Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 11 Januarij 1870.
de uitvoering hunner besluiten zoo ver die uitvoering niet aan
anderen is opgedragen. Van het dien ten gevolge door hem
verrigte geeft hij verslag in de eerstvolgende vergadering.
Alle van de voogden uitgaande stukken worden door hem
en den secretaris-boekhouder, geteekend.
Art. 51. Ingeval van afwezigheid, ziekte of ontstentenis van
den voorzitterwordt hij vervangen door den oudsten voogd
in dienst.
Art. 52. Het dagelijksch beheer van het stads armhuis wordt,
telkens voor den tijd van een jaar, door de voogden aan eene
commissie van minstens twee leden uit hun midden met den
secretaris-boekhouder, onder den titel van regenten van het
Btads armenhuisopgedragenovereenkomstig het bepaalde bij
het lie hoofdstuk van dit reglement.
Art. 53. Het opzigt over en de uitdeelingen van turf, de
regeling en uitdeeling van kleeding aan bedeelden en zoodanige
verdere werkzaamhedenals waaromtrent de voogden dit dien
stig achtenworden jaarlijks opgedragen aan vaste commission
uit hun midden.
Art. 54. Iedere commissie houdt de registers aan tot haar
beheer betrekkelijk. De rekeningen tot dat beheer betrekkelijk,
worden door haar onderzocht en bij weibevinding geviseerd.
HOOFDSTUK I Y.
Yan den secretaris-boekhouder.
Art. 55. De secretaris-boekhouder wordt benoemd door den
gemeenteraadop eene aanbeveling van een dubbeltal personen,
door de voogden op te makenvermeerderd met gelijk getal
door burgemeester en wethouders daarbij te voegen.
Art. 56. De secretaris-boekhouder wordt aangesteld voor den
tijd van vijf jarendoch is telkens weder benoembaar.
Art. 57. Minstens twee maanden vóór zijne aftredingwordt
door de voogden ingezonden de aanbevelingslijst, bedoeld in
art. 55.
Art. 58. De secretaris-boekhouder tusschentijds bedankende
of komende te overlijdenwordt zoodra mogelijkuiterlijk bin
nen twee maandeneene aanbevelingslijst van twee personen
ter vervulling der vacature aan den gemeenteraad ingezonden.
Gedurende de vacature zullen de function van secretaris-boek
houder worden waargenomen door een der ledendoor de voog
den te benoemen, tegen genot van het tractement van den
secretaris-boekhouderzoo als dit bij het tegenwoordige regle
ment is vastgesteld. Van deze benoeming wordt onmiddellijk
kennis gegeven aan burgemeester en wethouders.
Ingeval geen der voogden de waarneming dier betrekking op
zich wenscht te nemenzal die docr henaan iemand buiten
het collegiein overleg met en onder goedkeuring van burge
meester en wethouderstegen genot van het tractement van
den secretaris-boekhouderworden opgedragen.
Art. 59. De secretaris-boekhouder geniet eene jaarwedde van
ƒ800 en hoedt daaruit tevens alle schrijfloonen.
Het benoodigd materieel wordt hem evenwel verstrekt.
Art. 60. Hij is verpligt de voogden en den tijdelijken voor
zitter bij te staan en behulpzaam te zijn in alles, wat tot hun
beheer behoort.
Art. 61. Hij moet alle vergaderingen van voogden bijwonen
en aanteekening houden van al het verhandelde.
Hij heeft in alle zaken eene adviserende stem.
Art. 62. Hij is belast met het stellen en uitvaardigen van
alle brievenrapporten jaarlijksche verslagen of opgaven die
door het gemeentebestuur of andere autoriteit van de voogden
worden gevraagd, en verder alle, geene uitgezonderde stukken;
alsmede met het ontwerpen der staten van begrootingder re
kening en verantwoording aan het gemeentebestuur, voorts alles
wat tot de boekhouding van de stads armenkamer behoort.
Art. 63. Hij onderteekent met den voorzitter alle uitgaande
stukken en draagt zorg voor de goede bewaring der inkomende
stukken.
De boeken cn registers, in art. 29 dezer verordening opge
noemd en verder zoodanige registers als door voogden noodig
worden geachtworden door hem aangehoudenvoor zooverre
dit niet aan anderen is opgedragen.
Are. 64. Hij doet opzigtens de armendie vaste bedeeling
of onderstand gedurende den winter vragenvóór dat op hunne
aanvragen door de voogden wordt beslistonderzoek naar hunne
behoeftenen is verpligt die armen te dien einde in hunne wo
ningen te bezoeken. Hij moet omtrent zjjne bevinding schrif
telijk rapport met advies uitbrengenin de gewone vergadering
van de voogden.
Art 65. Bij aanvragen om genees-heel- cn verloskundige
hulp worden de daartoe strekkende wjjkbriefjes bij den secre
taris-boekhouder bezorgd en terstond door hem een onderzoek
ingesteld naar de behoeften. Zijn deze overeenkomstig het wijk-
briefjedan wordt de gevraagde hulp verleend en daarvan in
de eerstvolgende vergadering van voogden door hem schriftelijk
rapport met advies uitgebragt.
Art. 66. Hij zorgtzooveel mogelijkdat de kinders der
bedeelden gevaccineerd, en op school worden geplaatst.
Art. 57. Ilij is bevoegd in onvoorziene gevallen dadelijke
hulp te verleenen onder verpligting om daarvanzoo spoedig
mogelijkkennis te geven aan den voorzitter.
Hij is mede bevoegd aan de voogden zoodanige voorstellen
in het belaug der administratie of in het belang der armen te
doenals hjj nuttig oordeelten gedraagt zich overigens naar
hetgeen in deze verordening, ofschoon niet bijzonderlijk in dit
hoofdstuk opgenoemd, te zijnen opzigte is voorgeschreven.
Art. 68. Hij is bevoegd de dienst van den bode te vragen
in zaken tot het beheer der stads armenkamer behoorendezoo
dikwijls zulks noodig zal zijn.
Art. 69. Op hem is van toepassing hetgeen bij art. 28 ten
aanzien der voogden is bepaald.
Art. 70. Ingeval door ziekte of andere beletselen de secretaris-
boekhouder tijdelijk buiten staat is zijne function waar te ne
men wordt een der ledendoor de voogden aan te wijzen
daarmede belast, of wel zijn zij gemagtigd om, zoo noodig,
iemand anders daartoe tijdelijk te committeren ten koste van
den secretaris-boekhouder; dit laatste evenwel niet dan in over
leg met en onder goedkeuring van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK V.
Yan den bode.
Art. 71. Bij de stads armenkamer is een bode werkzaam,
ten einde voogden en den secretaris-boekhouder ten dienste te
staan in alleswat het beheer der instelling betreft.
Hij wordt door voogden benoemd en des gevorderd ontslagen.
Hij gedraagt zich naar eene ambts-instructiedoor voogden
vast te stellen en aan burgemeester en wethouders mede te
deelen.
Hij geniet eene jaarlijksche belooning van 500benevens
vrije woning en brandstof alsmede kostelooze genees- en heel
kundige hulp voor zich en zijn gezin.
Dit reglement treedt in werking met den 1 February 1877.
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de Voor
zitter de vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeentera
Vergadering van Donderdag 25 Januarij 1877.
Tegenwoordig 17 leden; afwezig zonder kennisgeving de hee-
reu Wijbrandi, Wicrsma, de la Faille en van Eijsinga.
Voorzitter de heer Burgemeester.
I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
II. De heer Attema. brengt namens do in de vorige ver
gadering beuoemde commissie rapport uit over de rekening van
de kamer van koophandel en fabrieken over hot jaar 1876.
Blijkens dat rapport doet zich het vreemde ja onmogelijke
verschijnsel voor dat door die kamer meer werd uitgegeven dan
ontvangen.
Een uitgaaf van ƒ300.98 toch wordt voldaan met een ont
vangst van 300.
De commissie van oordeel zijnde dat alsnog een post van ont
vang ad 98 cent moet worden aangebragt opdat ontvangstenen
uitgaven precies balanceeren, stelt derhalve voor om te beslui
ten de betrekkelijke stukken ten fine van redres en aanvulling
aan de kamer van koophandel en fabrieken terug te zenden
met uitnoodigiug om de stukken alzoo aangevuld later aan den
raad op nieuw aan te bieden.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en ivethouders op een adres
van mr. I). van der Veenontvanger der gemeente Leeuwarden
waarbij deze verlof tot afwezigheid verzoekt.
Nadatop voorstel des voorzittersbesloten is terstond tot de
behandeling over te gaan wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming aan den heer mr. D. van der Veenontvanger dei-
gemeente een verlof tot afwezigheid buiten de gemeente ver
leend, uiterlijk tot den 20 February 1877.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van verschillende bewoners van de Tweebaksmarkt houdende ver
zoek om de boomen aan beide zijden der gracht langs de Twee
baksmarkt te rooijen.
De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wethouders
met het oog op den tijd van het jaar het wenscheljjk geoordeeld
hebben bij dit adres terstond een voorstel te voegenen wel
om te besluiten burgemeester en wethouders te magtigen om
de boomen, staande aan weerszijden van de gracht langs de
Tweebaksmarkt te doen rooijen en door anderen te vervangen.
Hij stelt bovendien voor dit voorstel terstond te behandelen.
De heer Jongsma ziet er bezwaar in om dit voorstel ter
stond in behandeling te nemendaar het hein voorkomt dat het
hier eene zeer disputabele kwestie geldt.
Spreker had voor eenigen tijd vernomen dat dit adres zoude
inkomen en heeft toen dadelijk den indruk gekregen dat er
tegen de inwilliging van dit verzoek ernstige bezwaren bestaan.
Hij mist 5 leden in de vergadering cn nu kan het zijn dat er on
der deze zijnwelke die bezwaren deelenhij wenscht daarom dat
dit voorstel niet terstond in behandeling worde genomen en
stelt voor die uit to stellen tot eene volgende vergadering.
De heer Attema wenscht een vraag te rigten tot het dage
lijksch bestuur, ofschoon het mogelijk is dat die geheel onnoo-
dig zal blijken te zijnnamelijk deze„behoort deze zaak wel
„bij den gemeenteraad te worden behandeld behoort die niet
„geheel cn al tot de competentie van burgemeester en wethou
ders
Moeten er boomen gerooid worden dan heeft het dagelijksch
bestuur daartoe geen goedkeuring van den raad noodigwel in
geval van verkoop.
De Voorzitter antwoordt den heer Attema dat hij volgens
de letter der gemeentewet gelijk heeft; burgemeester en wet
houders hebben de magt om boomen te doen rooijen.
Het geldt hier evenwel een diep ingrijpenden maatregel en
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
d te Leeuwarden, van den 25 Januarij 1877. 9
daarom wilden burgemeester en wethouders het gevoelen van
den raad over deze kwestie inwinnen.
Tot nadere toelichting merkt hij nog aan dat de boomen die
voor ongeveer 12 jaren geplant zijn voor het gouvernementshuis
zullen blijven staan.
Gaarne eerbiedigt hij den wenscli van den heer Jongsrna met
het oog op de afwezigheid van sommige ledendoch van den
anderen kant komt hem uitstel niet wenscheljjk voordaar het
niet alleen geldt de kwestie om boomen te planten doch ook
nog eenige tijd gevorderd wordt om goede boomen door middel
der boomkweekers te verkrijgen.
De heer Jongsnia heeft omtrent de competentie van burge
meester en wethouders een ander gevoelen als de beide vorige
sprekers. Gaarne wil hij daar waar ze bestaat erkennende wel
willendheid van burgemeester en wethouders, doch zijns inziens
wordt deze zaak geheel te legt bij den raad gebragt.
Art. 141 der gemeentewet toch zegt, dat„de raad beveelt
„het aanleggen of verbeteren van gemeentewegenwaterleidin
genstraten, pleinengrachtengebouwen, werken en inrig-
„tingen'' en dit artikel is hier van toepassing.
Ook is, als zijn geheugen hem niet geheel bedriegt, deze
zaak niet zonder antecedententusschen 1849 en 1853 werd
aan deze vergadering een voorstel gedaan tot rooijing van boo
men langs den Spaajaardsdijken daartegen kwam zoo lievige
oppositie van wege de ingezetenen dat het voorstel verworpen
werd.
De lieer Attema acht zich verpligtnu hij eenmaal deze
kwestie heeft aangeroerd, tegen den heer Jongsinaop te komen.
Deze zaak valt niet in do termen van art. 141 der gemeente
wet het is een geheel ander geval dan daar bedoeld wordt. - -
Houdt men aan de woorden der wet in hunne eenvoudige
beteekenis vastdan heeft deze zaak niets gemeens niet het
aanleggen b. v. van een kade of dergelijk werk, doch geldt het
alleen de kwestie dat oude boomen verwijderd en nieuwe daar
voor in de plaats gesteld zullen worden.
Als bewijs van welwillendheid van het collegie tegenover den
raad waardeert hij het aanbrengen van dat voorstel te dezer
plaatse; - behoorde hjj echter tot dat collegie, zoo zoude hjj
er voor hebben geijvercl, dat het collegie deze zaak hadde af
gedaan. Ieder collegie moet de attributen aan zich houden die
hem wettig zijn toegekend en moet daarvan niets afstaan.
De voorstelling door den heer Jongsma gegeven omtrent het
gebeurde niet de boomen aan den Spanjaardsdijk komt hem
minder juist voor. De zaak is dezede raad besloot om de
boomen op stam staande te verkoopen cn dit besluit werd door
gedeputeerde staten niet goedgekeurdlater heeft men sommige
dier boomen eerst gerooid en daarna verkochttot welken ver
koop van roerend goed geen magtiging van hooger gezag noodig
was. De raad nam toen alzoo geene beslissing omtrent het
rooijen cn weder inplantenmaar omtrent het verkqopen van
boomen.
De heer Jongsma (met verlof der vergadering voor de derde
maal het woord voerende) beroept zich nog op art. 179 lit. h
der gemeentewet. Daar wordt zijns inziens de algemeene werk
kring van burgemeester en wethouders omschreven en deze
bepaling wordt nader verklaard, of liever beperkt, door art. 141.
Onder een vroegeren voorzitter heeft spr. er steeds op gewe
zen dat burgemeester en wethouders moeten vasthouden aan
de magt hun bij de gemeentewet toegekendwant dat het te
gendeel tot verwarring aanleiding geeft. In casu echter ver
smilt hij met den heer Attema van gevoelen.
Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt be
sloten het voorstel terstond in behandeling te nemen.
De heer Jongsina erkent, dat die groote boomen hier en
daar de zon beletten tot de huizen door te dringen en dat daar
door die huizen meer aan vochtigheid onderhevig zijndoch
2