131 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting tan Donderdag den 23 Julij 1368. onderzoek, maar zou dan ook willen dat de bepaalde plaats van stichting werd aangeduid. De manége is naar Spr. oordeel bij zonder geschikt voor eene gemeentelijke inrigtir.g voor gymnastiek, door de nabijheid van vele andere scholen. Buitendien belendt zij aan een huis der gemeente dat geschiktheid aanbiedt om als onderwijzers-woning te worden benuttigd. Spr. heeft gehoord van eene eventueele plaatsing der school op het nieuwe terrein bij de rijks burgerschooleene plaatsing die voor laatstgenoemde inrig- tingjzeker zeer gewcnscht zou zijn, ofechterde leerlingen der gemeente scholen, vooral die voor meisjes, daarbij gebaat zouden worden, wenscht hij aan de ernstige overweging van den Raad aan te bevelen. De heer Bloembergen wenscht kortelijk den loop der zaak in het geheugen der leden terug te roepen, speciaal om te doen uitkomen dat het collegie van B. en W. geen reden had om ecnig advies omtrent het adres van de firma A. Menalda en Zonen uit te brenger.. l)it adres in de vorige vergadering ingekomenwerd eenvou dig tot deze vergadering aangehouden om daaromtrent eenige beschikking te nemen. Plet was naar Sprs. oordeel een geluk kig denkbeeld van den Voorzitter, om in de eerste plaats het voorstel van B. en W. in behandeling te nemen en dit doende tevens te letten op het adres van de firma Menalda, want daar door bleef het oordeel des Raads over dit laatste geheel onverkort. Vat hem persoonlijk betrefthij heeft zich afgevraagd of het bedoeld aanbod genoegzame aanleiding zou geven om op zoovele besluiten, in zake het onderwijs in de gymnastiek genomen, terug le komen. In der tijd toch is het den Raad na gezette over weging voorgekomen dat er geen geschikter lokaliteit was aan te wijzen dan de oude manege. Nu zijn de kosten wel veel hooger dan vroeger daarvoor waren geraamd doch men bevindt zich nu te dien aanzien op een geheel ander standpunt; men heeft sedert besloten uitbreiding aan dut onderwijs te geven den stal als exercitieplaats te benuttigen een tweeden docent te benoemen enz. Nu is alles gereed voor de plaats die men steeds daartoe zoo uitmuntend geschikt achtte. Moet men zich nu van die zaak afmaken en ze verdagen tot wie weet welk een langen tijd P Men is geheel aan de uitvoering toenu komt er iemand Ier elfder ure die zegt ik wil die panden voor ƒ8000 koopen, moet men nu daaraan toegeven en de uitvoering vertragen Spr. meent dat er voor de inrigting eener school voor gymnastiek geen betere gelegenheid aanwezig is dan die door de oude manége wordt aangeboden, maar bovendien al kon men besluiten de gymnastiek- school niet in dat lokaal te vestigen, dan nog zou Spr. er niet toe willen overgaan om voor de gemeente van die panden afstand te doen omdat zij een tot vele einden geschikt eigendom voor de gemeente blijft. Spr. zou tot het gevoelen van die leden willen overhellen die nog een nader onderzoek willen indien hij de overtuiging had dat ergens anders eene even gunstige plek ware te vinden. Hij gelooft (Jan ook dat deze zaak werkelijk rijp is voor het nemen eener eindbeslissing. De heer Gorter brengt in 't midden dat bij T ontvangen der begrooting van kosten voor de gymnastiek bij de commissie van openbare werken, deze hem zeer is tegengevallen door het hooge cijfer. Er was slechts één punt dat die verhooging wettigde, te weten de zoldering. Ilij is daarom eene inspectie in de oude manége gaan doen, waarvan het resultaat was dat hij het inwendige van dat gebonw in zeer onvoldoenden toestand heeft aangetroffen en dat die bij hem bet vermoeden heeft doen ontstaan dat voortaan belangrijke kosten aan balken en kapwerk zouden moeten be steed worden. Dat bezwaar geeft hein genoegzame aanleiding om zich aan te sluiten bij die leden welke alsnog een onderzoek willen binnen een kort tijdsbestek. De heer Duparc zegt, dat er reeds door den heer Westenberg op is gewezen boe onaangenaam de commissie voor de zaken der gymnastiek werd gestemd toen ze van het aanbod der Gebrs. Menalda werd gesaississeerd. De vraag rijst nu evenwel bij Spr., kan men voor/12000 eene voldoende nieuwe inrigting krijgen, zoo ja, dan wenscht hij liever eene geheel nieuwe inrigting te zien verrijzen dan een oud gebonw restaurerendat op gelijken prijs zal komen te staan. Men kan evenwel over niets besluiten alvorens men niet hebbe eene specifieke- en geen globale begroo ting. Spr. stelt daarom voor dat de vergadering besluite: „Den gemeente-architect uit te noodigen en aan te schrijven den Raad binnen 14 dagen te dienen van consideratien en advies omtrent het aanbod van de heeren Gebrs. Menalda, vergezeld: 1". van eene aanwijzing van een of meer plaatsen waar een geheel nieuw geschikt gebouw voor het gymnastisch onderwijs zou kunnen worden gesticht2°. van eene specifieke begrooting van kosten van zoodanig nieuw gebouw." Heeft men dat advies dan kan men met kenni9 van zaken oordeclen, want, wanneer die specifi catie eens een eindcijfer mogt aantoonen, hooger dan vele leden in de gedachte ligt, dan zal dit wel van zelf het verlangen van hen die een nieuw gebouw willen wijzigen. De heer Bloem bergen heeft er voorts van gesproken dat het behoud van de panden, waarvan het hier de rede is, voor de gemeente van belang zijn, doch Spr. denkt er anders over; de gcraceute beeft reeds gebouwen genoeg in bezit, komt er te ccniger tijd een even aan nemelijk aanbod om sommige dier gebouwen over te nemen, dan zal hij zelfs geneigd worden bevonden ook die te verkoopen. Hij bespreekt voorts het gebruik maken van de gyranastiek-inrig- ting door leerlingen van de school van mcj. Plaat, in verband met die van andere scholen. De beer Brunger vraagt het woord. De Voorzitter wil eerst het voorstel van den heer Duparc behandelen en vraagt daartoe of dit ondersteund wordt. Dit geschiedt zijnde, brengt hij het in behandeling. De heer Brunger kan zich met dit voorstel niet vcreenigen, op grond van de belangrijke vertraging in de zaak die het ten gevolge zal hebben. Met 14 dagen wordt voorgesteld moet de architect gereed zijn, maar de invoering der gymnastiek is intus- schen zeer urgent. Zijns oordeels dient men over bet voorstel van B. en W. te beslissen en inmiddels het adres van de heeren Me nalda aanhouden, omdat daarin de faculteit wordt gelaten dat de gemeente de panden niet dadelijk behoeft op te leveren bij aldien hun aanbod tot verkoop wordt aangenomen. Men kan dus het gebouw tijdelijk als gyranastiekschool beproeven. De som van 3900 is in dat geval dan wel hoog, doch daarop valt zeer zeker te bezuinigenhij stelt alzoo voor het voorstel van B. en W. te behandelen on dien overeenkomstig te besluiten. De Voorzitter observeert dat het juist dit voorstel is (lat be handeld wordt. De heer Plantenga zal voor het voorstel van den heer Duparc stemmen omdat dit aan zijn verlangen te gemoet komt, doch geeft in overweging om in dat voorstel in te lasschcn de woor den: „of de kosten van een ander gebouw der gemeente." Welligt is er nog zulk een gebouw aanwezig en in dat geval zouden de kosten aanzienlijk minder kunnen zijn. De heer de Haart zegt dat hij hoezeer gewoonlijk voor eene instructie der zaak waarover men heeft te beslissen, in dezen evenwel tegen het voorstel van den heer Duparc zal zijn. Het is noodig dat men, nu het oponthoud dat de gymnastickscbool hier ondervond, eens tot uitvoering overga en de school sticht ter plaatse waar ze door de commissie van de gymnastiek, zoo uitermate geschikt werd bevonden, wegens ruimte, ligging en velerlei an-» dere omstandigheden, Dc heer Tigler Wijbrandi geeft te kennen dat ter vergade ring van de commissie voor openbare wecken aan den avchitc(t GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 23 Julij 1868. 135 is afgevraagd hoe hoog de kosten oener nieuwe school zouden loopen, en dat die ambtenaar daarop heeft medegedeeld dat hij het voor 't oogenblik niet juist kon ramen, maar dat eene der gelijke inrigting in eene andere gemeente voor ongeveer/12,000 wa-< aanbesteed geworden. Wat Spr. betreft hij kun zich niet vcreenigen met de uitvoering verder uit te stellen in elk geval heeft hij aan «le globale bogrooting van den architect genoeg. De heer Bloembergen verklaart zich insgelijks legen uitstel, 't komt hem voor dat men geene nadere renseignementen behoeft. Bij de vaakgenoemde som van 12,000 die wel vrij globaal is te achten, zijn niet in berekening gesteld de kosten van den grond, die men ook bij eventueele plaatsing in 't Zaailand toch wel in berekening dient te brengen, daar men die anders heel goed zal kunnen verkoopen. De oppervlakte groiuls voor eene inrigting als de ouderwcrpclijke benoodigd, beslaat 485 el en die gerekend naar 5 per el, zou een cijfer geven van p. m. f 2500 waarmede de kosten zouden moeten worden verhoogd. Daar waar men op zoodanige cijfers heeft te rekenen bestaan zijns inziens geene genoegzame redenen om af te zien van een plan dat men steeds zoo uitmuntend geschikt aehtte. Men verlieze evenmin uit het oog dat men op het punt staat om met Binnen- landsehe Zaken ter zake het gymnastisch onderrigt ten behoeve van de leerlingen van de rijks hoogcre burgerschool, een con tract te sluiteu 't welk voor dc gemeente niet onaannemelijk is. Door een nader onderzoek zou men de zaak weder geheel op losse schroeven zeiten. Er is gesproken over bouwvalligheid van de oude manége maar Spr. kar. zich dat niet regt voorstellen, de architect toch zou bij het bestaan dier bouwvalligheid nimmer tot zijne voorstellen zijn gekomen. Maar gesteld eens dat dit werkelijk het geval ware, dan nog al moest dit 1000 aan meerdere kosten naar zich slepen, zon hij de voorkeur aan de manége geven. Een en ander komt hem belangrijk genoeg voor om niet te treden in con voor stel dat noodwendig tot vertraging moet leiden. De beer Wiersma die inmiddels onder de behandeling dezer zaak ter vergadering is gekomen, geeft te kennen aanvankelijk het voornemen niet te hebben gehad zich in deze discussie te mengen, maar nu zijn geacht medelid Wijbrandi gewaagd heeft van een discours met den architect over de kosten van eene nieuwe inrigting, komt hij op dat voornemen terug en verklaart liet voor gestelde door den heer Duparc te zullen ondersteunen. Nu eens van een gehouden gesprek met den Architect is ge rept, gevoelt hij zich geroepen te zeggen dat toen aan den Architect in overweging werd gegeven om eene begrooting van kosten wegens een nieuw gebouw te maken. Doch die begroo ting is door dien ambtenaar niet gegeven, mogelijk dat de vele werkzaamheden hem belet hebben om aan dat verlangen van leden der commissie voor openbare werken te voldoen, 't is hem dan trouwens ook riiet officieel opgedragen. In elk geval is het Spr- toen en nu voorgekomeu dat een nieuw gebouw de voorkeur verdient, maar om te kunnen beslissen dient hij de cijfers te kennen, Ilij zal dus zeer het voorstel van den heer Duparc ondersteunen. De heer Attema zegt, dat toen hij straks het woord roerde, hij getracht heeft te doen uitkomen dat werkelijk op dezen oogen blik dc Raad niet in staat is om met kennis van zaken te oordeelen. In dat gevoelen ontmoeten dc heer Wiersma eu Spr elkander. Er bestaat hier toch in elk geval twijfel omtrent cijfers Het instellen van een nader, door vele leden gewild onderzoek zal de invoering der zaak vertragen ja, maar die zaak is reeds zoo lang vertraagd geworden door omstandigheden niet van den Raad afhankelijk. Nu er een aanbod tot verkoop dat gunstig js binnenkomt, wil hij een nader onderzoek. Pc heer Duparc wenscht nog het een en ander aan te voeren tot weerlegging van sommigcr bezwaren. In de eerste plaats antwoordt hij den heer Brunger, dat juist, door aan te nemeiu het aanbod van de hoeren Menalda, de zaak spoediger uitvoering zal kunnen erlangen, want wordt dit aangenomen, dan zal de inrigting misschien reeds op 1 Sept., ofschoon dan ook tijdelijk, in 't gebouw der oude manege kunnen worden geopend. Bij aanneming van het voorstel van B. en W. zal dit waarschijnlijk niet vóór 1 Oct. kunnen worden verwacht. De heer Plantenga gaf in overweging om ook in 't voorstel gewagen van eenig ander gebouw der gemeente, maar dit komt naar Spr. meent minder te pas, omdat de kwestie thans niet meer is een gebouw te zoeken want daarover is reeds roeger beslist maar eenvoudig deze kan men ook voordee- liger doen met de stichting van een nieuw gebouw dan de ver timmering van een oud. Dc heer Wijbrandi zegt wel genoeg te hebben aan de globale bcgrooting van deu Architectzij is Spr. echter niet genoeg. De onderwerpelijke zaak zelve bewijst wat globale berekeningen zijn, daar eene vroegere oppervlakkige opgaaf de kosten der ver- timmering slechts op ƒ1400 stelde en (le specifieke begrooting een cijfer van /3900 aanwijst. De heer de Haan zegt dat van verschillende zijden het finan cieel belang der gemeente in dezen op den voorgrond wordt gesteld, doch dit gaat na reeds, volgens het gezegde van deu heer Duparc, in vermeerderenden zin, daar die geachte Spr. zelfs vóór een uitgaaf van meer dan /12,000 zoude zijn, indien een nieuw gebouw et: een nieuwe plaats hem beter voorkwam. Vol gens Spr. echter is het niet alleen de financieele kwestie. Na aren lang oponthoud, is men thans tot de uitvoering gereed, jn nu daargelaten nog de som door de heeren Menalda ge boden, al dadelijk op een ten laatsten ure gedaan verzoek van particulieren in hun belang, eene langdurige vertraging van eene urgente gemeentezaak te veroorzaken, acht hij zeer verkeerd. De heer Bloembergen zegt naar aanleiding van 't gesprokene door den heer Duparc en ten einde den Architect te regtvaar- digen omtrent de door hem verstrekte cijfers, dat toen iets anders van hem werd gcviaagd, dat er toen geen sprake was eener dubbele inrigting, noch van het in gebruik stellen van den stal. De heer Dupai'C beantwoordt (1e beide voorgaande Sprs., door te zeggen dat de commissie heeft gevraagd eene opgaaf, die door den Architect werd gegeven en een cijfer aantoonde van/1400; dat geene tweesoortige opdragt tot dien ambtenaar is uitgegaan maar dat deze bij een nader naauwkeurig onderzoek heeft bevonden, dat er meer aan het gebouw zou moeten worden gedaan, dan men aanvankelijk meende. De heer Bruinsma constateert dat wel degelijk de meerdere kosten het gevolg zijn van de nadere opgaven van den docent en dat die schijnbare tegenstrijdigheid in de opgegeven bedragen in geenen deele is te wijten aan den Architect. De Voorzitter zal zich tegen het voorstel van den heer Duparc verklaren. Hij heeft hooren spreken over het financieel belang der gemeentewanneer dat is beoordeeld én door dc bouw commissie én den Architect, zoomede wanneer hij zijne eigene ervaring raadpleegt, dun moet hij er toe komen dat dergelijke inrigting minstens op/12,000 zal te staan komen, nog daar gelaten de kosten van 't terrein, en in 't midden gelaten of bet beter zal zijn dan de door B. en W. voorgestelde inrigting. Bovendien zullen belangrijke kosten met de tijdelijke in gebruik- stelling van de manége te loor gaan. Hij zal dus tegen't voor stel zijn, tenzij daarbij worde aangewezen de juiste plaats waarop dc nieuwe inrigting zou moeten verrijzen. De beer Attema meent dat het voorstel gewaagt van aan wijzing van plaats of plaatsen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1868 | | pagina 16