien van het onlangs ingekomen adres van Mej. R. Plaat, hoofd
onderwijzeres aan de Fransche dag- en kostschool voor jonge
jufvrouwen alhier, houdende verzoek om vermeerdering van hulp
onderwijzend personeel in hare school, ten koste der gemeente.
Ter visie als voren.
12. Is ter tafel gebragt. een voorstel van B. en W. omtrent
de daarstelling ecner speelplaats bij de 2c bewaarschool op het
Zuid vliet alhier. Ter visie als voren.
13. Als boven, tot wijziging der verordening op het trekveer
tussohen Bolsward en Leeuwarden. Ter visie als voren.
14. Als boven, betrekkelijk een indertijd van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken ingekomen schrijven, waarbij in over
weging wordt gegeven om zoo mogelijk de doorvaartswijdte van
dc Boomsbrug te verwijden. Ter visie als voren.
15. Als boven, met betrekking tot een adres van J. F. Koop-
mans, pachter van een perceel grasgewas, het verzoek bevattende
om, wegens daarvoor opgegeven redenen, gedeeltelijke kwijtschel
ding van pacht te mogen erlangen. Ter visie als voren.
16. Als boven, dat de Raad verklare dat er noodzakelijkheid
bestaat tot de benoeming van een oppertoeziener op de tijdrege-
ling. Ter visie als voren.
17. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van de Com
missie van dagelijksch bestuur der vereeniging „voor het volk
te dezer stede gevestigd, het verzoek bevattende om van de ge
meente in gebruik tc mogen erlangen de bovenlokalen van de
hulpbeurs, ten behoeve van het volkszang-ondeiwijs.
De Voorzitter stelt voor dit adres ten fine van berigt en
raad te slellen in handen van 13. en W.
Dc heer Duparc heeft wel dc overtuiging dat B. en W. spoe
dig over dit adres den Raad zullen gelieven te adviseren, maar
het geldt hier eene zaak waarbij eenige haast is en waarin de
Commissie veel belang stelt. Hij zou de opdragt derhalve in
dien zin wenschcn tc hebben gedaan dat B. en W. in dc eerst
volgende gewone vergadering zullen rapporteren. Hij gelooft
niet dat dit bij hun Collegic ccnig bezwaar zal ontmoeten, dewijl
ook reeds door een vroeger verzoek de zaak eeuigermate is
geïnstrueerd.
De Voorzitter geeft hierop te kennen dat hij de verwachting
koestert dat 13. en W. aan dit verzoek wel zullen willen ge
volg geven.
18. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van Dr. C. P.
Burger, directeur aan dc rijks hoogere burgerschool alhier, daarbij
verzoekende van de gemeente in eigendom te mogen erlangen
eene strook gemeentegrond om daarop ecne woning te stichten.
Is besloten, dit adres ten fine van berigt en raad te stellen in
handen van B. en W.
19. l)c Voorzitter deelt der vergadering namens 13. en W.
mede: dat in de volgende vergadering voorstellen kunnen wor
den te gemoet gezien omtrent de opening der school voor lager
en meer uitgebreid lager onderwijs. Voorts stelt hij namens het
Collegic voor, dat dc Raad het dcligcnt verklare lo. opzigtens
de indiening der van 13. en YV. bij raadsbesluit van 4 Julij 1867,
gevraagde voorstellen betrekkelijk de burger dag- en avondschool,
aangezien de in werking stelling dier school op lo. Dec., tot de
onmogelijkheden behoort; dat evenwel de moeijelijkhcden welke
hebben belet aan de zaak de voorgenomen uitvoering te geven,
binnen kort uit den weg zullen zijn geruimd, zoodat die voor
atellen eerlang tc gemoet mogen worden gezien; 2o. ten aanzien
van het nader aan te wijzen tijdstip waarop de burger dag- en
avondschool in werking zal worden gesteld.
Nadat de heer VerWfl8 op bespoediging van die in werking
stelling had aangedrongen, is overeenkomstig het voorgestelde
besloten: a. 13. en YV. voor diligent te verklaren opzigtens <!e
indiening der bij besluit van 1 Julij 1867 bedoelde voorstellen
en b. terugkomende op het besluit waarbij de in werking stelling
vau dc burger dag- en avondschool op lo. Dcc. 1867 is vast
gesteld, hun Collegic wijders voor diligent te verklaren, wat be
treft de aanwijzing der tijdstippen waarop de beide hier bedoelde
scholen zullen in werking gesteld worden.
20. Is gelezen en voor notificatie aangenomen ecne resolutie
van heeren Gcd. Staten van den 22 Nov. 1867 no. 10, hou
dende uitnoodiging om de inzending der gcmccntc-begrooting
voor 1868 zooveel mogelijk te bespoedigen.
21. Bij monde van den lieer Duparc, wordt namens de bij
raadsbesluit van 26 Sept. jl. benoemde raadscommissie, rapport
uitgebragt omtrent liet door haar vcrriglc, ter voldoening van de
daarbij op haar verstrekte opdragt, met betrekking tot het druk
ken cn leveren van het verslag van 's Raads handelingen. Ter
visie, om in eene volgende vergadering in behandeling te nemen.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone ver
gadering vau den Gemeenteraad van Leeuwarden,
gehouden op Donderdag den 5 December 1867.
Aanvankelijk 16, later 18 leden tegenwoordig. Afwezig de
heeren mr. C. YViersma, Z. S. de Zaan en rar. E. Jongsma.
Voorzitter dc heer 1). Zeper, die dc Y'ergadcring op het daar
voor bepaalde tijdstip opent.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde
wegens de op 28 Nov. jl. gehoudene vergadering.
2. Aan deerde is de voortzetting der behandeling van het rapport
der Raadscommissie voor de zaken betreffende het middelbaar onder
wijs in de gemeente, opzigtens de door haar ontworpen verorde
ning voor de school van lager cn meer uitgebreid lager onderwijs
voor jongens.
Daartoe overgaande, brengt de Voorzitter, overeenkomstig het
bepaalde bij art. 50 der Gemeentewet, in herhaalde stemming,
het amendement van de heer de Haan, om in het 2e lid van
art. 8 in stede van acht dagen te stellen „vier" dagen, over
welk voorstel de stemmen in de laatst voorafgaande vergadering
hebben gestaakt. De uitslag dezer tweede stemming is, dat ge
meld amendement daarbij is verworpen met 14 tegen 4 stemmen
(die van dc heeren Bruinsma, Brunger, Plantenga en Duparc.)
Art. 8 wordt daarop buiten omvraag eenstemmig aangenomen.
Art. 10. Op voorstel van den Voorzitter is eenstemmig
besloten de afdoening daarvan tot later aan te houden.
De Voorzitter stelt alsnu voor over te gaan tot de herhaalde
stemming over het amendement van den heer YY'estenberg om de
schooltijd van 12 tot 2 uur, voorkomende in art, 12, to stel
len op „13 uur."
Dc lieer Westenberg' geeft tc kennen dat zich eeji nieuw ar
gument voor dit zijn voorstel heeft voorgedaan, daarin bestaande
dat een tüaschentijd van twee uren zeer aanprijzing verdient, met
het oog op de lessen aan de op tc rigton gymmistieschool, om
dat het daardoor mogelijk wordt dat <le kinderen van die lessen
in dien tusschentijd gebruik kunnen maken.
l)e heer Snringar geeft tot motivering van zijne uit to bren
gen stem te kennen, dat hij zich nn vóór dat voorstel zal ver
klaren omdat (laardoor dc g;élcgenh<i l geopend wordt dat de
leerlingen ook van andere lessen en speciaal die in de gymnastic,
deel kunnen nemen, vooral ook omdat hfcl oudcvwys in de gym-
nastie vóór den eten de voorkeur verdient boven dat Onderwys
na den eten.
De heer Plantenga acht dc door den heer YYestcnberg bijge-
bragte reden niet van dat overwegend gewigt dat het hem van zijne
opinie zou terug brengen. Integendeel acht Spr. het bedoelde
onderwijs even geschikt en minder ingrijpend in de huishoude
lijke regeling, wanneer het na geëjn ligden schooltijd, dus nó 2
uur plaats vindt.
Dp heer Bloembergen zegt dat ingeval de Voorzitter va&