GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting Van Donderdag den 24 Jnnij 1809.
regel in allen gevalle moet worden beproefd cn ongetwijfeld,
afgezien van den uitslag, een nuttig voorbeeld zal stellen.
l)c Voorzitter geeft de verzekering, dat Burgemeester en Wet
houders, naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen, strengere
maatregelen dan de tot dusverre genoraene zullen toepassen, daar
zij overtuigd zijn dat, wordt de bestaande ontduiking niet tegen
gegaan, meerdere moeijelijkheden daaruit geboren zullen worden.
De verdere punten van de conclusie worden hierna onveranderd
goedgekeurd, weshalve is besloten
lo. Oninvorderbaar te verklaren
a, de posten voorkomende op den staat letter A, wegens aan
slagen in de plaatselijke directe belasting op liet inkomen, dienst
1867, ten bedrage van 70.41.
b. die vermeld op den staat letter B, wegens de belasting op
het houden van honden, dienst 1867, ter somma van ƒ3.30.
die aangeduid op den staat letter C, ter zake de directe
belasting op het inkomen, dienst 1868, tot een bedrag vanƒ217.37 '/2.
d. die vermeld op den staat letter 1), wegens de belasting
op het houden van honden, dienst 1868, ten bedrage van 165.75.
2o. Den heer gemeente-ontvanger te magtigen om op het be
drag der betrokken kohieren af te schrijven
a. de als oninvorderbaar op den staat letter E vermelde aan
slagen wegens de plaatselijke directe belasting op hot inkomen,
dienst 1868 en wel die onder de volgnummers 63, 64, 72, 78,
J9 en 106, respectievelijk tot een bedrag van 12.27, 2.62 /2>
f 2.90/2, 2.90'/2, 2.90'/2 cn/1.17|/2, de overigen geheel en
alzoo tot een totaal bedrag van ƒ1381.73.
b. die vermeld op den staat letter F, wegens de belasting
op het houden van honden, over 1868, ten bedrage van Z32.25.
17. Alsnu wordt in behandeling genomen het in deze ver
gadering uitgebragte rapport van de commissie, belast geweest
met het onderzoek eener aanvrage van voogden der stadsarmen-
kamer, om magliging tot het doen van af- en overschrijvingen
op sommige artikelen van de begrooting dier administratie, voor
het dienstjaar 1868.
De veTgadering, zich met de conclusie van dit rapport ver-
eenigende, besluit buiten beraadslaging eenstemmig:
de gevraagde magtiging tot het af- en overschrijven op de
aangewezen artikelen, gezamenlijk ten bedrage van ƒ1154.19'/2,
te verleenen.
18. Wordt in behandeling genomen het in deze vergadering
uitgebragte rapport van de bij raadsbesluit van 15 Junij jl.
no. benoemde commissie, tot onderzoek van de door den
schuttersraad der dienstdoende schutterij alhier, verzochte af- cn
overschrijving van en op sommige artikelen der begrooting van
de kosten dier schutterij, dienst 1868.
De vergadering, met de conclusie van dit rapport instem
mende, besluit buiten beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming:
de gevraagde wijziging toe te staan.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Zitting van Maandag den 5 Julij 1869.
91
VERSLAG van bet verhandelde ter buitengewone
vergadering van den Gemeenteraad te Leeu
warden, op Maandag den 5 Julij 1S69.
Aanvankelijk 12, later 17 leden tegenwoordig.
Afwezig de heereu Bloembergen, Brunger, van Sloterdijck en
Jongsma.
Voorzitter de beer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaald tijdstip opent en mededeelt van de heeren Bloem
bergen en van Sloterdijck schriftelijke kennisgeving te hebben
ontvangen, dat zij verhinderd worden deze vergadering bij te
wouen.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld, het genotuleerde
van het verhandelde ter vergadering van den 24 Junij jl.
2. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van A. van der
Werf, wonende in de Schrans, onder Huizura, gemeente Leeu-
warderadeel, houdende, onder kennisgeving dat hij deze gemeente
in de maand Mei jl. met der woon heeft verlaten, verzoek, dat
aan hem afschrijving in de plaatselijke directe belasting op het
inkomen, voor het loopend dienstjaar, moge worde verleend voor
de laatste zeven maanden van dat jaar.
In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van be
schikking.
3. Is gelezen en voor notificatie aangenomen eene missive
van de commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs in
deze gemeente, dd. 2 Julij jl. no. 78, houdende mededeeling
van de tijdstippen, waarop het jaarlijksch overgangsexamen aan
de burger dagschool zal plaats hebben enz.
4. Wordt mededeeling gedaan dat bij resolutie van heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 1 Julij jl. no. 10, zijn
goedgekeurd de door den Raad den 24 Junij te voren genomen
hesluiten, tot het doen van af- en overschrijvingen van- en op
sommige artikelen der gemeentebcgrooting, dienst 1869.
Aangenomen voor notificatie.
5. De Voorzitter deelt der vergadering mede, dat op den
30 Junij jl., heeft plaats gehad, de openbare aanbesteding van
het doen van verfwerken aan na te melden gebouwen, aan de
daarbij genoemde aannemers, als
lo. dc hoofdwacht, aan Foppe Rosier, voor 73
2o. het schoolgebouw voor uitgebreid lager onderwijs, aan
Pieter Sierks Weijer, voor ƒ295
3o. het locaal voor de burger dag- en avondschool, aan Oege
Broers, voor ƒ594
4o. het gymnasium, aan Gerrit Bosma, voor ƒ143.
5o. het gyranastieklocaal, aan Ruurd Kuipers, voor ƒ144;
6o. het locaal der le tusschenschool, 2e klasse, aan Wijbran-
dus Dorenbos, voor 229
7o. de woning van den hoofdonderwijzer der school voor
uitgebreid lager onderwijs, aan Pieter Sierks Weijer, voor 215;
8o. het locaal der burgerschool voor meisjes met de woning
van de hoofdonderwijzeres, aan Jurjen Kijlstra, voor ƒ85;
9o. het huis lett. F no. 129, aan Jan Greidanus, voor 132
lOo. de gebouwen op de begraafplaats, aan Pieter Kiestra,
voor J 79.80
llo. het huis lett. II no. 121, aan Pieter Sierks Weijer,
voor f30
12o. de brugwachterswoning lett. L no. 55, aan Jurjen Kijl
stra, voor f 25
13o. de torens op de Groote- en Galilëer kerken, aan Pieter
Kiestra, voor ƒ53
14o. de Wittebrug met het wachthuisje, aan Albert Oltmans,
voor f46
15o. de nummerpalen op de begraafplaats, aan Gerrit Bosma,
voor ƒ44.
Aangenomen voor notificatie.
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant.
6. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van
24 Junij jl. ter tafel gebragte voorstel van Burgemeester en
Wethouders, aangaande het den 27 Mei te voren, om berigt en
raad in hunne handen gestelde adres van de directie der alhier
gevestigde sociëteit „Amicitia", houdende verzoek om overdragt
in eigendom van den grond waarop het gebouw dier sociëteit
staat cn van dien ten zuiden van dat gebouw gelegen.
De heer OosterRoff mer^ct op, dat in de conclusie de grond
ten zuiden der sociëteit gelegen wordt opgegeven als eene op
pervlakte te hebben van 3 roeden 80 ellen, terwijl in het adres,
zoomede in deD brief des architects van 3 roeden 73 ellen wordt
gesproken.
De Voorzitter zegt, dat in de conclusie de oppervlakte is
vermeld, zooals die in de kadastrale registers voorkomt.
De heer Attema geeft te kennen, dat het groot verschil tus-
schen de som door Burgemeester en Wethouders voor de betrek
kelijke eigendoms-overdragt vastgesteld eu die door den Ge
meente-architect opgegeven, hem aanleiding geeft een enkel woord
in het midden te brengen.
Burgemeester en Wethouders toch stellen voor, de overdragt
te doen plaats hebben tegen betaling eener som van 1600,
terwijl de architect daarvoor aangeeft /"2500 dit maakt een ver
schil uit van f 900.
Spr. vindt de voorgestelde som te laag in evenredigheid met
het voorstel des architectshij vermeent dat er allerminst geene
termen bestaan om dusdanig terrein tegen eene zoo geringe ver
goeding in eigendom over te dragen.
Het is toch een terrein allergunstigst gelegen op een zoodanig
punt der gemeente dat bijzonder trekt.
Volgens het voorstel zal de te betalen som geëvenredigd zijn
aan die in der tijd verbonden aan de overdragt] van grond, in
het St. Jobs Leen, aan Ds. Romenij.
Die vergelijking gelooft Spr. is niet juistwanneer voor dat
terrein 3 per vierk. el werd bedongen, dan zou hij mcenen,
dat in dezen gerust 5 per vierk. el mag worden gevraagd.
Spr. merkt ten slotte nog op, dat men niet uit het oog mag
verliezen, dat de Sociëteit reeds jaren lang het genot van den
grond heeft gehad, zonder dat zij daarvoor eene met dat genot
gelijkstaande pacht heeft betaald.
Op grond van een en ander kan Spr. zich niet met het voor
stel vereenigen.
De heer Gorter is van oordeel, dat in aanmerking moet wor
den genomen, de positie waarin zich de grond, vóór dat daarop
het sociteitsgebouw is gesticht, bevond.
Toen was het een plek van geringe waarde. De directie der
Sociëteit Amicitia verzocht om daarop een gebouw te mogen
stichten, 't welk de Raad, tegen betaling eener grondpacht van
25 per jaar, heeft toegestaan.
In den regel worden dergelijke grondpachten afgekocht tegen
den penning twintig, zoodat naar dien maatstaf berekend, de
grond eene waarde vertegenwoordigt van f 500. Naar die bere
kening zal alzoo voor de plek gronds ten zuiden der Sociëteit
gelegen, ƒ1100 worden bedongen, eene som die naar Spr.'s
raecning, allezins voldoende is te achten, aangezien bedoelde
grond niet vergeleken kan worden bij een bouwterrein.
Spr. acht daarom het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders billijk en zal hij mitsdien daaraan zijne goedkeuring schenken.
De heer Rengers geeft te kennen, dat hij den geachten voor-
laatsten Spr. niet in alle opzigten kan beantwoorden, doordien
hij in den loop zijner rede ter vergadering is gekomenhet laat
ste gedeelte 't welk hij gehoord heeft wenscht hij echter te
weerleggen.
De 5loor dien Spr. gemaakte vergelijking met den afstand van
grond aan Ds. Romcr.ij kan naar Spr.'s meeuing niet opgaan.
25