74 Verslag der handelingen van den gemeen De lieer Bloombergön is er verre af, om in strijd met de belangen van het onderwijs de uitvoering van het werk te wil len vertragen. Trouwens hij heeft zoo straks ook enkel de vraag geopperdof het wel geraden was op dit oogenblik tot de uitvoering over te gaan. Van het doen van een voorstel heeft hij zich onthouden dit te eerder omdat er voor het da- gelijksch bestuur nog gelegenheid tot bespreking met den archi tect overbleef. Wanneer nu bij die bespreking bleek, dat uit stel tot het najaar eenige duizende guldens zou doen besparen dan zou de vraag aan de orde kunnen komen of men de be steding niet eenige maanden zou aanhouden. Haast keurt spr. in vele gevallen goedmits men zich maar niet overhaaste. Zoo zou hij het betreurendat eene vroegere uitvoering van on geveer drie a vier maanden de gemeente op eenige duizende guldens zou te staan komen. Spr. ziet niet in, dat de raad noodig heeft de verlangde opdragt aan burgemeester en wethouders te verstrekken. Behalve nogdat burgemeester en wethouders reeds bij de wet tot uitvoering van 's raads besluiten zijn aan gewezen meent hij te mogen opmerkendat het collegie steeds er op uit is 's raads besluiten, waar. het gemeente-belang dit toelaatzoo spoedig doenlijk uit te voeren. De heer van Eijsinga is ook van oordeeldat het in den aard der zaak ligt, dat aan een door den raad genomen besluit spoedige uitvoering zal worden gegeven, tenzij er een voorstel wordt gedaan van tegenovergestelde strekking. Hij heeft evenwel geen bezwaar gezien om het voorstel van den lieer van der Meulen te ondersteunen 't welknu het hier gedaan isbehoort te worden aangenomenomdat er werkelijk periculum in mora is. Spr. zegt dit met het oog ook op de le armenschoolwier toe stand van dien aard isdat ieder uitstel als schadelijk mag wor den aangemerkt. Men bedenke, dat, indien men heden al tot de stichting der school besluitdeze. er nog niet zoo dadelijk staat. Bovendien verkeert men tegenwoordig in een onwettigen toestandspr. bedoelt het gebruik van hulplokalenzoo voor de tusschenschool le klasse als voor de armenscholen. Het zal eene hoogst gewensehte zaak zijn dat spoedig eene der armenscholen in het lokaal der tusschenschool le klasse worde overgebragt. Dit -wordt mogelijk door eene spoedige stichting der nieuwe school en met het oogjidaarop acht spr. de aanneming van het voorstel wenschelijk. Voor overhaasting, gelijk de vorige spr. meendebehoeft hier z. i. geen vrees te bestaan. De heer van Sloterdijck zal zich niet met het voorstel ver eenigen op de gronden reeds door den heer Bloembergen aau- gevoerd. Allerminst is het hem te doen de stichting der school afhankelijk te maken van eene langdurige correspondentie tus- schen burgemeester en wethouders en de schoolautoriteiten. Maar spr. wil in de eerste plaats gebruik maken van de kans om het werk voor een lageren prijs uitgevoerd te krijgen en is in de tweede plaats overtuigd dat men bij wat minder haast op beter werk kan rekenen. Overhaasting geeft slechter werk jé .eraad le Leeuwarden, van J^Junij 1873. en schept een bron tot beloopen van boete waaruit naar ge woonte weer aanvragen om remissie voortspruiten. De heer Westenberg verklaart na het door den heer van Sloterdijck gesprokene van het hem verleende woord te kunnen afzien. Hierop wordt het voorstel van den heer van der Meulen ver worpen met 9 tegen 8" stemmen, die van de heeren Duparc Wijbrandi, Wiersma, Jongsma, van Valkenburg, van Eijsinga, Buma en van der Meulen. 2. Nader rapport van de commissiebelast met het order zoek naar de wenschélijkheid en noodzakelijkheid van de oprigting eener school van middelbaar onderwijs voor meisjes in deze gemeente. De Voorzitter zegt dit punt op den oproepingbrief te heb ben aangebragt, alleen met het doel om voor te stellen de behan deling daarvan te bepalen op heden over vier wekenzijnde Donderdag 24 Julij. Na eeDige discussie tusschen de heeren SuringarDuparc BruinsmaWiersma en den voorzitter wordt dit voorstel aange nomen met 14 tegen 2 stemmen die van de heeren Bruinsma en Bloembergen. (De heer van Sloterdijck had voor de stem ming de vergadering verlaten). 10. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van S. van der Velde tot ajkoop van grond- en erJpachten. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten van Friesland aan Sjoerd vau der Velde, logementhouder, wo nende alhier, op zijn daartoe gedaan verzoek toe te staan orn tegen den penning twintig af te koopen a. do grondpacht, waarmede de huizinge in het Zaailand, lett. Eno. 259 ten voordeele der gemeente Leeuwarden is be zwaard per jaar zuiver bedragende twee gulden veertig cent; b. de erfpacht, bedragende acht gulden vijftig cent per jaar, aan de gemeente verschuldigd wegens eene stroek grondgele gen achter de sub a vermelde huizingeaan hem afgestaan bij raadsbesluit van 23 Augustus 18G6 no. 7, onder voorwaarde, dat de afkoopsom wordt gestort bij de verteekening der ter zake den afkoop op te maken acte en de op die acte vallende kosten komen ten laste van dem adressant. 11. Benoeming van het stembureau voor de verkiezing van raadsle den op 15 Julij a. s. Bij de gehouden stemmingen worden benoemd a. tot leden van het eerste bureau de heeren Dirks en Hommes b. tot voorzitter van het tweede bureau de heer Bruinsma, en c. tot leden van het tweede bureau de heeren van der Meu len en Wiersma.' De Voorzitter sluit hierop de vergadering. I Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 10 Julij 1873. Vergadering van Donderdag 10 Julij 1873. Tegenwoordig 12 ledenafwezig de heeren Hommesvan Eijsinga, Kengersvan Sloterdijck, Attema, Westenberg en de With met- en^Rooseboom en Jongsma zonder kennisgeving. Voor zitter de heer burgemeester. I. De notulen der op 20 Junij jl. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Het rapport van het door de daartoe benoemde commissie ingesteld onderzoek van de rekcuiog der stadsarmenkamerover 1872. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver zoek ran L. Wever, om eene gratilicatie uit de gemeentekas te erlangen. 3. Idem op het verzoek van A. Hogenhuishoofdonderwijzer aan de armenbewaarschoolom verhooging van bezoldiging na een bepaald getal dienstjaren en van de hem toegekende toelage voor gemis van vrije woning. 4. Eene voordragt tot benoeming van eene hulponderwijzeres aan de Fransche dag- en kostschool voor jonge jufvrouwen waarop voorkomen Petronella WilhelmiDa van Ameron te Ede, Edzerdina Jacoba van Ilolthe te 's Gravesande en Gerharda Wil- lemina van der Heijden te Doetinchem. Voormelde stukken zijn ter inzage gelegd, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 5. Een adres van J. D. de Vries en C. F. Schwanerhoudende verzoek om de sloot langs de kadastrale perceelen sectie G no. 38183835 Achter de Hoven te doen dempen. 6. Idem van Jacomina Jaussenom verhooging barer bezoldi ging als medehelpster bij het onderwijs ia vrouwelijke handwer ken aan do le tusschenschool 2e klasse. 7. Idem van P. van der Wal om eervol ontslag uit zijne be trekking van hulponderwijzer aan de armenschool no. 2. De sub 57 vermelde adressen zijn om berigt en raad in han den van burgemeester en wethouders gesteld. 8. Eene missive van de plaatselijke schoolcommissie houdende inededeeling van de dagen waarop het examen aan de armen scholen en de armenbewaarschool zal worden gehouden. 9. Resolution van gedeputeerde statenhoudende goedkeuring van 's raads besluiten tot: a. af- en overschrijving op posten der gemeentebegrooting dienst 1872 b. afkoop van grond- en erfpacht, gevestigd op een aan 8. van der Velde behoorend pand c. wijziging der verordeningregelende de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen. 10. Een schrijven van burgemeester en wethouders houdende mededeelingdat door hen is benoemd tot gaarder der bruggel den aan de Vlictsterbrug J. Jans. De sub 810 vermelde stukken zijn voor notificatie aangenomen. 11. Het verslag van den toestand der instelling «het Sint An- thonij gasthuis", over 1872. 12. Het procesverbaal van de op 5 Julij jl. gehouden verifica tie der gemeentekas. Beide laatstgemelde stukken zijn ter inzage gedeponeerd. III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op roepingbrief aangebragte punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van A. F. Idzerdaom eene brvg over de lijkvaart te mogen leggen. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten Aan A. F. Idzerda, wonende in de Schrans onder Huizum Bijvoegsel beiioorenüe bij de Leeuwarder Courant. in antwoord op zijn adres van 24 Mei 1873 te kennen te geven, dat de raad geene termen Heeft gevonden tot inwilliging van zijn daarbij gedaan verzoek en dat verzoek mitsdien wordt ge wezen van de handT 2. Voorsttl van burgemeester en wethouders op het verzoek van C. P. van Essenom verhooging zijner bezoldiging als bode bij de stads- armenkamtr. De conclusie van liet voorstel luidt als volgt: //1°. Aan C. P. van Essen, bode der stads armcukatner alhier te kennen te geven dat er naar 's raads oordeel geene termen bestaan tot inwilliging van het bij adres van 27 Mei 11. door hem gedaan verzoek tot verhooging zijner jaarweddedoch dat de bepalingkrachtens welke hem ingeval van ziekte kosteloos ge neeskundige hulp en medicijnen worden verstrektvan heden af ook van toepassing is voor zijn gezin. „20. De laatste alinea van art. 72 van het reglement op het bestuur van de stads armenkamer te lezen als volgt: „Hij genietbehalve de voordeelen in het laatste lid van „art. 71 vermeld, voor zich en zija gezin kosteloos geneeskun dige hulp." De heer van Valkenburg heeft met teleurstelling van het voorstel kennis genomen. De adressant is reeds geruimen tijd als bode der armenkamer werkzaam geweesten de bij het adres gevoegde missive van heeren voogden strekt ten bewijzedat zij over de waarneming der betrekking tevreden zijn. in die mis sive wordt tevens te kennen gegeven, dat het tractement reeds voor 30 jaar op ƒ500 is vastgesteld. Wanneer de raad toen reeds de zienswijze was toegedaan dat de titularis met 500 moest wor den bezoldigd, aan gelooft spr. te mogen beweren, dat thans, met het oog op de veranderde omstandighedendie bezoldiging als le weinig mag worden aangemerkt. Burgemeester en wet houders treden in hun voorstel in eene vergelijking met de be zoldiging van andere ambtenarendoch spr. mag niet onopge merkt latendat de bode bij de armenkamer moeijelijk andere werkzaamheden bij zijne betrekking kan verrigtenomdat hij steeds ter dispositie van den president-voogd en den secreta ris moet zijn. Ook zij hier nog vermelddat zijne betrekking eene betrekking van vertrouwen is. 't Is orn de aangevoerde redenendat spr. met leedwezen van het voorstel heeft kennis genomen en thans voorstelt den bodebehalve de uitbrei ding van kosteloos geneeskundige hulp ten behoeve van zijn ge zineene tractemenlsverhooging van ƒ100 toe te kennen. De Voorzitter zal met een paar woorden toelichten het denkbeelddat burgemeester en wethouders geleid heeft om niet in het verzoek te treden. De heer van Valkenburg heeft be weerd datterwijl de bode voor 30 jaar op eene bezoldiging van 500 is aangestelder nu met het oog op de veranderde omstandigheden aanleiding tot verhooging zou bestaan doch de geachte spreker heeft voorbijgezien dat sedert door de wijziging der armenwet de werkzaamheden van den bode zijn vermin derd. Maar afgescheiden nog hiervan gelooft spr.dat eene be zoldiging van ƒ500 met vrije woning, geneeskundige behande ling en brand, plus andere emolumenten als behoorlijk mag wor den aangemerkt. Als hij in vergelijking treedt met andere amb tenaren wier bezoldiging in den laalstcn tijd is verhoogddan meent 6pr. te mogen zeggen dat de bode der armenkamer wat bezoldiging betreft minstens met die ambtenaven gelijk staat. Spr. kan zich begrijpen dat voogden der armenkamer over de waarneming der betrekking tevreden zijn minder goed kan hij zich verklarendat de bode met de hem toegekende bezoldiging enz. niet tevreden is. Hij gelooft dan ookdat voogden meer gelet hebben op 's mans talrijk gezin; maar zijns inziens gaat het te ver met het oog daarop de bezoldiging te verhoogen. Spr. voor zich is van oordeeldat de bode voor de van hem ge vraagde diensten behoorlijk betaald wordt. De heer van Valkenburg wenscht den voorzitter er neg 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1873 | | pagina 1