1S2 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van Zatnrdng den 14 en Donderdag den 26 November 1868.
mecnte beter ware bevorderd. Wat de uitgifte van bouwterreinen
betreft, Spr. is te dien opzigte niet zoo bijzonder optimistisch,
doch hij verwacht daarvan toch wel zulke gunstige resultaten,
dat men in 1869 alsnog, tengevolge dier uitgifte, eene som voor
aflossing beschikbaar kan stellen. En wanneer men nu reeds op
de door den heer Westenberg beoogde wijze, behalve de verpligte
aflossing van ƒ6000',00, die bereids is aangewezen, nog 3000.00
tot dat einde kan bestemmen, dan dient men dat bedrag niet
onnoodig te vermeerderen, wanneer de gelden door belastingen
moeten worden verkregen. Spr. vreest niet de verhooging van
den omslag, als dit noodig is, doch dc noodzakelijkheid daarvan
ziet hij thans niet in.
l)c heer Bloembergen wenscht nog even op de zaak terug te
komen. Dc laatste Spr. kan het denkbeeld niet huldigen, dat
onvcrpligte aflossing zal plaats hebben uit gewone inkomsten.
Spr. moet nogmaals opmerken, dat de bewoordingen van het
leening-plan leiden tot eene geregelde aflossing, hetgeen de Raad
zelf heeft erkend, toen door B. en W. was voorgesteld van eene
dier leeningen, aangegaan o. a. onder bepaling dat de llaad de
aflossing zal regelen, eene som van 1000.00 af tc losseu en die
aflossing door den llaad werd bepaald op f 4000.00.
Voorts moet Spr. opkomen tegen het beweren dat B. on W.
bij het aangeboden ontwerp-plan der laatst vastgestelde gcldlce-
ning dc aflossing zonden hebben gewild over 70 jaren. Werd
bij dat plan voorgesteld om jaarlijks minstens ƒ1000.00 af te
lossen, zulks geschiedde met bet oog op andere lecningon, die
vroeger waren aangegaan en waarvan mede aflossing moet plaats
vinden. Bovendien het fixéren van een minimum sluit niet in
zich dat men niet meer zal aflossen. B. en W. hebben steeds
het denkbeeld voorgestaan om de aflossing uiterlijk binnen 50
jaren te doen.
Dc heer Oostsrlioff zegtbij de memorie van beantwoording
stellen B. en W. voor om het daarbij bedoelde te-kort
onder anderen te vinden door verhooging van den hoofdelijken
omslag met ƒ1400,00.
Ik heb ook door een geachtcn Spreker zoo straks hooren
zeggen, dat, mag men ook uitvlugtcn zoeken, die verhooging
nu niet kan worden vermeden. Ik acht dit echter in de ge-
gevene omstandigheden niet noodig noch wenschelijk.
In plaats daarvan wenscht ik het cijfer, voor de leening uit
getrokken ten bedrage van 56000.00, niet met ƒ8000.00 maar
met 6000.00 te verminderon, waardoor ik het middel heb,
om in het nog bestaande te-kort te voorzien. Dit vindt ik meer
rationeel. Immers, de uitgetrokken som voor buitengewone wer
ken, waarin door eene leening zal behooren te worden voorzien,
bedraagt 53400.00 en wanneer men de op dc ontwerp-be-
grooting voorgestelde leening ad 56000.00 vermindert tot
ƒ50000.00, dan moet nog voor buitengewone werken uit de ge
wone middelen gevonden worden ƒ3400.00, en dit cijfer acht
ik meer dan voldoende.
ik heb hier vroeger wel hooren zeggen, dat men jaarlijks
bij dc vaststelling van de bcgrooting geen bezwaar behoeft tc
maken, om voor buitengewone werken /"ÏOOOO.OO uit de gewone
middelen te nemen, doch ik zie dit nergens voorgeschreven in
tegendeel leeren mij de bekende staathuishoudkundigen, dat buiten
gewone uitgaven, door buitengewone middelen moeten worden
bestreden.
liet is op dezen grond dat ik mij tegen dc verhooging
van den hoofdelijken omslag zal verklaren.
De Voorzitter de discussion sluitende, brengt in rondvraag
het voorstel van B. en W. om art. 3b te bepalen op 4000.00,
't welk wordt aangenomen met 11 tegen 5 stemmen, die van de
heeren van Slotcrdijck, Duparc, Westenberg, Buma cn Oosterhoff.
Hierna wordt in behandeling genomen het voorstel van B. cn
W. om op hoofdstuk XI art. 1, onvoorziene uitgaven, aan te
brengen ƒ7600.00.
De heer van Sloterdijok zou in 't gegeven geval dit bedrag
weuschen tc verminderen, anders zal meu den hoofdelijken om
slag moeten verhoogen, waar Spr. tegen is, omdat deze beide
artikelen nu geheel zamen hangen.
De heer Bloembergen zegt dat de door B. en W. voorge
stelde vermindering van den post voor onvoorziene uitgaven,
hierop is gegrond dat de hoofdelijke omslag met ƒ1400.00
worde verhoogd. Wil men dit niet, dan moet het primitief
voor onvoorziene uitgaven gesteld bedrag van ƒ9000.00 met circa
ƒ2800.00 worden verminderd en dit kotnt Spr. bedenkelijk voor.
Het voorstel van B. en W. wordt daarop in rondvraag ge-
bragt en aangenomen met 14 tegen 2 stommen, ciie van de
heeren Hommes en Buma.
Voorts wordt eenstemmig besloten wegens de directe belasting
over 1869 te heffen 3,55 ten honderd van het belastbaar in
komen cn in verband daarmede op hoofdstuk II, afd. IV, art. 1,
in ontvang aan te brengen eene som van ƒ117412.00.
Daarna wordt de begrooting der inkomsten en uitgaven van
deze gemeente, voor liet dienstjaar 1869 met eenparige stemmen
vastgesteld in ontvang op ƒ419,349.38.
uitgaaf - 419,230.74.
on alzoo met een waarschijnlijk batig saldo van 118.04.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering
van den Baad der gemeente Leeuwarden,
gehouden op Donderdag den 26 Novem
ber 1868.
Aanvankelijk 14, later 16 leden tegenwoordig. Afwezig de
heeren Bruinsma, Brunger, Attema, dc With en Buma.
Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent en mededeelt dat de heer Buma
schriftelijk en de heeren Brunger, dc -With en Bruinsma mon
deling kennis hebben gegeven, dc eerst on laatstgenoemden we
gens andere bezigheden, de andereu door afwezigheid buiten de
gemeente, verhinderd te zijn deze vergadering te kunuen bijwonen.
1. Is gelezen cn onveranderd vastgesteld, hot genotuleerde
van het in de vergaderingen van 12 en 14 Nov. jl. verhandelde.
2. Dc Voorzitter brengt ter tafel een adres van F. de Vries,
hoofdonderwijzer in de lc Tussehenschool 2e kl, alhier, dd. 16
Nov, jl., houdende verzoek, om de Oude Infirmerie in de Kleine
Kerkstraat tot eene ondcrwijzcrwoning in te rigten en hem die
ter bewoning tc geven, enz.
Gesteld in handen van B. on W. om te dienen van berigt
en raad.
3. Is ter tafel gebragt con adres van A. Ecenstra, gewezen
2e gaarder der Avater-, kaai- en walgelden binnen deze gemeente,
verzoekende, om, zoo er voor hem geen gelegenheid bestaat om
in eene andere betrekking to worden geplaatst, hem, ter voor
ziening in zijne dringende behoeften, op nieuw een wachtgeld
toe te kennen.
In handen van 13. en W. om te dienen van berigt en raad.
4. Is ter tafel gebragt dc begrooting der inkomsten en uit
gaven van de stads armenkamcr, voor het jaar 1S69.
In handen van ccnc commissie bestaande uit de 'necren Reugers,
Plantenga cn Jongsraa, ten flnc van onderzoek en rapport.
5. Is ter tafel gebragt eene missive van voogden van het
nieuw stads weeshuis, houdende verzoek, om wijziging der be
grooting van dat gesticht, voor 1868.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 26 November 1868.
183
In handen van eene commissie, bestaande uit de heeren de
Haan-, Attema en Oosterhoff, die ook ter zake van de begrooting
heeft geadviseerd.
6. Is ter tafel gebragt een extract uit het register der uotulen
van B. en VV. van 13 Nov. jl. no. 1%«, houdende voorstel, het
maximum van den in het jaar 1869 te verstrekken onderstand,
vast te stellen, tot de, in den door heeren voogden der stads armeu-
kamer daarvan ingezonden staat, vermelde bedragen.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
7. Is ter tafel gebragt een extract uit het register der notulen
van B. en W. van 21 Nov. jl. no. Yiqa, daarbij adviserende op
het den 12 Nov. te voren, om berigt en raad aan hen geren-
voijccrd adres van den heer A. A. Hulshof! alhier, houdende
verzoek om antwoord op de vraag of en, zoo ja, op welke voor
waarden aan hem kan worden afgestaan liet plekje grond, dat
verkregen is door demping en gelegen is naast zijne zoogenaamde
dongplck (in de Doolcstraat) en wel van daar af tot aan de
huizinge thans bewoond door den heer Kkkelboora, bij door
trekking dus van de voor- en achtermuren (oo6l en west) van
die dongplck.
Ter visie, als voren.
8. Is ter tafel gebragt een extract uit het register der notulen van
33. -en W. van 18 Nov. jl. no. n/3i, houdende voorstel op het den
22 Oct. te voren, om berigt en raad in hunne handen gestelde
adres van B. K. van der Meer, B. J. Brandenburg en E. 11.
Kuipers, aannemers van het le gedeelte der werken tot vermeer
dering en vergrooting der gebouwen en verdere werken aan de
gemeentelijke gasfabriek alhier, verzoekende dat zij mogen worden
vrijgesteld van de betaling der boete groot 980.00, door hen
beloopen ter oorzake dat die werken 49 dagen later zijn opge
leverd dan bij 't betrekkelijk bestek en de voorwaarden van aan
besteding was bepaald.
Ter visie, als voren.
9. Is ter tafel gebragt een voorstel van Burgemeester en Wet
houders, aangaande het ter vergadering van den 24 September jl.
in hunne handen gestelde adres van vrouwe Qnirina Jacoba van
Andringa de Kempenaer, douairière W. C. G. van Wclderen
baron Rengers, eigenares van de woning in het St. Jobsleen al
hier, gequoteerd letter F no, 246, houdende 't verzoek dat aan
haar op billijke voorwaarden worde afgestaan den door demping
verkregen grond tusschen die woning en dc bij Raadsbesluit van
11 Junij jl. vastgestelde rooilijn, ten zuiden van 't daarin nieuw
aangelegd riool.
Ter visie, als voren.
10. Is ter tafel gebragt een voorstel van Burgemeester en
Wethouders, op de ter vergaderingen van 25 Junij en 23 Julij
jl., om berigt cn raad in hunne handen gestelde adressen van
Hubert Jaus Popkes, pachter der opkomsten van de Potraargcbrug
en Ouwe van der Veen, pachter van dc opkomsten der ijzeren
draaibrug over de llarlingervaart nabij 't voormalig Verlaat alhier,
waarbij zij verzoeken
de eerste, dut hem kwijtschelding der pacht worde verleend
over het tijdperk, gedurende 't welk de vaart langs de Zuider-
gracht naar de Verlaatsbrug gestremd is geweest; en
de tweede, dat hij, in verband met die stremming der scheep
vaart, eene verlaging van de pachtsom moge erlangen.
Ter visie, als voren.
11. Is ter tafel gebragt een marginale dispositie van den
heer Commissaris des Konings in Friesland, van 20 November jl.,
no. 2457, daarbij in handen van den Baad stellende, een aan
Gedeputeerde Staten ingediend adres van C. M. St. Martin te
Botterdam, houdende verzoek te willen bepalen in welke der
gemeenten, Leeuwarden of Dockum, waarin voor den hoofdelijken
omslag, over 1868, is aangeslagen, door hem belasting moet wor
den betaald met het ter zake ingewonnen advies van Bur
gemeester en Wethouders van Dockum.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders, om
daarop namens den Raad de vereischte inlichtingen te geven.
12. Wordt mcdedeeling gedaan van ingekomen berigten, van
de heeren dr. 1'. Koumans van Dam en E. Zeper, dat zij de op
hen uiigebragte benoeming van voogd der studs-armenkamer aan
nemen.
Aangenomen voor notificatie.
13. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en
W., strekkende dat deze vergadering besluite om de door hun
eollegic, ter uitvoering van 's llaads besluit van 26 Maart 1868,
no. 'j/jt niet de commissie van administratie der stads bank van
leening alhier gevoerde correspondentie, te stellen in handen
eener Raadscommissie, ten ciude daaromtrent te dienen van be
rigt en raad.
Ter visie, om in eene volgende vergadering tc worden behandeld.
14. Aan de orde is de behandeling van hel verslag der Raads
commissie, aan welke is opgedragen het onderzoek der begrooting
van de administratiekosten voor de stads bank van leeningover
hel dienstjaar 1869.
De vergadering zich met de conclusie van het verslag veree-
nigende, besluit buiten beraadslaging eenstemmig voornoemde
begrooting goed tc keuren, tot een bedrag van 6590.
15. Is ter tatel gebragt en gelezen een voorstel van B. en
IV. aangaande de vervulling der vacerende betrekking van 2de hulp
onderwijzeres aan de burgerschool voor meisjes.
De Voorzitter het noodig keurende dat tot het houden eener
beslotenc zitting de deuren voor een oogenblik worden gesloten
is daartoe overgegaan en de openbare vergadering tijdelijk ge
schorst.
Na afloop der beslotenc zitting de openbare vergadering we
derom heropend zijnde stelt de Voorzitter voor, het straks gele
zen voorstel van B. cn W. onmiddelijk in behandeling te nemen.
Daartoe besloten zijnde worden do beraadslagingen over dat.
voorstel geopend.
De heer Bloembergen geeft tc kennen zich met het voorstel
niet te kunnen verectiigenhij heeft met naauwgezetheid de
zaak nagegaan en daarbij is hem de wenschelijkheid, om, in
plaats van eene hulponderwijzeres, een hulponderwijzer te benoe
men, niet overtuigend gebleken hij zal derhalve aan het voor
stel zijne goedkeurende stem onthouden.
De Voorzitter brengt hierop het voorstel van B. en W, in
omvraag, hetwelk met 13 tegen 3 stemmen, die van dc heeren
Gorter, Suringar en Bloembergen, wordt aangenomen, weshalve
is besloten
in de vacature, ontstaan door 't aan de 2de hulpondcrwijzcrcs
aan de burgerschool voor meisjes G. Nijhof, op haar verzoek ver
leend eervol ontslag, te voorzien door de benoeming van een'
hulponderwijzer.
3 6. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.,
tol benoeming van eene vaste Raadscommissie om hun collegie in
het beheer van- en toezigt op de gemeentelijke gymnasliekschool bij
ie staan.
Nadat was besloten dit voorstel dadelijk in behandeling te
nemen, worden daarover de discussiën geopend.
De heer Plantenga heeft met eeuige bevreemding gezien, dat B.
cn W. dezen tak van hun beheer aan eene Baads-eomraissie
wcnschen te zien opgedragen. Wat het gymnastisch onderwijs
aangaat, Spr. acht liet van belang dat de bestaande schoolcom-
missicn aau bet toezigt daarover niet vreemd blijven, ook om de