60
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 13 Mei 1869.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
den 8 Mei 1869 tot intrekking van het den 10 Maart 1859
vastgestelde reglement op de korenbeurs in die gemeente.
Overwegende, dat de huizinge letter I, nummer 37, bij de
Wortelhaven, waarvan het benedenlokoal bij 't aangehaald regie-
ment werd aangewezen, voor het houden der korenbeurs, met
den 12 Mei 1869 aan het rijk is verkocht en bij gevolg toen
die bestemming heeft verloren.
Overwegende, dat tot dus ver nog geene andere lokaliteit ter
vervanging daarvan door het bestuur der gemeente is aargewezen.
Overwegende, dat in dezen stand van zaken de uitvoering der
bepalingen van gemeld reglement met den 12 Mei 1869 feitelijk
onmogelijk is geworden en het derhalve wenschelijk is dat re
glement in te trekken.
BESLUIT:
Het reglement op de korenbeurs te Leeuwarden, vastgesteld
door den Raad bij zijn besluit van den 10 Maart 1859 no. 1/21,
wordt bij deze ingetrokken.
Aldus enz.
13. De Voorzitter geeft te kennen, dat hij is aangezocht,
om het in deze vergadering aangebodene rapport van dc com
missie, aangaande het onderzoek of het al dan niet wenschelijk
mag worden geacht, dat de Raad zich, in betrekking tot liet
bij de Tweede Kamer der Staten-Gcneraal aanhangige voorstel
van den heer Van Kuijk tot wijziging van de artt. 45 en 48
der armenwet, tot die Kamer wende, beden nog in behandeling
worde genomen, waarom hij voorstelt daartoe te besluiten.
Hiertoe besloten zijnde, wordt de conclusie van het rapport,
waarbij de commissie te kennen geeft, dat zij, om door haar
aangevoerde omstandigheden, geen termen heeft kunnen vinden
aan deze vergadering voor te stellen, zich ter dezer zake tot do
Wetgevende Magt te wenden en mitsdien voorstelt, deze mede-
deeling voor kennisgeving aan te nemen en de commissie te
ontbinden, buiten beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Dc Voorzitter sluit hierop de vergadering.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 27 Mei 1869.
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van
den Gemeenteraad te Leeuwarden, op
Donderdag den 27 Mei 1869.
Aanvankelijk 15, later 18 leden tegenwoordig.
Afwezig de hceren Rengers, Westenberg en de With.
Voorzitter de lieer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent en mededeelt van de hoeren Wes
tenberg, de With en Rengers kennisgeving te hebben ontvangen
dal zij, wegens afwezigheid uit de gemeente, verhinderd worden
deze vergadering bij te wonen.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde
van het verhandelde ter vergadering van 13 Mei 1869.
2. 13 ter tafel gebragt en gelezen een extract uit het regis
ter der notulen van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente,
dd. 26 Mei jl. no. 3/75, ten geleide van een adres van 11. Ver
meulen, J.G.zn., hulponderwijzer alhier, houdende verzoek, dat
aan hem met 1 Junij aanstaande uit die betrekking een eervol
ontslag worde verleend, - vergezeld van het ter zake ingewon
nen berigt van dc plaatselijke schoolcommissie en den hoofdon
derwijzer der school waarin genoemde hulponderwijzer werk
zaam is.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, dit extract
na de afdoening van dc aan de orde zijnde zaken in behaude-
ling te nemen.
3. Is ter tafel gebragt en gelezen een schrijven van Burge
meester erv Wethouders dezer gemeente, daarbij, ter voldoening
aan de bij het 2c lid van het besluit dezer vergadering dd. 11
Maart 1869 no. 20/16 gedane uitnoodiging ter vaststelling
aanbiedende, ontwerp van een met den Raad der gemeente Rau-
werderhem gemeenschappelijk te nemen besluit, tot wijziging van
het reglement op de beurtveren tussehen Leeuwarden en de dor
pen Deersum, Irnsum, Poppingawier, Rauwere! en Terzooi, vast
gesteld door de Raden der gemeenten Ramverderhera en Leeu
warden. den 25 October en 17 November 1865.w
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
4. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, aangaande het verzoek van de schippers
in het beurtveer tussehen Leeuwarden en Oldeboorn otn, ter
voorziening in de bestaande behoefte aan dc meerdere gelegen
heid tot verzending van goederen tussehen genoemde plaatsen,
in stede van een, voortaan twee beurtvaarten per weck te mogen
doen.
Ter visie, als voren.
5. Is ter tafel gebragt en gelezen eer. adres van de directie der
alhier gevestigde sociëteit Amicitia, dd. 18 Mei jl., houdende
verzoek, dat
lo. aan haar in eigendom moge worden overgedragen den
ten zuiden var, het sociëteitsgebouw gelegen grond, ter grootte
van 3 roeden en 73 ellen
2o. de jaarlijkschc som van vijf en twintig gulden, tegen
betaling waarvan aan haar in erfpacht is afgestaan, de grond
waarop het gebouw der sociëteit is gesteld, moge worden afge
kocht tegen den penning twintig of voor eene hoofdsom van vijf
honderd guldep;
3o. opheffing moge worden verleend van de beperkende be
palingen, vervat in de acten van 13 October 1840 en 16 Julij
1853, opdat zij daardoor volle en vrije eigenares worde van den
grond waarop het sociëteitsgebouw staat cu van de plek gronds
ten zuiden, en
4o. van 't een en ander een behoorlijke titel zal worden
opgemaakt ten koste van requestrunte.
Bijvoegsel tot de Provinciale Ebjesche Courant.
In handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van be
rigt en raad.
6. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van Johannes
Bienema, zonder bedrijf, wonende alhier, dd. 24 Mei jl., hou
dende verzoek, om, voor 't geval d'een of ander gemeentelijke
betrekking raogt komen te vaceren, hem adressant met de ver
vulling daarvan te willen begunstigen.
In handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van be
rigt en raad.
7. Is ter tafel gebragt en gelezen een schrijven van Charles
Remij en Bienfait, civiel-ingenieurs te Rotterdam, dd. Mei
1869, daarbij de aandacht vestigende op een bij dat schrijven
gevoegd certificaat, betreffende eeucn bij hen verkrijgbaren venti-
latie-kagchel.
Ter visie van de leden.
8. De Voorzitter deelt der vergadering mede
lo. dat bij de op 26 dezer gehouden opening der bus, bestemd
voor de ontvangst der aanvragen om, van de door de gemeente in
bebouwing uit te geven terreinen, perccelen te bekomen, daarin
ééne aanvrage aanwezig is bevonden en wel van den heer Theo-
dorus Siersma te Leeuwarden, om de perccelen aangeduid met nos.
32 en 33 op de betrekkelijke lijst en situatie-teekening
dat echter genoemde aanvrager bij zijne aanvrage de voor
waarde heeft gesteld, dat de bewuste perceelen aan hem zullen
worden overgedragen tegen vijf gulden de vierkante el, terwijl
als minima van den koopprijs van genoemde perceelen door den
Raad is vastgesteld, een bedrag van zes gulden en dertig cent
per vierkante cl, uit welken hoofde de gedane aanvrage niet is
toegewezen
2o. dat op den 26 Mei 1869 heeft plaats gehad, de ver
pachting van het regt van visscherij in
a. het Vliet
b. de Pot marge
c. de Ee bij de voormalige Verwersbrug, en
d. de Stadsgracht
dat van 't eerste pachter is geworden Willem Romkes
voor f 12, van het tweede Outger Stienstra, voor ƒ2, en van het
vierde Willem Romkes voor ƒ15.50, terwijl het derde waarop
geboden is f 1, niet is gegund.
Aangenomen voor notificatie.
9. Overgegaan zijnde tot de benoeming van twee leden voor
het bureau van stemopneming voor de verkiezing van een lid
der 2e Kamer van de Staten-Generaal, is de uitslag van de ter
zake gehoudene stemmingen geweest, dat de heeren Buma en
Wijbrandi met meerderheid van stemmen hiertoe benoemd zijn
geworden zijnde voorts op voorste) van den Voorzitter al de
overige leden des Raads tot plaatsvervangers dier slemopnemcrs
aangewezen.
10. Bij monde van den heer van Sloterdijck wordt rapport
uitgebragt van (le commissie die bij raadsbesluit van den 8 Mei
jl. no. 4/124, is belast met het onderzoek der rekeniDg en ver
antwoording van de commissie van bestuur over het stads-zie-
kenhuis alhier, over 1868.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
11. De heer van Eijsinga deelt mede, dat het onderzoek
van 't kohier der directe belasting op het inkomen dezer ge
meente, voor de dienst van 1S69, in de sectien is afgeloopen en
de commissie van rapporteurs met haar rapport gereed is, waar
om hij voorstelt dit rapport, zonder daarvan in deze vergadering
lectuur te doen, aan Burgemeester en Wethouders te renvoijeren.
Hiertoe wordt buiten beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming besloten.
18