GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 12 Augustus 1869.
109
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van den'
Gemeenteraad te Leeuwarden, op Donderdag
den 12 Augustus 1869.
Tegenwoordig 16 leden.
Afwezig de hceren van Sloterdijck, van Eijsinga, Suringar, At-
tema en Jougsma.
Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent en mededeelt van den heer Suringar
schriftelijk kennisgeving te hebben ontvangen, dat hij verhinderd
wordt deze vergadering bij te wonen.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van
het verhandelde ter vergadering van den 29 Julij jl.
2. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders aangaande het bij besluit dezer vergade
ring van 24 Junij jl. no. 6, om berigt en raad in hunne handen
gestelde adres van heeren commissarissen der stedelijke muzijk-
school alhier, houdende verzoek, dat aan die inrigtiug op nieuw,
voor den tijd van vier jaren of voor zoodanigen anderen tijd als
de Raad zal goedvinden, uit de gemeentekas eene subsidie worde
verleend van vier honderd gulden (ƒ400.)
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
3. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders op het bij besluit van 22 Julij jl. no.
2/63, om berigt en raad in huime handen gestelde adres van het
dagclijksch bestuur der vereeuiging voor Volksbijeenkomstcn in
deze gemeente, dd. 20 Julij te voren, houdende verzoek, dat aan
die vereeniging, ten behoeve barer afdeeling „Volkszangonder
wijs," in gebruik moge worden afgestaan het lokaal genaamd de
Militiezaal.
Ter visie, als voren.
4. Is ter tafel gebragt en gelezen een, bij apostille van den
lieer Commissaris des Konings in deze provincie, dd. 4 Augustus
jl., 3 afd., no. 134/7, ten fine van berigt, consideration en advies,
in handen van den Raad gesteld adres, door eigenaren en bewo
ners van huizen in de Schrans, onder Huizum. aan heeren Gede
puteerde Staten ingediend, houdende bedenkingen tegen de be
stendiging van het aschland ter plaatse waar dit thans is.
In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van be
rigt en raad.
5. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van den heer
Jan David Simon, ontvanger dezer gemeente, dd. 4 dezer, hou
dende, om daarbij aangevoerde redenen, verzoek, hem, onder toe
kenning van zoodanig pensioen als de Raad zal vermeenen te
behooren, met ingang van 1 Januarij 1870, een eervol ontslag te
willen verleeneu als Gemeente-Ontvanger van Leeuwarden.
In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van be
rigt en raad.
6. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier, dd. 30 Julij jl. no. 890,
daarbij de medewerking dezer vergadering inroepende, ten einde
het terreiq achter de gasfabriek alhier, tot het houden van hout
veilingen gebezigd wordend-?, zoodanige verbetering te doen on
dergaan, dat het meer dan thans aan deszelfs bestemming be
antwoorde.
In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van
berigt en raad.
7. De Voorzitter deelt der vergadering mede, dat
a. bij resolutie van heeren Gedeputeerde Staten dezer provin
cie van 28 Julij jl. no. 8, is goedgekeurd, de rekening van ont
vangsten en uitgaven dezer gemeente, dienst 1867
b. bij resolutie van 't zelfde collegie, dd. 4 Augustus jl. no.
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Cocrant.
70, zijn goedgekeurd, de door den Raad dezer gemeente en die
van Utingeradcel gemeenschappelijk vastgestelde besluiten tot wij
ziging van het 7e artikel der verordening op de beurt veren tus-
schen Leeuwarden en Oldeboorn en Leeuwarden en Akkrum.
Aangenomen voor notificatie.
8. Wordt mededeeling gedaan van den inhoud eener missive
van de plaatselijke schoolcommissie alhier, dd. 5 dezer no. 3441
houdende kennisgeving van de tijdstippen waarop het gewoon
jaarlijksch examen en de prijsuitdaeiing aan de stads armenscho
len zullen plaats hebben.
Aangenomen voor notificatie.
9. De Voorzitter deelt der vergadering mede, dat
a. op de lste serie ad 30,000 van de ten behoeve dezer ge
meente ingevolge 's Raads besluit van 5 Julij 1869 aan te gane
geldleening, groot 53,000, is ingeschreven door den lieer H.
T. van Gelder voor ƒ7000, tegen den koers van 100 /2 pCt.,
de heeren A. Bloembergen en Zonen vooi^ 5000, tegen den koers
van 100 pCt., de onderlinge brandwaarborg-maatschappij in deze
gemeente voor/4000, tegen den koers van 100 pCt., en de Gebrs
Gratama voor f 30,000, tegen den koers van 99 pCt., vanwelke
inschrijvingen de drie cerslgenoemden, ten gezamenlijke bedrage
van 'f 16,000, zijn aangenomen;
b. bij de op den 4 Augustus jl. plaats gehad hebbende ope
ning van de bus, bestemd tot inlevering van aanvragen om bouw
terreinen in eigendom te bekomen, is gebleken, dat was inge
komen eene aanvrage van den heer mr. Johs. van der Veen, om
het perceel op de betrekkelijke lijst en situatieknart met no. 19
aangeduid, welk perceel door Burgemeester en Wethouders aan
den heer van der Veen voorloopig in koop is toegewezen
c. het leggen van een riool in het Zaailand is aangenomen
door Lolke van der Zaag, voor eene som van ƒ616;
d. het doen van eenige verfwerken aan het gebouw lett. L
no. 277, genaamd „Bellevue," is aangenomen door lluurd Kui
pers, voor 185 en
e. het derapen der gracht loopende van af de noordzijde der
Groote Kerkstraat tot aan de Langepijp en het doen van eenige
andere uit die demping voortvloeijende werken, is aangenomen
door Anthonius Josephus Feddema en Theodoor Gerard Bek
huis, voor ƒ24,321.
Aangenomen voor notificatie.
10. Bij monde van den heer Gorter, wordt rapport uitge-
bragt van het, door de bij Raadsbesluit dd. 14 Julij jl. no. 3/88
benoemde commissie, ingestelde onderzoek der begrooting van
kosten van de dienstdoende schutterij in deze gemeente, voor 1870.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
11. I)e heer Dliparc brengt, namens de daartoe bij missive
van den heer Burgemeester, dd. 9 dezer no. 49«/741, uitgenoo-
digde commissie, ter tafel, het verslag van het onderzoek der
geloofsbrieven en verdere bescheiden van de nieuw gekozen Raads
leden, de heeren mr. W. J. van Weideren baron Rengers, II. J.
Westenberg, J. J. Bruinsma, P. T. Plautenga en mr. II. Wiersma.
Ter visie, als voren.
12. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering
van 22 Julij jl. ter tafel gebragte voorstel van Burgemeester en
Wethouders, ter voldoening aan de hun in de vergadering van S
Mei 11. gedane opdragt om, na van R. K. v. d. Meer c. s., aan
nemers van het eerste gedeelte der werken tot vermeerdering en
vergrooting der gebouwen van de gemeentelijke gasfabriek, te heb
ben gevraagd een staat van vermeerdering en vermindering der
in 't betrekkelijk bestek omschreven werkzaamheden, den Raad,
omtrent een door die aannemers ingediend adres, te dienen van
berigt en raad.
30