112
GEMEENTERAAD iE LEEUWARDEN. Zitting van Dingsdag den 17 Augustus 1869.
VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone verga
dering van den Gemeenteraad te Leeuwarden,
op Dingsdag den 17 Augustus 1869.
Aanvankelijk 12, later 13 leden tegenwoordig.
Afwezig de heeren Bloembergen, Rengers, Duparc, Buma, As-
man, van Eijsinga, Jo'ngsraa en Brunger.
A oorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent en te kennen geeft van de heeren
Asman, Duparc en Brunger, mededeeling te hebben ontvangen,
dat zij verhinderd worden deze vergadering bij te wonen.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van
het verhandelde ter vergadering van den 12 dezer.
2. Is ter tafel gebragt eene missive van de commissie van
bestuur over het stads ziekenhuis alhier, dd. 11 dezer no. 1870,
ten geleide van de begrooting van inkomsten en uitgaven van dut
gesticht, voor de dienst 1870, vergezeld van de daartoe betrek
kelijke memorie van toelichtiug.
In handen eener commissie, bestaande uit de heeren Rengers,
Hommes en Duparc, ten fine van onderzoek er. rapport.
3. Is ter tafel gebragt eene missive van de commissie van
toezigt over het stads werkhuis alhier, dd. 14 dezer no. 197,
houdende toezending van de begrooting van ontvang en uitgaaf
van dat gesticht, voor de dienst van 1870.
In handen eener commissie, bestaande uit de heeren Bloem
bergen, Suringar en Oosterhoff, ten line van onderzoek en rapport.
4. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van den heer
Evers, beambte ter secretarie der gemeente Amsterdam, dd. 16
dezer, houdende verzoek, om benoemd te worden tot Ontvanger
der gemeente Leeuwarden, in plaats van tien heer J. D. Simon,
die als zoodanig tegen 1 Januarij 1870 eervol ontslag heeft aan
gevraagd.
In handen van Burgemeester en Wethouders, om daarop casu
quo, bij 't opmaken der in te dienen aanbeveling, voor zoover
zij daarover termen zullen vinden, te letten.
5. De Voorzitter deelt der vergadering mede
a. dat bij resolutie van heeren Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie, dd. 12 dezer, no. 24, is goedgekeurd, het Raadsbesluit
van 11 February jl. no. 17/99, houdende magtiging op Burge
meester en Wethouders, om van heeren voogden van 't Old Bur
ger Weeshuis qq alhier, voor de gemeente over te nemen, het voet
pad langs- en den voor de verbreeding tot op 6 meters, henoo-
digden grond, van 't perceel land langs het Noordvliet, kadas
traal bekend, gemeente Leeuwarden, sectie G, no. 309
b. dat het verwen van de ijzeren draaijende voetbrug, gelegd
ter plaatse waar vroeger de „Venvcrsbrug" heeft gelegen, zoo
mede van de daarbij beboerende leuningen op de walmuren, is
aangenomen door Pieter Kiestra, verwer, wonende te Lekkum,
voor eene som van f 48.S0.
Aangenomen voor notificatie.
6. De Voorzitter het noodig achtende, dat tot het houden
eener beslotene zittiug de deuren worden gesloten, wordt daartoe
overgegaan.
Na aiioop der beslotene zitting wordt de openbare voortgezet.
7. De Voorzitter brengt ter tafel eene resolutie van heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 4 dezer, no. 73, hou
dende beschikking op bij dat collegic ingediende bezwaarschriften
tegen aanslagen, voorkomende op het kohier der directe belasting
op het inkomen, ten behoeve dezer gemeente, voor de dienst
1869 en wordt op zijn voorstel, buiten beraadslaging, ge
nomen hét volgend besluit
De Raad der gemeente Leeuwarden;
(iclet op het bepaalde in art. 266 der gemeentewet
Gelet mede op de resolutie van heeren Gedeputeerde Staten
dezer provincie van den 4 Augustus jl., no. 73, waarbij uitspraak
is gedaan omtrent de reclames bij dat collegic ingediend, tegen
aanslagen op het kohier van de plaatselijke directe belasting op
het inkomen, ten behoeve dezer gemeente, dienst 1S69.
Besluit:
lo. De door heeren Gedeputeerde Staten, bij opgeroeide reso
lutie beoogde wijzigingen, in het kohier aan te brengen
2o. Dit kohier finaal vast te stellen, zooals geschiedt bij deze,
in belastbaar kapitaal tot een bedrag van twee millioen, achthon
derd twee en tachtig duizendvegen honderd een en veertig gulden,
vijf en twintig cents, J 2,882,941.25, en in totaal van den aan
slag ter somma van een honderd en twee duizenddrie honderd vier
en veertig gulden en zes cents, f 102,344.06, opleverende, naar
97/100. gedeelten berekend, een invorderbaar bedrag van negen en
negentig duizend, twee honderd drie en zeventig gulden, vier en ze
ventig cents, /"99,273.74.
De Voorzitter sluit ijierop de vergadering.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 26 Augustus 1869.
113
VERSLAG van het verhandelde ter Vergadering
van den Gemeenteraad le Leeuwarden,
op Dondeidag den 26 Augustus 186y.
Aanvankelijk 14, later 15 leden tegenwoordig.
Afwezig de heeren Bloembergen, Buma, de With, Westenberg,
van Eijsinga en Jongsrna.
Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde
van 't verhandelde ter buitengewone vergadering van den 17 dezer.
2. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders op een, dd. 28 July jl., aan hun Col
legic ingediend adres van den heer A. Schliebner, muziek-onder-
wijzer alhier, houdende verzoek, dat aan hem, onder toezigt en
goedvinden van heeren commissarissen der stedelijke muziekschool,
in gebruik mogen worden afgestaan de bovenlocalen der stadswaag,
thans voor het onderwijs aan die school gebezigd en zulks ten
behoeve van de door den adressant op te rigten nieuwe Leeu
warder muziekschool, waarvan een exemplaar der gedrukte bepa
lingen bij het adres is overgelegd.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
3. Is ter tafel gebragt een schrijven van het Collegic brand
meesters alhier, dd. 17 dezer, no. 460, ten geleide van de begroo-
ting van kosten der brandweer, voor ilo dienst 1S70.
In handen eener commissie, bestaande uit de heeren de With,
Suringar en van Eijsinga, ten fine van onderzoek en rapport.
4. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van het bestuur
der vereeniging ter bevordering van volksgezondheid te Leeuwar
den, dd. Aug. 1869, houdende, om daarbij aangevoerde redenen,
verzoek, dat aan die vereeniging over het nog loopend gedeelte
van het jaar 1869, uit de gemeentekas eene toelage worde ver
leend ten bedrage van een honderd gulden en voor volgende
dienstjaren, telken jare ten bedrage van twee honderd gulden.
In handen van Burgemeester cn Wethouders, ten fine van
berigt cn raad.
5. Is ter tafel gebragt cn gelezen een adres van Sjoerd van
der Veldfe alhier, dd. 19 dezer, houdende verzoek, dat aan hem
tegen cenen billijken prijs in eigendom moge worden afgestaan,
den grond, loopende van den zuidkant van bet hem toebehoo-
rend pand tot aan de noordelijke grens van perceel no. 19 der
in bebouwing uit te geven terreinen.
In handen van Burgemeester cn Wethouders, ten fine van berigt
cn raad.
6. Is ter tafel gebragt en gelezen eene door den deurwaarder
Gcrhardus Acker, ten verzoeke van den heer mr. Bern hard us
Hopperus Buma, Burgemeester van Kollumerland en Nieuwkruis-
land, wonende te Kollum, als hoofd der eehtvereeniging tusschen
hem co zijne echtgenoot jonkvrouwe Clara Tjallinga /Edonia van
Eijsinga bestaande, aan Burgemeester en Wethouders beteckende
insinuatie, waarbij wordt geprotesteerd tegen elke handeling, on-
voorzigtighcid onachtzaamheid of nalatigheid welke hetzij ten
gevolge of ter gelegenheid van het werk der demping van de
gracht loopende van af de Wijde Gasthuissteeg tot aan de Lan-
gepijp, door de aannemers of hunne werklieden of wie anders
mogten worden ondernomen of begaan ten aanzien van de wallen
van des protestants huis, erf en tuin of deszeifs schutting cn
van de houten brug, met de daarop geplaatste houten schut
tingen enz.
Nadat op voorstel van den Voorzitter besloten was, Burge
meester en Wethouders te houden voor diligent met betrekking
tot het doen van voorstellen dienaangaande, deelt de Voorzitter
Bijvoegsel tot de Provinciale Fbiesche Cocrant.
mede, dat Burgemeester en Wethouders inmiddels al die maat
regelen zullen nemen, welke met het oog op het gedaan protest
noodig en nuttig kunnen worden geacht.
7. De Voorzitter deelt der vergadering mede, dat:
a. bij resolutie van heeren Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie, dd. 19 dezer, no. 34, is goedgekeurd het kohier van de
plaatselijke directe belasting op het inkomen, ten behoeve dezer
gemeente, voor de dienst 1869
b. het verbeteren van het voetpad op het Noordvliet, bijlangs
het land kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, sectie G, no.
309 en eenigc daaruit voortvlocijende werken, is aangenomen door
Gustaaf Jansen, voor eene som van ƒ993.
8. Bij monde van den heer Oosterhoff wordt, namens de
daartoe bij raadsbesluit van 22 Julij jl. no. beuoemde com
missie, rapport uitgebragt van het onderzoek der rekening en
verantwoording der administratie van heeren voogden der stads
armenkamer alhier, zoomede van dat wegeus de rekening van het
armhuis, beide over het dienstjaar 1868.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
9. De heer Attema brengt ter tafel en doet voorlezing van
het rapport der commissie aan welke by besluit dezer vergade
ring van 12 Mei jl. no. 10a/14, werd opgedragen om te onder
zoeken, of het noodig cn wenschelijk is, dat de bestaande tarie
ven der tollen voor de doorvaart der Irnsumerzijl, onder Friens,
en voor het passeren van de bij die zijl bchoorendc brug, wor
den herzien.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, dit rapport
te doen drukken en aan elk der leden een exemplaar daarvan
uit te reiken.
10. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga
dering ter tafel gebragte rapport van de commissie aan welke
bij raadsbesluit van 14 Julij jl., no. 3/88, is opgedragen het
onderzoek van de begrooting van kosten der dienstdoende schutterij
in «leze gemeente, voor de dienst 1870.
De vergadering, zich met de conclusie van dit rapport veree-
nigende, besluit buiten beraadslaging eenstemmig de begrooting
voorloopig goedtekeuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag
van drie duizend negen honderd gulden cn vijftig cents 3900.50.)
11. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga
dering ter tafel gebragte verslag van het onderzoek der geloofs
brieven en verdere bescheiden van de nieuw gekozen Raadsleden,
de heeren mr. W. J. van Weideren baron RengersJ.
Westenberg, J. J. Bruinsma, P. T. Plantenga en mr. H.
Wiersma.
Nadat de heeren Rengers, Bruinsma en Plantenga, respec
tievelijk gedurende over hunne toelating werd beslist, de verga
dering hadden verlaten, is buiten beraadslaging besloten de
heeren mr. W. J. van Weideren baron Rengers, J. Wes
tenberg, J. J. Bruinsma, P. T. Plantenga en mr. Wiersma
als leden van den Gemeenteraad toetelaten.
12. Is ter tafel gebragt en gelezen het verslag van de com
missie, die bij brief van den heer Burgemeester van 17 Augus
tus jl., no. 49a/757, werd uitgenoodigd tot het onderzoeken van
den geloofsbrief cn de verdere bescheiden ingezonden door het
nieuw gekozen raadslid, den heer mr. J. Dirks.
Op des Voorzitters voorstel tot de behandeling hiervan over
gegaan zijnde, is buiten beraadslaging tot toelating van den heer
mr. J. Dirks als raadslid, besloten.
13. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga
dering ter tafel gebragte voorstel van Burgemeester en Wethou
ders aangaande het bij besluit dezer vergadering van 24 Junijjl.,
31