i. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 13 October 1870. 140 Alzoo het geheele hoofdstuk, nu beloopende 84,503.27s, nader vast te stellen op- 89,688.275. Hoofdstuk V. Afdeeling II. Art. 1. Verkoop van gebouwde en ongebouwde eigendommen, bij gewijzigde begrooting gesteld op 47.164.625, nog te verhoo- gen met 5725 en alzoo te brengen op 52,889.62s. In verband hiermede het totaal van afd. II nader te bepalen op genoemd bedrag van 52,889.62 s, dat van hoofdstuk V, nu bedragende ƒ52,164.625, vast te stellen op 57,889.62s. Tengevolge dezer wijzigingen het totaal der inkomsten, nu be dragende 456,729.S35, nader vast te stellen op f 481,639.83s. UITGAVEN. Hoofdstuk III. Afdoeling V. Art. 1. Aankoop van grondstoffen, nu gesteld op ƒ29.500, te verhoogen met ƒ5000, alzoo te brengen op ƒ34,500. Art. 3. Onderhoud van gebouwen en lasten, geraamd op 1100, te verhoogen met ƒ900 en dus te stellen op 2000. Afdeeling VI. Art. 11. Kosten van aankoop of onteigening van gebouwen of gronden ten behoeve der uitbreiding van 't bebouwde gedeelte der gemeente, thans uitgetrokken op ƒ11,500, te verhoogen met ƒ12,600, alzoo in 't geheel te stellen op 24.100. Art. 12. Kosten der herstelling van vier ijzeren draaibruggen, nu gesteld op 5800, te verhoogen met 5500 en te brengen op11,300. Aan deze afdeeling toe te voegen als nieuw Art. 17. Kosten van aankoop van een huis in de Bagijne- straat en een gedeelte van het erf der huizinge aan het Raad huisplein lett. G, no. 457400. Dientengevolge het totaal dezer afdeeling, nu bedragende ƒ63,750, te stellen op ƒ89,250, waardoor dat van het geheele hoofdstuk III alzoo wordt gebragt op ƒ208,797.60. Hoofdstuk VII. Afdeeling I. Art. 4. Verpleging-, vervanging- en transportkosten, nu ge raamd op ƒ13,500, te verminderen met 6500, alzoo te stellen op ƒ7000, waardoor het totaal dezer afdeeling wordt gebragt opn 57,886.50. Afdeeling III. Art. 3. Verschotten wegens huisvesting en voeding en reis geld voor lotelingcn en verlofgangers der militie, geraamd op 200, te verhoogen met ƒ1375, en te stellen op 1575, ten gevolge waarvan het montant dezer afd. wordt gesteld op 1775. Afdeeling IV. Art. 1. Toelage ten behoeve der dienstdoende schutterij, thans gesteld op ƒ3750.50, te verhoogen met ƒ3447.50 en uit te trekken opƒ7198. Aan deze afdeeling toe te voegen als nieuw Art. 4. Vergoeding aan de schtterij voor verrigte garnizoens diensten 2810, alzoo het beloop dezer afd. te stellen op ƒ10,053 en het totaal van hoofdstuk VII, nu bedragende ƒ140,396.50 op ƒ141,529. Hoofdstuk VIII. Afdeling I. Art. 3b. Buitengewone aflossing van schuld 16,000, te verminderen met-14,000 en alzoo te stellen op 2000. Afdeeling II. Onder deze afdeeling aan te brengen Art. 1. Onafgelost gebleven obligatiën van ten behoeve der gemeente aangegane geldleeningcn, die in 1869 ziju uitge loot 7000. Art. 2. Alsvoren van obligatiën der ten behoeve van de gasfabriek aangegane geldleenir.g ƒ1000. Hoofdstuk XI. Art. I. Onvoorziene uitgaven, bij gewijzigde begrooting ge raamd op 7000, te verminderen met 1595 en alzoo te stellen op ƒ5405. In verband met deze wijzigingen het totaal der uitgaven na der vast ts stellen op ƒ481,632.24, en de balans der begrooting als volgt Inkomsten /481,639.83 s. Uitgaven - 481,632.24. Waarschijnlijk batig slot 7.595. 27. Wordt in behandeling genomen het in de buitengewone vergadering van 28 September jl. ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethouders, op de om berigt en raad in hunne handen gestelde missive van den heer minister van Binnenland- sche Zaken, dd. 3 September te voren, No. 190, 2e afdeeling, houdende bedenkingen tegen de door den Raad vastgestelde verordening tot heffing van bruggeld aan de verwersbrug, van welk voorstel de conclusie luidt: „o. Met wijziging van 's Raads besluit van 14 Julij 1870, houdende bepalingen betreffende de heffing van bruggeld voor het afdraaijen der Verwersbrug, art. 2 van dat besluit te lezen als volgt Het in art. 1 bedoeld bruggeld bedraagt voor elk vaartuig of houtvlot, waarvoor de brug afgedraaid moet worden, bij iedere doorvaart, vijf cent. Art. 3 te doen vervallen. b. Burgemeester en Wethouders op te dragen, onder mede- deeling van de in het voorstel vermelde consideratiën, het aldus gewijzigd besluit aan heeren Gedeputeerde Staten terug te zenden, ten einde daarop nader 's Konings goedkeuring worde gevraagd." Voorschreven conclusie in behandeling gebragt zijnde, is, buiten discussien, met algeraeene stemmen aangenomen. 28. Wordt in behandeling genomen het in de buitengewone vergadering van 28 September jl. ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethouders, aangaande de niet uitvoering van de voorgenomen werken tot vergrooting van de gemeentelijke gasfabriek, waarvan de conclusie luidt „lo. De voorgenomene voltooijing der werken tot vergrooting van de gemeentelijke gasfabriek alhier, waarvoor bij de gemeente- begrooting, dienst 1870, de vereischte gelden beschikbaar zijn gesteld, vooralsnog niet te doen uitvoeren. 2o. Burgemeester en Wethouders te magtigen de door de commissie voor de gemeentelijke gasfabriek voorgestelde herstel lingen, nader omschreven in hare missive van 16 September 1870, no. 48, met gepasten spoed te bevorderen." De heer Gorter heeft het woord gevraagd, om, gelijk hij ook reeds de eer had te doen in de commissie voor o.penbare werken, te kennen te geven, dat hij er zich over bevreemden moet, dat het voorstel onder sub 2o vermeld gedaan is, nadat, althans zoo als het hem is voorgekomen, de daarbij omschreven werken reeds voor een gedeelte waren uitgevoerd. Dit is voor Spr. eene te leurstelling. Hij had gewcnscht, dat de kupitale veranderingen, waarvoor bij de begrooting gelden zijn toegestaan, waren aange- bragt. Ilij heeft er zich over verwonderd hoe de commissie voor de gasfabriek, die vroeger de voorgedragene verandering zoo nut tig beschouwde, deze nu niet noodig oordeelt; hij kan zich op grond van een en ander niet met het voorstel vereenigen, omdat hij het beschouwt als eene afgedane zaak. De heer Bloembergen wenscht eenige ophelderingen te geven aangaande 't geen het voorstel is. Hij gelooftdat vorige geëerde Spr. zich vergist in de opvatting van de bc- GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van Donderdagen den 13 en ^0 October 1870. 141 doeling van het voorstel. Ook in de missive van de com missie voor openbare werken wordt ter zake eene opmerking ge maakt, die, naar het schijnt, bij die commissie weerklank gevon den heeft, namelijk „dat het den heer Gorter bij een bezoek der „directeurswoning gebleken is, dat de commissie voor de gasfa briek reeds gedeeltelijk uitvoering had gegeven aan het door „haar voorgestelde plau en wel door de directeurswoning al vast „te herstellen op de wijze, als door de commissie was voor gesteld." Spr. gelooft, dat hier een verkeerde zin wordt gehecht aan hetgeen bij de missive van de commissie voor de gasfabriek wordt voorgesteld. Daar toch betreft het de tot hiertoe bestaan heb bende woning van den directeur der gasfabriek, en deze is nog in den stand waarin ze vroeger was. De veranderingen nu heb ben plaats gevonden aan de door den architect verlaten woning, de toekomstige woning van den directeur. Daarvoor is bij de begrooting eene som toegestaan. Hier echter geldt het veran deringen waarvoor bij de bcgrooting f 5000.00 is geraamd, waarmede men de opene ruimte wilde volbouwen en tevens een ijzeren hek om het fabrieksterrein plaatsen. Van die gelden is nog niets besteed. Men wenscht die plannen voorloopig onuit gevoerd te laten, doeh is tevens van oordeel, «lat dit niet kan zonder 's Raads voorkennis. liet voorstel, zegt Spr., betreft niet dc toekomstigemaar de tegenwoordige woning van den di recteur, waaraan evenmin als aan het kantoor nog niets is verandeid. Spr. gelooft dus, dat de heer Gorter komen moet tot de er kenning, dat hij dc bedoeling van het voorstel niet goed heeft gevat. De heer Gorter zegt, dat wanneer aan hem ter beoordecling wordt gegeven een voorstel tot het aanbrengen van die en die herstellingen, vergezeld van eene begrooling van den architect, en wanneer hij die stukken op den eenen dag ontvangt en bij een op denvolgcnden dag ingesteld onderzoek outdekt, dat de in de begrooting opgenoemde veranderingen reeds geheel of na genoeg geheel zijn uitgevoerd zooals het hem bij onderzoek gebleken is dat het dan niet noodig ware geweest de zaak te onderzoeken. De heer Bloembergen heeft voor zich de bcgrooting van den architect. En wat betreft die? Niets anders dan dc herstellin gen aan een gedeelte der gehouwen behoorende tot de gasfa briek. Spr. gaat de op die begrooting voorkomende posten post voor post na en zegt, dat het allen posten zijn waarvan nog niets is uitgevoerd, Werkelijk gelooft hij dus, dat er eene ver keerde opvatting bestaat, en het zou hem leed doen, zoo de heer Gorter bij zijne zienswijze ook nu nog blijft volharden. De heer Gorter'blijft er bij, dat er van de opgenoemde ver anderingen eenigen zijn verligt. Hierna wordt de conclusie in omvang gebragt en zonder hoof delijke stemming aangenomen. 29. Aan de orde is de behaudeling van het ter vergadering van 22 September jl. uitgebragt rapport der Raads-commissie, in wier handen om berigt, consideratiën en advies is gesteld het rapport van Burgemeester en Wethouders, betreffende den toestand van het gemeentelijk lager- en middelbaar onderwijs, De heer Attema gelooft, dat de "Voorzitter onderscheidene leden dezer vergadering een groote dienst zal bewijzen door voor de behandeling dezer zaak eene speciale vergadering te beleggen, 't Liefst zou Spr. zien, dat er een avond voor genomen werd, als wanneer men met een eens eene proef kan nemen hoe het vergaderen bij avond bevalt. De Voorzitter geeft naar aanleiding van het uitgedrukt ver langen te kennen, dat hij tot behandeling dezer zaak de leden nader zal zamen roepen. 30. De Voorzitter deelt mede, dat de grond in de Prins Hendrikstraat, tot verkoop waarvan bij besluit van 8 September jl. is besloten, in publieke veiling de som van f 1725.00 heeft opgebragt. Aangenomen voor notificatie. 31. De heer van Ejjsillga daartoe verlof der vergadering erlangd hebbende vestigt er de aandacht op, dat, zoo er gevolg gegeven wordt aan een onlangs genomen besluit, den 15 October a. s., dat is over twee dagen, het onderzoek der begrooting voor 1871 in de afdeelingen zul moeten zijn afge- loopen. De betrekkelijke stukken zijn tot nog toe niet door de leden ontvangen, zoodat het onmogelijk is het aangehaald besluit na te komen. Daarom acht Spr. het wenschelijk dat bedoelde termijn worde verlengd en is het op grond hiervan dut hij voorstelt te besluiten, dat bet onderzoek der begrooting in de sectiën zal moeten zijn afgcloopen 14 dagen nadut de betrekke lijke stukken aan de leden zijn rondgedeeld. De Voorzitter zegt, dat de stukken thans zijn afgedrukt. Hij geeft daarom in overweging het tijdstip van het einde des onder- zoeks tc bepalen op 1 November e. k. Nadat de heer van Eijsinga had verklaard zich daarmede le vereenigen, wordt het voorstel van den Voorzitter met algeraeene stemmen aangenomen, waarna de vergadering is gesloten. Verslag van 't verhandelde ter buitengewone ver gadering van den Gemeenteraad te Leeu warden, op Donderdag den 20 October 1870. Aanvankelijk 17, later 20 leden tegenwoordig. Afwezig de heer Brunger. Voorzitter dc heer D. Zeper, die, na de vergadering op 't be paald tijdstip te hebben geopend, mededeelt, van den heer Brunger kennisgeving te hebben ontvangen, dat hij verhinderd wordt deze zitting bij te wonen. 1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van 't verhandelde ter vergadering van 13 October jl. 2. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van den heer dr. P. Kouraans van Dam, houdende kennisgeving, dat hij verzocht hebbende in aanmerking te komen bij de vervulling der vacature van stads geneesheer, onlangs ontstaan door het overlijden van den heer Asman, en vermeenende, dat eene nieuwe sollicitatie voor dergelijke betrekking, zoo kort na dien tijd opengevallen door het afsterven van den heer Iluber, niet veveischt werd, maar tot de ervaring van de noodzakelijkheid daartoe gekomen zijnde, zich lot den Raad wendt met het verzoek bij de benoeming tot gemelde betrekking in aanmerking te komen. Op voorstel van den Voorzitter wordt dit adres voor kennis geving aangenomen. 3. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van de firma G. J. Wispelweij Co. te Zwolle, dd. 17 October jl., houdende verzoek om kwijtschelding der boete, beloopen door de te late oplevering der Prins Hendrikbrug. In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 4. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van dc comman ditaire Bouwvercer.iging te Leeuwarden, dd. 15 October jl., hou dende verzoek te mogen vernemen of, en zoo ja, op welke voor waarden de gemeente aan haar in eigendom zou willen overdra gen het bouwterrein C, ai vast aanbiedende als basis voor die overdragt te stellen een prijs van 7.20 de centiare.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1870 | | pagina 1