202
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van Zaturdag 26 en Maandag 28 November 1870.
nen ondergaan. In ieder geval zal Spr. zich verzetten tegen de
raming van 't */5 naar de opbrengst van het laatst afgeloopen
dienstjaar; op die belasting acht hij zonder kwestie de 2e alinea
van het artikel van toepassing, omdat het 4/* geheven wordt
van hoofdsom en rijksopcenten, welke laatste variabel zijn, zoodat
het hier onmogelijk is om Bteeds naar de uitkomsten van een
vorig jaar te ramen.
Den heer Bloembergen is 't nog niet regt duidelijk wat men
er mede bedoeld om de beide primitieve kohieren van de dienst
1870/71 tot grondslag te nemen, daar volgens den regel tot
grondslag worden genomen de kohieren Van het laatst afge
loopen dienstjaar.
Nadat hierop tusschen de heeren Westenberg en Bloembergen
nog een paar opmerkingen waren gewisseld, wordt het voorstel
der commissie, tot verhooging van volgnr. 4 met 3S0, aange
nomen met 16 tegen 3 stemmen, die van de heeren Bloember
gen, Bruinsma en Suringar.
Het voorstel tot verhooging met ƒ1400 van volgnr. 39 wordt
insgelijks met 16 tegen 3 stemmen, die der heeren Bloembergen,
Bruinsma en Suringar, aangenomen.
Volgnr. 5 wordt op voorstel van den heer Bloembergen aan
gehouden tot na de vaststelling van alle overige ontvangsten.
Volgnrs. 6 en 7 worden met algemeene stemmen aangenomen.
Volgnr. 8 wordt op voorstel van den heer Bloembergen ver
hoogt met 70 en gebragt op ƒ720.
V olgnrs. 914 worden met algemeene stemmen aangenomen.
Volgnr. 15 wordt op voorstel van den heer Rengers, tenge
volge van de plaats gehad hebbende verpachting, gesteld op 3701.
Volgnr. 16 wordt met algemeeae stemmen aangenomen, gelijk
ook volgnr. 17, met uitzondering van den post litt. b, die op
voorstel van den heer Bloembergen met /"100 wordt verhoogd.
Volgnr. 18 wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Volgnr. 19.
De heer Buma merkt op, dat dezen morgen is besloten de
kosten van de straatverlichting met ƒ2000 te verhoogen. Als
gevolg daarvan zal ook de ontvang9tpost sub 2 van dit volgnr.
met gelijk bedrag moeten worden verhoogd, waartoe Spr. het
voorstel doet.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten,
waarna het volgnr. aldus gewijzigd, zoo ook volgnr. 20 mede
met algemeene stemmen worden aangenomen.
De heeren Jongsma en Van Sloterdijck verlaten de vergadering-
Nadat vervolgens eene vraag van den heer Gorter, of ook
geene huur moet worden uitgetrokken voor de oude woning van
den Architect, door den Bloembergen was beantwoord met de
opmerking, dat de administratie van de gasfabriek voor het be
drag dier woning in de rekening-courant wordt gedebiteerd en
alzoo voor de daarvoor aangebragte som rente zal vergoeden,
wordt volgnr. 21 met algemeene stemmen aangenomen.
Volgnr. 22 wordt op voorstel van den heer Bloembergen met
ƒ50 het bedrag dat door den pachter van den prinsentuin
voor Jt onderhoud van dien tuin wordt betaald verhoogd.
Volgnrs. 2328 worden met algemeene stemmen aangenomen.
Nadat op voorstel van de commissie van rapporteurs was be
sloten den post litt b van volgnr. 29 te omschrijven „Renten
van de stads bank van leening, na aftrek van de renten, door
die bank aan de spaarbank verschuldigd", worden volgnos. 29
44 met algemeene stemmen aangenomen.
Volgnr. 45 wordt voorloopig aangehouden.
Volgnr. 46 wordt op voorstel van den heer Buma met 905
verhoogd en gebragt op ƒ5925.
De heer Attema stelt hierop als motie van orde voor de be
raadslagingen te sluiten, ten einde aan Burgemeester en Wet
houders de gelegenheid te geven de aangebragte wijzigingen na
te gaan en in eene volgende bijeenkomst het resultaat daarvan
mede te deeien.
Deze motie wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Nadat vervolgens nog op voorstel van den Voorzitter besloten
was Maandag den 28 November, 's namiddags om twee uur
zamen te komen, wordt de vergadering gesloten.
Vorslag van 't verhandelde ter buitengewone
vergadering van den Gemeenteraad te
Leeuwarden, op Maandag den 28 No
vember 1870.
Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren Jongsma, de
With, Brunger en Hommes.
Voorzitter de heer Burgemeester, die, na de vergadering te
hebben geopend, mededeelt van de heeren Hommes, de With en
Brunger kennisgeving te hebben ontvangen, dat zij verhinderd
worden deze zitting bij tc wonen.
1. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de lezing
van het genotuleerde van het verhandelde ter zittingen van 26
dezer tot eene volgende bijeenkomst uit te stellen.
2. Wordt gelezen en voor notificatie aangenomen een schrijven
van den heer mr. I. Telting, daarbij berigtende, dat hij de be
trekking van curator van het stedelijk gijmnasium aanneemt.
3. De Voorzitter deelt mede, dat het oud materieel en de
verdere stukken uit het archief, bedoeld bij raadsbesluit van 22
September jl., no. 18, verkocht zijn aan Gebroeders Koster te
Amsterdam, tegen 7 de 100 kilogrammen, voor eene som van
ƒ495.88.
Aangenomen voor notificatie.
4. Aan de orde is de verdere behandeling van de gemeente-
begrooting, dienst 1871.
De Voorzitter noodigt den heer Bloembergen uit eenige me-
dedeelingen omtrent den stand der begrooting te doen.
De heer Bloembergen, gevolg gevende aan de uitnoodiging
des Voorziters, deelt namens Burgemeester en Wethouders 't vol
gende mede
„Ilct resultaat van de behandeling der begrooting, zoover die
nu gevorderd is, was
lo. dat de geraamde uitgaven zijn verhoogd
met34,962,
verlaagd met- 8,510,
alzoo in totaal vermeerderd met f 26,452;
2o. dat de ontvangsten werden verhoogd
met5290,
verlaagd met- 110,
alzoo vermeerderd met- 5,181.
Gevende een verschil waarin voorzien moet worden van J 21,271.
Er moet nog worden beslist omtrent volgn. 210 der uitgaven
en volgns. 5 en 45 der ontvangsten.
GEMEENTERAAD TB LEEUWARDEN. Zitting van Maandag den 28 November 1870.
203
Tengevolge van de verhooging van litt. B van afd. VII van
hoofdstuk UI zal er noodwendig eene verhooging der geldleening
moeten plaats vinden. Burgemeester en Wethouders meenen,
dat het meest gercede en allezins verdedigbare middel is dien
post met ƒ22000 tc verhoogen. In verband daarmede zal ook
rie uitgaaf voor rente dienen tc worden verhoogd voor 3 maan
den met pl. m. ƒ300. Er zal dan nog gelegenheid bestaan den
post voor onvoorziene uitgaven met het restant te verhoogen.
Intusschcn komt het hun, met het oog op de memorieposten voor
buitengewone werken voor, overweging te verdienen, het bedrag
voor dit hoofdstuk nog meer te verhoogen, ten einde daaruit
ook de middelen althans voor een gedeelte dier werken te kun
nen putten. In verband hiermede zouden zij de geldleening
met nog 5000 willen verhoogen.
Zij stellen alzoo voor
No. 196. Renten enz. te verhoogen met 300 cn te stellen
op ƒ29,505.
No. 210. Onvoorziene uitgaven te verhoogen met 5400,
alzoo te brengen op 12,400.
No. 5. Dc directe belasting vast te stellen op het daarvoor
uitgetrokken bedrag naar /*3.45 ten honderd.
No. 45. De geldleening te verhoogen met 27,000 en tc
stellen op 45,000.
Dientengevolge de ontvangsten, geraamd op 420,334.97
reeds verhoogd met ...-•••••" 5,181.00,
alzoo gebragt op 425,515.975,
nog te vermeerderen met 27,000.00
en in 't geheel te stellen op 452,515.975.
Dc uitgaven, primitief gesteld op ƒ420,291.07,
reeds verhoogd met 26,462.00,
alzoo gebragt op ƒ446,743.07,
nog te verhoogen roet - 5,750.00
en te stellen op - 452,493-07
alzoo het saldo op f 22.9O5.
Alle hiervoren vermelde voorstellen achtereenvolgend in rond
vraag gebragt zijnde worden met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Rengers acht het oogenblik geschikt om de aandacht
te vestigen op een alletins belangrijk onderwerp, namelijk de
heffing van de directe belasting op het inkomen. De onder
vinding van een drietal jaren heeft hem de overtuiging geschon
ken, dat in de hiertoe betrekkelijke verordening doelmatige wij-
zigiugen zijn aan te brengen, niet wat de grondslagen dier belas
ting betreftmaar speciaal met betrekking tot de wijze van
aangifte en het opmaken der kohieren. Hij wijst er op, dat
Burgemeester en Wethouders dit jaar zich beijverd hebben het
kohier met den meest mogelijken spoed in gereedheid tc brengen,
tengevolge waarvan het dan ook ongeveer 6 weken vroeger dan
gewoonlijk den Raad is aangeboden. Doch niettegenstaande ook
de Raad zich beijverd heeft het kohier roet spoed af tc doen,
is het toch weer Augustus geworden voor en aleer het kohier
was goedgekeurd. Het nadeel van een dergelijke wijze van be
lasting heffing springt te zeer in het oog, om nader betoog over
bodig te maken. Spr. wijst nog daarop, dat wanneer Burge
meester en Wethouders gerekend kunnen worden voor dc be
handeling der zaken 'sjaars ruim 400 uren tc vergaderen, de
behandeling van de kohieren der inkomsten-belasting alléén nog
ruim 80 uren vordert, behalve de sectie-vergaderingen en derge
lijke bemocijingen. Spr. is overtuigd, dat nergens elders deze
Bijvoegsel tot de Provinciale Eriesche Courant,
zaak zooveel tyd vordert terwyl hij tevens meent te mogen
betwijfelen of hier het resultaat wel teger. de genoraene moeite
opweegt. Spr. wil zich tot deze enkele punten bepalen, maar
zou gaarne thans door den Raad in beginsel willen zien uitge
maakt of eene herziening der bestaande verordening in 't alge
meen aannemelijk wordt geacht.
De Voorzitter merkt op, dat, wil de heer Ilengers het oor
deel der vergadering ver-nemen, er dan een bepaald geformuleerd
voorstel moet komen, waarin dat oordeel wordt uitgedrukt.
De heer Rengers gelooft, dat discussiëu in deze zaak onnoo-
dig zijn, dewijl men mag aannemen, dat ieder lid voor zich
daarover eene gevestigde opinie zal hebben. Ieder weet toch
of hij do bestaande wijze van belastingheffing al dan niet voldoende
acht en dit is de zaak waarop het slechts aankomt.
De Voorzittter is van oordeel, dat dit niet zonder in dis
cussion tc vervallen kan geschieden.
De heer Rengers wensebt niets anders dan dat de leden hun
persoonlijk gevoelen uitspreken. Daarover valt weinig te dis
cussiëren.
De heer Duparc gelooft, dat het goedkeuring verdient, dat
dc heer ltengers de vergadering op eene herziening van de ver
ordening tracht te prepareren. Maar om over het beginsel nu
reeds eene stemming uit te lokken, acht Spr. wel wat te veel
gevergd niemand tier leden is daarop voorbereid. De heer
Rengers heeft zijne bezwaren tegen de verordening aangevoerd
ook Spr. heeft bezwaren doch deze zijn van geheel anderen
aard hij heeft zelfs bezwaren tegen de grondslagen, waarop de
belasting geheven wordt reeds bij de behandeling van het jong
ste kohier in de sectiën heeft hij ze uiteengezet. Eene stemming
acht Spr. in deze niet alleen geheel onnoodig maar hij gelooft
tevens, dat men er niets verder door komt. Het collegie van
Burgemeester en Wethouders heeft het regt ten allen tijde voor
stellen tot herziening der verordening te doen ieder lid van
den Raad heeft hetzelfde regt. Ook de tijd, die er van dit
jaar nog rest, is te kort, om reeds tegen 1871 eene wijziging
van de verordening te provoceren. Wij zijn nu reeda in 't laatst
van November, zegt Spr., en in Januarij wordt reeds met het
ombrengen der aangaafbillelteu aangevangen. Niet vóór 1872
zou dus de wijziging in werking kunnen treden. Men heeft der
halve nog een geheel jaar den tijd, om daartoe te besluiten.
Jntusschen is Spr. van oordeel, dat er voor 't oogenblik genoeg
is gedaan met de aandacht van de leden van den Raad op de
zaak te vestigen. Zij zijn daardoor in dc gelegenheid gesteld
hunne gedachten daarover te laten gaan en zullen, wanneer er
een voorstel inogt komen, dit nu minder geprepareerd ontvangen.
De heer Rengers verklaart hierop zijn voorstel in te trekken.
De Voorzitter stelt vervolgens voor dc begrooting, voor de
dienst 1871, goed te keuren, in ontvang op. f 452,515.97s
uitgaaf - 452,493.07
en in waarschijnlijk saldo op 22.905,
Daartoe wordt met algemeene steramen besloten.
De Voorzitter sluit de vergadering.