OMSCHRIJVING
Memorio van toelichting bij de gomeentobegrooting voor 1878.
Voorstel van burgemeester en wethoudora tot regeling der tijden waarop en de voorwaarden onder
welke do openbare lagere scholen voor het geven van godsdienstonderwijs beschikbaar zullen worden gesteld.
Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent een verzoek van do heerea S. E. Oudschans-Dentz
en dr. M. J. Baart de la Faille om vergunning tot het leggen van buizen enz. in de gemeonte ten
behoeve van eene drinkwaterleiding.
Verslag van het onderzoek der gemeentebegrooting voor 1878 in de sectiën van den raad.
Memorie van beantwoording door burgemeester en wethouders naar aanleiding van het verslagomtrent
het onderzoek in de sectiën van de gemeentebegrooting voor 1878.
Verder is als afzonderlijke Bijlage tot liet verslag van 's raads handelingen over 1877 alleen aan do
raadsleden verstrekt:
Bijlage 1. Voorstel van burgemeester en wethouders op adressen van de hoofdonderwijzers I. Visser en F. de Vries, om
door overplaatsing, aan het hoofd te worden gesteld van de op te rigten tusschenschoolmet daartoe betrekkelijke adviezen
van den districts schoolopziener en van de plaatselijke schoolcommissie.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan don 11 Januarij 1877.
1
Vergadering van Donderdag den 11 Jannarij 1877.
Tegenwoordig 18 ledenafwezig de heeren Plantcnga en van
Eijsinga met- en de heer Jongsma zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter wil deze gelegenheid niet laten voorbij
gaan zonder de leden welkom to hceten in deze eerste vergade
ring des jaars.
Het verheugt hem allen weder hier te zienzoo hij vertrouwt
bezield met denzelfden lust en ijver om de belangen der ge
meente te behartigen.
Zoo hij een blik slaat op liet afgeloopen jaardan wordt hij
bezield met eeu gevoel van dankbare tevredenheidoveral toch
heerseht bloei en welvaart in deze gemeentevan rampen bleef j
zij verschoondhij gelooft niet te veel te zeggen door te bewe-
rendat ook menig besluit dezer vergadering tot dien vermeer
derden bloei en die verhoogde welvaart heeft bijgedragen.
Veel blijft er echter nog te doen overvele leemten zullen
moeten worden aangevuldin vele behoeften worden voorzien
doch hij rekent op de welwillendheid van de leden dezer ver
gadering en hoopt dat de pogingen tot bereiking van dat doel
aan te wendenonder Iloogeren zegen mogen strekken tot heil
van onze dierbare gemeente Leeuwarden.
III. De Voorzitter deelt mede, dat er photographiën wor
den vervaardigd van de plannen voor de te stichten beurs en
waag, en verlengt daarom den termijn gesteld voor het sectie-
onderzoek van het betrekkelijk voorstel met drie weken.
IV. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
den afstand van gemeentegrond voor de stichting van een ge
bouw der op te rigten vereeniging de Harmonie.
Op voorstel des voorzitters wordt besloten deze stukken te
doen drukken en daarna te verzenden naar de afdeelingen, ter
wijl door hem wordt bepaald dat dit onderzoek moet zijn afge
loopen binnen 4 weken.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van de wed. L. de Bruin, om op nieuw van gemeente
wege eene gratificatie te erlangen.
Burgemeester en wethouders deelen mededat aan Johanna
Keta, weduwe van Lecndert de Bruin, in leven pijpkouder bij
een der brandspuiten in deze gemeente, sedert 1873 eene toe
lage is toegekend; dat zij thans in het diaconiehuis der Ned.
Herv. gemeente wordt verpleegd en er daardoor misschien ter
men zouden kunnen bestaanom haar voor het volgende jaar
geene gratificatie toe te kennen.
Zij wenschen echter zóóver niet te gaandoch geven in
overwreging de vroeger verleende gratificatie thans tot op de
helft te verminderenzij doen dit niet alleen omdat het vol
gens bekomen informatiën voor de adressante hoogst wenschelijk
is, dat zij in het genot van eenige toelage blijft, dewijl zij zich
van tijd tot tijd verschillende benoodigdhedenvoornamelijk
kleedingmoet aanschaffenmaar speciaal ook omdat zjj is de
weduwe van een in de uitoefening der dienst ongelukkig 'gewor
den beambte bij de brandweer.
De conclusie van het voorstel luidtom te besluiten aan de
adressante over 1877 van gemeentewege eene gratificatie toe te
kennen ten bedrage van zes en twintig gulden.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van M. 8. llirschom op nieuw met eene gratificatie te
worden begiftigd.
Burgemeester en wethoudersvan oordeel dat de omstandig
heden waarin de adressant verkeertnog steeds van dien aard
zijn, dat het erlangen eencr gratificatie voor hem hoogst wen
schelijk is, stellen voor om te besluiten aan Meijer Samuel
Hirsclivroeger openbaar onderwijzer in deze gemeenteover
Bijvoegsel beiioorende bij de Leeuwarder Courant.
1877 eene gratificatie uit de gemeentekas toe te kennen ten
bedrage van een honderd vijf en twintig gulden.
4. Het 2e suppletoir kohier voor de belasting op het inko
men over het dienstjaar 1876.
Dit kohier voorloopig vastgesteld met een belastbaar inkomen
van ƒ15,407.925 en een bedrag van don aanslag groot 579,99
wordt ter inzage van de leden gelegdom te worden behandeld
in eene volgende vergadering.
5. De rekening en verantwoording wegens de fondsen der kamer
van koophandel en fabrieken te Leeuwarden, over het jaar 1876.
Deze rekening, sluitende met een nadeelig saldo van ƒ0.98'
wordt ten fine van onderzoek gesteld in handen eener commis
sie bestaande u;t de heeren Attemavan Sloterdijck en Buma.
0. Het procesverbaal van de op 8 Januarij j.l. plaats gehad
hebbende verificatie der gemeentekas.
Dit wordt ter inzage van de leden gelegd.
V. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. Dat gedeputeerde staten hebben goedgekeurd het raads
besluit tot afstand van gemeentegrond aan de Gebr. Marcus.
2. Eene missive van de heeren S. E. Oudschans-Dentz en
dr. M. J. Baart de la Failleberigtendc dat zij de voorwaarden,
gesteld bij raadsbesluit van 14 December 1876, in betrekking
tot de aanvaarding van het bouwterrein 1aannemen.
3. Eene missive van den portier der burger dag- en avondschool
houdende dankbetuiging voor de verhooging zijner jaarwedde.
VI. Wordt overgegaan tot do behandeling van de op den
oproepingbrief vermelde punten
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van de Wed. Oberink om eene gratificatie.
Conform do conclusie wordt besloten aan Elisabeth Noorder
broek weduwe van Wijbe Oberinkin leven concierge in het
gemeentehuis alhier over het jaar 1876 eene gratificatie van
gemeentewege toe te kennen ten bedrage van 52.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhand-
sche verhuring der bovenwoning van de huizinge left. E no 253.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten voor
behoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten de
bovenwoning der aan de gemeente behoorende huizinge lett. E
no. 253 op den zuid-oosthoek der Prins-IIcndrikstraat van den
12 Mei 1877 af onderhands voor den tijd van een jaar in huur
af te staan aan mevrouw de wed. Brunger, geboren van der
Leij zulks voor eene huursom van vier honderd en vijftig gul
den en verder op de voorwaarden omschreven in de huurover
eenkomst voor het loopende huurjaar tusschen de gemeente en
den heer mr. E. Koniiig aangegaan.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tct vaststelling
van besluiten ter zake afschaffing cler tolheffing op den kunstweg
van Hijum en ontscheiding van den gemeenschappelijken eigendom
der beide tolgaarderswoningen enz.
Nadat door den secretaris voorlezing is gedaan van de inge
diende ontwerp-besluiten worden zonder discussie en hoofdelijke
stemming vastgesteld de navolgende besluiten
A. De gemeenteraden van Leeuwarden en Leeuwarderadeel
Gelet op het bepaalde bij artt. 121232 en 233 der wet van
29 Junij 1851 Staatsblad no. 85).
Gelet op de bij resolutie van neeren Gedeputeerde staten van
Friesland d.d. 8 December j.l., no. 7, verleende magtigingom
gemeenschappelijk te regelen de opheffing van de beide tollen
op den kunstweg van Leeuwarden naar Hijum.
Besluiten
Met den 12 Mei 1877, 's middags twaalf uur, zullen worden
opgeheven de beide tollen op evengemelden kunstweg en op
dat tijdstip vervallen de heffing van tolregtalsmede de ver
ordening regelende de invordering der tolheffing, beide vastge
steld bij raadsbesluiten van 13 Junij en 6 Junij 1861goedgc-
l