s GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 14 Jaruarij 1869. meente, aanneemt en dat hij den bij de wet gevorderden eed, den 9 te voren in handen van den heer kantonregter alhier heeft afgelegd. Aangenomen voor notificatie. 15. Wordt ter tafel gebragt, bet den 8 dezer door Burge meester en Wethouders opgemaakt proces-verbaal van verifica tie der kas van den heer Jan David Simon, gemeente-ontvanger van Leeuwarden. Ter inzage gedeponeerd voor de leden. 16. De Voorzitter deelt der vergadering mede: lo. dat op de 30 December 1868 heeft plaats gehad, de verpachting van de opkomsten van het bruggeld voor het draaijen van de Verlaats,- de Vrouwenpoorts- en de Noorderbrug, voor den tijd van drie jaren, ingaande den 12 Mei 1369, en dat daar van pachters zijn geworden, te weten van de le brug Durk Terpstra voor ƒ905.00. 2e Jclke van der Meulen voor - 230.00, 3e Ouwe van der Veen voor - 296.50. 2o. dat op den 9den dezer is aanbesteed het onderhoud en de vervloering van de straten in deze gemeente voor den tijd van 5 jaren, welk werk is gegund aan Willem Klaar, tegen 12'/4 cents per Q ei. Aangenomen voor notificatie. 17. is ter tafel gebragt en gelezen, eene missive van de commissie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs te Leeuwarden, dd. 11 dezer no. 57, houdende medcdeeling, dat door haar den 2 Januarij jl. nog negen jonge lieden, na afge legd examen, tot de burger avondschool zijn toegelaten en den Oden daaraanvolgende wederom twee, eveneens na afgelegd exa men, allen echter met het oog op de overgangs-bepaling, ge plaatst in 't gemeenteblad van 1868 no. 15. Aangenomen voor notificatie. 18. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga dering ter tafel gehragte verslag, van de bij Raadsbesluit van 26 Nov. jl. no. 3/4 benoemde Commissie, tot het onderzoeken van de begrooting voor de stads armenkamer, voor het dienst jaar 1869. De vergadering, met de conclusie van het verslag instemmende besluit buiten beraadslaging: lo. Goed te keuren de bovenvermelde bcgrooting in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van J 51,517.87. 2o. Eene subsidie te verleenen van J 36,150 en tot dat einde vast te stellen het volgend besluit: Dc Raad der gemeente Leeuwarden Gezien de begrooting der inkomsten en uitgaven van de stads armenkamer te Leeuwarden, voor de dienst van 1869, benevens de daarbij gevoegde memorie van toelichting en eene memorie van toelichting op de rekening van 1867, zoomede een staat der algemeene armen bij bovenbedoelde administratie wordende onderhouden, bij welke begrooting eene subsidie uit de gemeente kas wordt voorgedragen ter somma van 36,150. Overwegende, dat uit de rekening en verantwoording der inkom sten en uitgaven van de voogden der stads Armenkamer te Leeu warden, over 1867 ingediend en dc begrooting over het jaar 1869, ten duidelijkste blijkt, dat het bestuur van gemelde instel ling, zonder subsidie uit de fondsen van de burgerlijke gemeente, niet aan zijne roeping kan voldoen. Overwegende, dat het aanzienlijk bedrag der aangevraagde sub sidie wordt vereischt tot dekking der voorgedragen uitgaven, die in totaal overeenkomende met het eindcijfer der begrooting over 1868 en in verband met de toenemende bevolking van het arm huis, zoowel als tengevolge van het vermeerderd aantal van dc bedeélden, voor geene beperking vatbaar zijn. Overwegende, dat er geene personen bekend zijn van wie deze administratie bijdragen zal kunnen vragen of van wie dezelve zullen kuimen worden verwacht, anders dan bij de onderwerpe- lijke begrooting voor 1869 is opgegeven. Overwegende, dat op die bcgrooting zoo gewone als buiten gewone inkomsten dezer instelling geacht mogen worden te zijn aangebragt tot hoeding der uitgaven. Overwegende, dat het bestuur dezer insteiling, overeenkomstig haren aard en bestemming aan zijne verpligtingen naar vermo gen voldoet. Overwegende, dat alzoo do vereischten aanwezig zijn om tot eene toekenning van subsidie uit de gemeentekas, aan deze instei ling, te kunnen overgaan. Gelet op artt. 59, 60 en 61 in verband met art. 19 der wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad no. 100); Besluit Toe te staan aan de stads armenkamer te Leeuwarden, voor de dienst van 1869, eene subsidie uit de gemeentekas, ten bedrage van ƒ36,150. En zal van dit besluit binnen acht dagen na dagteekening mededeeling worden gedaan aan heeren Gedeputeerde Staten der provincie Ericsland. Aldus, enz. 3o. Heeren armvoogden uit te noodigen de volgende bij de Commissie gerezene vragen te beantwoorden Waaraan de vermeerderde bevolking van het armhuis is toe te schrijven en of het misschien ook wenschelijk ware te achten, dafc de bedeeling elders voor rekening van deze administratie wierd beperkt, door sommige daarvoor vatbare personen en gezinnen herwaarts te doen overkomen? 19. Wordt in behandeling genomen het rapport van de Com missie, in wier handen bij missive van den Voorzitter van den Raad van 4 Januarij jl. no. ,,3/m is gesteld, een schrijven van heeren voogden van het nieuwe 9tads weeshuis, dd. 31 December 1868 verzoekende magtiging om de begrooting voor 1869 te wijzigen. De Voorzitter zegt, dut de door heeren voogden beoogde verbouwing van het gesticht en verbetering van de inrigting vaD de goedkeuring der voorgestelde wijziging der begrooting afhan kelijk is en stelt daarom voor het rapport dadelijk in behande ling te nemen. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming overgegaan. De conclusie van het rapport hierop in rondvraag gebragt zijnde, wordt dezelve buiten beraadslaging door de vergadering eenstemmig goedgekeurd en derhalve besloten Dc gevraagde verhooging van de bcgrooting, alsdan bedragende in ontvangst 30,763.94 in uitgaaf- 30,748.26 waardoor het batig slot is15.68/2 goed te keuren en heeren voogden van dit besluit kennis te geven. 20. Alsnu wordt in behandeling genomen, het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van den zoogenamden roggedragerskelderen twee stukken hooiland benevens twee perceelen water, gelegen aan den Zwarten weg in de gemeente llardegarijp. De vergadering zich met de conclusie van het voorstel ver- eenigende, besluit buiten beraadslaging zonder hoofdelijke stem ming lo. Burgemeester en Wethouders worden alsnog gemagtigd om den publieken verkoop te bevorderen van de na te meiden aan de gemeente Leeuwarden in eigendom toebehoorende vastig heden, als a de kelder „de roggedragers kelder" genaamd, gelegen op de Wortelhaven aldaar, kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, sectie A no. 549 b. twee stukken hooiland, benevens twee per ceelen water gelegen aan den Zwarten weg, in de schrifturen GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 14 Januarij 1869. 3 I van het kadaster bekend, gemeente Hardegarijp sectie G nura- I mers 93, 620, 94 en 620a. 20. op den sul) lo. hiervoren bedoelden verkoop worden bij I deze toepasselijk verklaard, de bepalingen, gemaakt bij het 3c, I 4e en 5e lid van 't door den Raad in zijne zitting van den 23 I December 1868 onder nummer 18 genomen en bij resolutie van I heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, dd. 31 December I daaraanvolgende nummer 26, goedgekeurd besluit. 21. Is ter tafel gebragt, een voorstel van Burgemeester en I Wethouders, daarbij aanbiedende de tengevolge van 's Raads be- I besluit, van 23 December jongstledeu, tot verkoop van de daar- I bij genoemde aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende vastig- I heden, ontworpenc voorwaarden aan dien verkoop te verbinden. De Voorzitter stelt voor tot bespoediging der zaak, deze voor- I waarden dadelijk in behandeling te nemen; hiertoe wordt besloten. De heer van Sloterdijck vraagt welke notaris met den ver- I koop is belast. De Voorzitter zegt, dat zoo ah uit het voorstel blijkt, aan I dc gczamentlijke in deze gemeente residerende notarissen den vcr- I koop is opgedragen en dat door deze de leiding van den ver- I koop is toevertrouwd aan de heeren mr. C. Wiersma en A. T. I Haagsma. De voorwaarden worden hierop artikelsgewijze behandeld en I zonder cenige verandering vastgesteld, zoodat is besloten dat de I onderwerpelijke verkoop zal geschieden op navolgende voorwaarden. lo. Als verhooggeld wordt uitgeloofd om ingeval het geveilde wordt toegewezen, tien dagen na de finale toewijzing ten kantore I van den notaris beschikbaar te zijn, 20 procent van elke ver- I hooging, waarvan de soliditeit geblijkt. 2o. De verkoopers behoudeu de bevoegdheid om de finale toewijzing te bepalen en uit te stellen naar welgevallen en de I perceelen naar goedvinden zamen te voegen blijvende ieder bie der tot aan de sluiting van het proces verbaal van finale toewij- ging voor zijn eens gedaan bod aansprakelijk en verbonden. 3o. De koopers zullen hun gekochte moeten ontvaDgen, zoo goed en kwaad, zoo groot en klein als dezelve mogen wezen en 1 in zoodanigen staat en toestand els waarin de vastigheden zich I thans bevinden, met alle daaraan verbonden lusten en lasten, I actiën, heerschende en lijdende erfdienstbaarheden, raassaliteiten, I bezwaren van onderhoud, regtcn en verpligtingen en wat van ■J dien aard meer moge zijn, alles f.ls van ouds, zonder dal de koo- I pers eenig verhaal tegen de verkoopers zullen kunnen uitoefenen, hetzij wegens onvolledige of verkeerde omschrijving, het verzwij- Igen van zigtbare of onzigtbare en verborgen gebreken, hetzij wegens misstellingen in de kadastrale verdeeling of de opgave van de inhoudsgrootte der perceelen, ah belovende dc verkoopers, geene andere vrijwaring dan voor den eigendom van het ge- gr kochte, indien de koopers daarin mogten worden gestoord. 4o. De kooppenningen zullen moeten worden betaald ten kantore van den notaris in twee gelijke termijnen, als op den I 12 Mei van de jaren 1869 en 1870, telkens de geregte helft, I met daarenboven eene rente naar vijf ten honderd iu het jaar, I ingaande op den 12 Mei 1869 en loop zullende houden tot de geheele voldoening der kooppenningen toe; koopsommen en ren- I ten te voldoen in grove zilveren Nederlandsche munt, gangbaar I- en vrij geld of in bankpapier. Het zal de koopers niet vrij staan buiten toestemming der verkoopers de betaling anders dan op de gestelde tijdstippen aan te bieden; doch, indien zij van hunnen kant in de voldoe ning van den eersten termijn nalatig mogten blijven, zal het geheel verschuldigde, met de renten en kosten, dadelijk in eens vorderbaar zijn, terwijl in elk geval het enkel verloop van den termijn tot in gebreke stelling voldoende zal wezen. Indien evenwel de koopers mogten wenschen de geheele koop schat op den 12 Mei 1869 in eens te betalen, zal dit kunnen geschieden, mits zij daarvan binnen vier weken na den afloop der verkooping eene schriftelijke verklaring ten kantore van den Notaris indienen. 5o. De verkoopers bedingen, dat dc koopers binnen acht dagen na de finale toewijzing, ten eigenen laste en zonder daar van later teruggave of verrekening te kunnen vorderen, zullen moeten storten elf procent, ah verhooging der koopprijzen van hun gekochte, zulks om te strekken tot hoeding van alle kosten, verschotten en uitgaven, tot voorbereiding der veiling aangewend, en op den verkoop zelve vallende, het salaris van den notaris, de kosten van advertentiën, verkoopbilletten, kadastrale stukken, zegels, registratie en overschrijvingsregten, het afschrift en de extracten voor verkoopers en koopers, alles zonder uitzondering daaronder begrepen. Binnen denzelfden termijn en ten zelfden kantore, zullen de koopers voorts bij wijze van renteloos voorschot moeten betalen voor ieder perceel afzonderlijk het toegekende strijk- en verhoog geld om het montant van dit vooisehot bij de betaling van den eersten termijn koopschat weder in rekening te brengen en te korten. Go. De hoed en noed benevens het onderhoud van het ge kochte gaan dadelijk bij de finale toewijzing op de respective koopers over. 7o. De koopers zullen hun gekochte vrij kunnen aanvaarden voor het perceel (het land) dadelijk na de finale toewijzing en voor alle overige perceelen op den 12 Mei van 1869, op welke tijdstippen het genot der voordeelen en opkomsten van het ge kochte voor de koopers ingaat. De verkoopers behouden zich voor en verbinden zich, om het verkochte aan de koopers te leveren door de overschrijving der acte in de openbare registers, maar achten zich daarmede in ieder geval verder ontslagende koopers zullen alzoo zelf voor eigen rekening moeten zorg dragen, dat zij ter bepaalder tijd, in het vrije bezit en genot van hun gekochte geraken. 8o. Alle belastingen, lasten en coutributien van welken aard of onder welke benaming ook, waarmede de geveilde vastigheden bereids mogten zijn belast, of die daarop later, uit welke oor zaak of onder welke benaming ook, nog mogten worder. gelegd, komen sedert den 1 Januarij jl. geheel voor rekening en ten laste van de koopers, ieder voor zoo veel hem aangaat. Vermits deze belastingen over het loopende jaar nog niet ten name der koopers worden geheven, zullen deze tot dadelijke voldoening van het geheele bedrag, op de eerste vordering der verkoopers of van den notaris, verpligt zijn. 9. Indien de geveilde gebouwen tegen brandschade zijn ver zekerd, zullen dc koopers dienaangaande treden in alle regten en verpligtingen der verkoopers, de overbrenging ten hunnen name en koste moeten bevorderen en de jaarlijksche contributien of premie van den eersten Mei eerstkomende af, moeten voldoen. 10. Tot waarborg voor de onbetaalde kooppenningen, renten en verdere accessoriën van dien, wordt door verkoopers speciaal het regt van eerste hypotheek op het verkochte voorbehouden met onherroepelijke volmagt tevens om, bij gebreke van behoor lijke voldoening van kooppenningen, renten en kosten op de aan gewezen tijdstippen, het gekochte weder in het openbaar en op de gebruikelijke wijze te doen verkoopen, ten einde uit den op brengst zoowel hoofdsom als renten en kosten te verhalen zoo lang alles niet volledig is voldaan zullen de koopers hun gekochte niet anders dan met schriftelijke toestemming der verkoopers mogen verhuren en zal in geval van vrijwillige verkoop geene zuivering van hypothecaire lasten ten nadeele der verkoopers iu dezen kunnen worden gevorderd, terwijl eindelijk de koopers ver pligt zullen zijn, de gekochte gebouwen, tot dat alle9 volledig is voldaan, onafgebroken in eene solide binnenlandsche maat schappij tegen brandschade verzekerd te houden; zullende in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1869 | | pagina 2