GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen Tan Donderdagen den 11 en 25 February 1809.
Hij heeft de zaak niet andere opgevat dan dat de directeur
op de perceelcn eene zekere voorkeur boven anderen moge er
langen en daarom bestaat bij hem bezwaar zoo dadelijk finaal
afwijzend op het verzoek te beschikken Spr. stelt dientengevolge
voor om wat de door den directeur bedoelde terreinen aangaat
de aanbieding daarvan vooreerst niet te doen plaats hebben en
inmiddels nadere inlichtingen in te winnen, ten einde de zaak
in eene volgende vergadering finaal te kunnen afdoen.
De Voorzitter geeft hierop te kennen, dat wanneer het voor
stel van den heer Attema mogt worden aangenomen, de geheele
orde van de zaak zal worden verbroken de plannen, teekeningen
enz, zijn in orde, de kennisgeving dat dezelve den 15 Februarij
a. s. kunnen worden aangevraagd is reeds uitgevaardigd Spr.
zou het daarom onraadzaam achten, nu nog een besluit te nemen
't welk bepaalt dat de perceelen achter de hoogere burgerschool
niet in de aanbieding zijn begrepen.
De heer Bruinsma geeft te kennen dat, wanneer er oen middel
kon worden gevonden, om den verkoop der hier bedoelde per
ceelen te verdagen en dat daarbij een vroeger raadsbesluit intact
bleef, b. v. om de perceelen niet te verkoopen bij het eerste
termijn loopende van den 15 Februarij tot den 3 Maart, maar
later, dan zou Spr. zich met zulk een voorstel gaarne kunnen
vereenigon, aangezien hij de bedoeling van den heer directeur
om den tuin te vergrootcn ten volle beaamt.
Geen der leden verder het woord verlangende geeft de Voor
zitter nog tc kennen, dat hij, omtrent het door den heer Direc
teur beweerde, dat door het bouwen van huizen op de bedoelde
perceelen, de zonnestralen niet meer in den tuin kunnen vallen en dat
daardoor aan den plantengroei schade zal worden veroorzaakt, met
den architect heeft gesproken en dat door dezen dit bezwaarniet wordt
gedeeld, voornamenlijk omdat het te verwachten is, dat de op
de bedoelde perceelen te stichten gebouwen, wegens de mindere
ruimte die dezelve aanbieden, niet die hoogte zullen erlangen,
(lat dit op den plantengroei van invloed zou kunnen zijn. Voor
't overige is Spr. er tegen om nu alles voor de aanbieding gereed
is eene exceptie te maken.
De conclusie van het voorstel wordt hierop in omvraag gebragt.
Punt 1 daarvan wordt onveranderd zonder verdere beraadsla
ging aangenomen.
Punt 2.
De heer Brunger zou er voor zijn den heer Directeur t.e ant
woorden met dezelfde woorden als de andere aanvragers.
De Voorzitter merkt op dat dit niet kande vier in het
eerste punt bedoelde aanvragers hebben bepaaldelijk verzocht dat
aan hen tegen betaling de terreinen mogen worden afgestaan,
terwijl de Directeur verzoekt dat de terreinen onbebouwd mogen
blijven.
Punt 2 wordt hierna mede onveranderd vastgesteld en der
halve besloten
lo. Aan den heer T. M. W. Els baron Callot d' Escurij. gebrs.
Molenaar, Tt. Fockcraa in kwaliteit als mondeling gemagtigde van
raejufvr. Wijtske Sjoerdina Fockema en W. Overmeer, naar aanlei
ding van het door hen respectievelijk bij adressen van 29 Octo
ber en 26 December 1867, 23 Mei en 21 October 1868, onder
toezending van een gedrukt exemplaar der vastgestelde bepalin
gen en voorwaarden betrekkelijk de uitgifte in bebouwing der in
de eerste plaats daarvoor aangewezen terreinen, gelegen ten noor
den van de gracht tusschen dc Wirdumerpoorts- en Harlingcr-
vaartsbruggen, zoomede van de daarbij bchoorende situatiekaart,
te kennen te geven, dat, bijaldien zij alsnog raogten verlangen
om den door hen aungevraagden grond in eigendom te bekomen,
hunnerzijds overeenkomstig die bepalingen eene aanvrage aan
Burgemeester en Wethouders zal behooren te worden ingediend
2o. den Directeur der rijks hoogere burgerschool met vijf
jarigen cursus alhier in kennis te stellen, dat de Raad vermeent
bezwaar te moeten maken aan het verzoek, gedaan bij zijn schrij
ven van den 24 Maart 1868 no. 26, te voldoen.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering
van den Gemeenteraad te Leeuwarden
op Donderdag den 25 Februarij 1869.
Aanvankelijk 12, later 18 leden tegenwoordig. Afwezig de
heeren OosterholF, Plantcnga en de With.
Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent en te kennen geeft, medcdeeling te
hebben ontvangen, dat de heeren Oosterhoff en de With, ver
hinderd worden deze vergadering bij te wonen.
1. Wordt gelezen en onveranderd vastgesteld het genotu
leerde van het verhandelde ter vergadering van den llden dezer.
2. Is ter tafel gebragt cn gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, aangaande het hun bij missive hunner
ambtgenooten van Rauwcrderhem van 25 Januarij jl. no. 96/71,
toegezonden adres van Gerbcn Tjeerds Ligthart te Sijbrandabu-
ren, houdende verzoek dat hem eoncessie inoge worden verleend
voor eene wekelijkschc beurtvaart van Sijbrandaburcn op Leeu
warden, en zulks, wat de vrachtlooncn betreft, met toepassing
van het tarief voor het beurt veer van Terzooi vastgesteld.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
3. Is ter tafel gebragt en gelezen een extract uit het regis
ter der notulen van Burgemeester cn Wethouders dezer gemeente,
van 24 Februarij jl. no. 39, houdende voorstel op het bij be
sluit dezer vergadering van 28 Januarij tc voren no. 11, aan
hun gerenvoijeerde adres van Johannes Luitzens Oosterholl', eer
vol ontslagen commies der le klasse bij de plaatselijke belastin
gen alhier, van 20 Januarij dezes ja ars, verzoekende dat aan
hem over 1869, weder een wachtgeld van/300 worde toegekend,
zij het ook onder dezelfde voorwaarden als die, waaronder hij
over 1868 zoodanig wachtgeld heeft genoten.
Ter visie, als voren.
4. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, betrekkelijk het aanknoopen van onder
handelingen met den heer mr. J. Minnema de With, omtrent
den minnelijken afstand van het gebouw thans uitspringende
buiten den rooilijn der geprojecteerde kade htngs de zuidergracht,
van het voor dc uitbreiding der gemeente bestemd terrein.
Ter visie, als voren.
5. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, aangaande een in de vergadering van.
6 dezer verworpen voorstel van den heer Jongsma, strekkende
om aan 'tslot van art. 9 der nadere voorwaarden cn bepalingen
betrekkelijk dc uitgifte van perceelen bouwterrein toe te voegen:
„Zonder korting wegens ccnige hoegenaamdc tegenwoordige of
toekomende belasting cn (lus tot haar volle bedrag zoonls ze in
dc koopacte is bepaald."
De Voorzitter stelt voor, dit voorstel in deze-vergadering, na
dc afdoening van de aan de orde zijnde zaken in behandeling
te nemen.
Hiertoe wordt zondor hoofdelijke stemming besloten.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 25 February 1869.
29
6. De Voorzitter deelt der Vergadering mede, dat bij resolutie
van heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, van 18 Febr. jl.
no. 38, den ontvang is berigt van de door den Raad op den 26
November 1868 vastgestelde verordening, regelende den werk
kring van de bij zijn besluit van dezelfde dugteekening benoemde
vaste commissie voor de giimnastiek, onder opmerking evenwel,
dat door deze verordening geen inbreuk zal kunnen worden ge
maakt op de regtcn van het gewoon schooltoezigt, volgens dc
wet aan hetzelve toekennende, in zoo verre het gijranastisch
onderwijs een onderdeel uitmaakt van het openbaar lager- en
middelbaar onderwijs.
Aangenomen voor notificatie.
7. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van den heer
Archivarius dezer gemeente, dd. 28 Junnarij jl., houdende aan
bieding van het door hem opgemaakte verslag zijner werkzaam
heden, in het jaar 1868.
Ter visie gedeponeerd voor de leden.
8. Is ter tafel gebragt en gelezen een' brief van M. S. Hirsch
alhier, dd. 16 dezer, houdende dankbetuiging voor de hem bij
besluit van 11 te voren toegekende gratificatie.
Aangenomen voor notificatie.
9. Dc Voorzitter deelt der Vergadering mede dat het op den
16den dezer publick geveilde perceel op den Ewal, is gekocht
door den Staat der Nedeilanden, voor 4607 en dat de gc
heele zuivere opbrengst van de verkochte vastigheden, alsnu be
draagt 39,665.40.
Aangenomen voor notificatie.
10. Wordt in behandeling genomen het in de vorige vergadering
ter tafel gebragtc extract uit het register der notulen van Burge
meester cn Wethouders dezer gemeente, var. 10 February jl. no.
119, houdende inzending van de door de commissie van toczigt
over het stads werkhuis, den 31 December 1868 opgemaakte
balans dier inrigting, aanwijzende een nadeelig saldo van/12.73
en voorstel om met den tegenwoordigen directeur op nieuw voor
een jaar een contract aan te gaan.
De Voorzitter merkt op, dat in het extract een abuis is in
geslopen vermits daarin in plaats van „wadcelig" „roord eelig" I
saldo is vermeld.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders hierop in stem
ming gebragt zijnde, wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen en derhalve besloten
De commissie van toezigt over het stads werkhuis alhier tc
magtigen om meff den tegenwoordigen directeur dier inrigting op
nieuw voor een jaar een contract aan te gaun, aanvang nemende
met den 1 Mei 1869 cn zulks op de bestaande voorwaarden.
11. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga- j
dering ter tafel gebragte voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, op het bij besluit van 14 Januarij jl. no. 4/109, ten fine
van berigt en raad in hunne handen gestelde adres van Willem i
Antoons Janssen, tegenwoordige huurder der aan de gemeente
toebehoorende huizinge, in de Groote Hoogstraat alhier, gekwo-
teerd letter II, no. 121, verzoekende dat die huizinge met den
12 Mei 1869 wederom aan hem, op dc bestaande voorwaarden,
in huur moge worden afgestaan.
De Vergadering zich met de conclusie van dit voorstel veree-
nigende, besluit buiten beraadslaging, zonder hoofdelijke stemming
dc aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende huizinge,
staande in de Groote Hoogstraat aldaar, gekwoteerd letter II,
no. 121, ten kadaster bekend in die gemeente, sectie A, no. 819,
wordt met den 12 Mei 1869, voor den tijd van een jaar en
alzoo tot denzelfden datum van 'tjaar 1870, onderhands in huur
afgestaan aan Willem Antoons Janssen, kleermaker, wonende te
Leeuwarden, tegen betaling zijuerzyds cener som van twee hon-
Bjjvoegsbl tot de Provinciale Friescue Courant.
derd gulden (/"200) cn overigens op de bestaande voorwaarden.
12. De Voorzitter stelt voor over te gaan tot de benoeming
van een hulponderwijzeres (secondante) aan de fransche dag- cn
kostschool voor jonge jufvrouwen tc Leeuwarden, op eene jaar
wedde van drie honderd gulden, waaromtrent in de vorige ver
gadering de betrekkelijke voordragt is ter tafel gebragt.
De heer Attema geeft in overweging deze benoeming aan te
houden, tot na de afdoening van punt 10 van den oproepings
brief gaarne zoude Spr. aangaande deze voordragt eenige in
lichtingen ontvangen, cn aangezien over dat punt 10, betrekkelijk
het suppletoir kohier, toch eene beslotene vergadering moet wor
den gehouden, kunnen dc door hem verlangde inlichtingen daarin
tevens worden verstrekt.
De Voorzitter stelt naar aanleiding van liet door den heer
Attema gcuitte verlangen voor, de onderwcrpelijke benoeming te
doen plaats hebben na de behandeling van punt 10 des oproe-
pingsbriefs.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
13. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, betrekkelijk de plannen voor
a. de ordening van het Oldehoofster kerkhof;
I b. Jacobijner kerkhof
c. terrein voor de kavalleriestallen, en
d. de beplantingen van 't in de eerste plaats voor de uit
breiding van 't bebouwde gedeelte der gemeente bestemd terrein,
zoomede langs den nieuwen toegangsweg naar 't station der staats
spoorwegen.
Op des Voorzitters voorstel wordt tot de dadelijke behande
ling hiervan overgegaan.
De heer Jongsma zegt, dat het hem uit de bij het voorstel
gevoegde stukken is gebleken, dot de verbetering van het plein
voor de kavalleriestallen zal geschieden op aandrang van het
dftgclijksch bestuur, niettegenstaande dc architect den grond nog
niet voor het aanbrengen van dc noodige beplantingen vatbaar
acht.
Spr. vraagt of voor de uitvoering van dit werk op dc ge
meen tebegroo ting voor 1869, de noodige fondsen beschikbaar zijn
gesteld.
Dc Voorzitter geeft te kennen dat tot dat einde een post
voor memorie is uitgetrokken.
Het voorstel hierna ir. rondvraag gebragt zijnde, wordt het
zelve zonder hoofdelijke stemming aangenomen en mitsdien be
sloten, de door Burgemeester en Wethouders overgelegde plan
nen, tot
a. de ordening van het Oldehoofster kerkhof
b. Jacobijner kerkhof;
c. terrein voor de kavalleriestallen, en
d. de beplanting van 't in de eerste plaats voor de uitbrei
ding van 't bebouwd gedeelte der gemeente bestemd terrein, zoo
mede langs den nieuwen toegangsweg naar 't station der staats
spoorwegen goed te keuren.
14. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester cn Wethouders, daarbij naar aanleiding van het on
der no. 8 in dc zitting van 18 Augustus 1868 genomen be
sluit ter kennisneming aanbiedende, het bestek met de voor
waarden van aanbesteding voor het leggen van eene ijzeren voet
brug over de stadsgracht, tusschen de buurt dc Olde Galilëen
cn liet centrum der stad, ter plaatse waar de „Verwersbrug"
heeft gelegen.
Op voorstel des Voorzitters tot de dadelijke behandeling
overgegaan zijnde, wordt het voorstel zonder beraadslaging met
algemeene stemmen aangenomen cn dientengevolge besloten.
Voor kennisgeving aan te nemen, het door Burgemeester en
9