I i 20 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 Februari] 1876. De heer Dupnrc constateert, dat hij begon met te zeggen, dat hij vroeger in de secties dergelijke klassen-lijsten gezien had doch natuurlijk niet wist, of die nu weder bestonden. Aan den heer Attema antwoordt hijdat de leden van den raadin het bezit van het door hem bedoeld boekje juist alle» vooraf goed zullen kunnen nagaanmen zal personen vinden die men te hoog, anderen die men te laag vindt aangeslagen, meermalen oorzaak geweest Ulg O'TT 1 1 1Vi- .^r-,1 „ncr (lof cnmnilOTi Villi rim 1111' thans niet bedriegthot boekje bij Miedema en voor diens risico gedrukt nog al eenig nut heeft gehad. Jn het oorspronkelijke kohier toch heeft men de bewoners van iedere wijk naast elkanderdoch nu zal men krijgen eene col lectie van personendus elkander opvolgende personen die eren vooraf "èoëd zulïen kunnen "nnjjaanT men'zal perso'nen vinden, lioog zijn aangeslagen, en juist deze verzamelstnat is in 1874 die men te hoof anderen die men te laag vindt aangeslagenmeermalen oorzaak geweestdat men juist door die collectie die men te no i...,.;,,. i,PPft Uu welter zag, dat sommige van die personen, wat hun inkomen betrof, visie "gelegen" °doch "hij vraagt wolk lid van den raad zal dat niet in elkanders gezelschap 'thuis behoorden. Dit gat nanlci- geheele kohier hebben kunnen nagaau 'i In de secties gaat het ding, om sommigen daarvan te yerhoogen of te verlagen en geheele komer neonen hu men e tc brengen in couc mecr voor hen passende omgeving. AUe aindere voorstellendie in de sectiën worden gebragt, Om deze reden zal hij het voorstel ondersteunen, ontvangen de leden steeds gedrukt voor zich. Hij acht dit hier, jjet voorstel daarop in stemming gebragt wordt aangenomen waar het de beurs der ingezetenen geldt, van niet minder over- mct iq stemmen tegen 2 die van de heeren Bloembergen en wegend belang. Het voorloopig vastgesteld kohier wordt in de Rengers. meeste kringen thans besproken op eene wijzedie te meer moet j^iets meer aan de orde of voorgesteld zijnde wordt de leidén tot aanneming van zijn voorstel om het kohier op aeoe- y aderi geslotennadat nog was bepaalddat het voorloo- doelde wijze te doen drukken en algemeen verkrijgbaar te stellen. va8^.geg^ei(j kohier voor de directe belasting op het inkomen, De Voorzitter deelt mede dat blijkens nader ingewonnen teu behoeve der gemeente Leeuwarden voor het dienstjaar 1877, inlichtingen ook dit jaar klassen-lijeten worden vervaardigd en hetwelk gedurende den bij de wet bepaalden tijd ter inzage men daarmede reeds tot en met wijk L gereed is. De heer Jongsma gelooft dat zoo zijn geheugen hem al- heeft gelegenten fine van onderzoek en rapport zal worden verzonden naar de afdeelingen. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 Maart 1877. 21 Vergadering van Donderdag 8 Maart 1377. Tegenwoordigeerst 16, later 19 leden; afwezig de heeren do la Faille en Tigler Wijbrandi, beide zonder kennisgeving. Voorzitter do heer burgemeester. I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor den gelezen en goedgekeurd. II. Rapporten 1. De heer Duparo brengt rapport uit over de door de commis sie van bestuur over het stads ziekenhuis gedane aanvraag om magtiging tot het doen van af- en overschrijving op de bbgroo- ting dier instellingdienst 1876. Daar er geenerlei bezwaar tegen die aanvraag bestaat stelt de commissie voorde magtiging te verïeenen. 2. De heer Suringar brengtnamens de daartoe benoemde commissie, rapport uit over eene aangevraagde magtiging tot het doen van af- en overschrijvingen op de begrooting der stads armenkamerdienst 1876. De conclusie strekt tot het verïeenen der magtiging. 3. De heer Attema brengt rapport uit over de rekening en verantwoording der kamer van koophandel en fabrieken te Leeuwarden, dieust 1876, zooals die is gewijzigd ingevolge raadsbesluit van den 8 February j.l.no. 5. De conclusie van het rapport strekt tot goedkeuring. Deze rapporten zullen ter inzage van de leden worden gelegd, om te worden behandeld in eene volgende vergadering. III. Do Voorzitter bepaalt, dat het onderzoek van het kohier van den hoofdelijkcn omslag voor het dienstjaar 1877 in do sectiën moet zijn af'geloopcn heden over 14 dagen. IV. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende uitloting van aandeelen in twee geldleeningen. Volgens de plans van de geldleeningen aangegaan in 1873 en 1875, moet van die leeningen jaarlijks op den 1 Julij aflossing plaats hebbenvan eerstgenoemde tot een bedrag van f 3000en van laatstgenoemde tot een bedrag van f 2000, terwijl de uitloting tot aanwijzing der obligatiëndie zullen worden afgelostmoet geschieden in de maand Maart. Ter voldoening aan die verpligtingen stellen burgemeester en wethouders voor om te besluitenover te gaan tot de uitloting van drie aandeelenieder groot f 1000in de geldleening aan gegaan in 1873tot een bedrag van f 200,000en twee aan deelen ieder groot f 1000in de geldleening aangegaan in 1875tot een bedrag van f 90,000. 2. Em voorstel van burgemeester en wethouders tot overname voor de gemeente van een strookje grondten behoeve van eene publieke straat Achter de Hoven. Krachtens raadsbesluit van den 20 September 1876 werd voor de gemeente aangekocht een strook grond Achter de Hoven met het doel den weg aldaar te verbeteren en van een brand- riool te voorzienterwijl de verpligting thans op haar rust om met den eigenaar van het ton oosten belendende perceel gemeenschappelijk eene schutting te plaatsen en te onderhouden. De eigenaar van dat perceelW. Visserkoopman alhier heeft hot aanbod godmanomter verbreeding van het aan de gemeente behoorende terrein, over de geheele lengte een meter breedte om niet af tc staanmits van wege de gemeente voor hare rekening alsdan dat stuk grond over de geheele breedte worde bestraat, tot de publieke dienst bestemd, en van een riool tot afvoer van hemelwater worde voorzien. De directeur der gemeentewerken acht dat aanbod aanneme lijk en bevorderlijk voor den welstandterwijl de gemeente daardoor tevens ontheven zoude worden van den last, om eene betrekkelijk kostbare erfscheiding iu stand te houden. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. Burgemeester en wethouders oordeelden echter dat de eige naar van het aanbelendende perceel, als in dezen de meest belang hebbende, zich buitendien eene geldelijke opoffering moest ge troosten en stelden hem voor aan zijn aanbod eene som van een honderd gulden toe te voegen welk aanbod door hem werd aangenomen, onder voorwaarde dat de kosten der te maken overeenkomst komen voor rekening der gemeente. Naar aanleiding van een en ander stellen burgemeester en wethouders nu voor om te besluiten, voorbehoudens goedkeu ring van heeren gedeputeerde staten, voor do gemeente om nht in eigendom over te nemen van Willem Visser, koopman te Leeuwarden, de westelijke strook, ter breedte van één meter, van een perceel tuingrond, gelegen ten zuiden van den weg Achter do Hoven, ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no. 3294, op de volgende voorwaarden: a. de gemeente neemt op zich om de aan haar af te stane strook grondzoomedo het ten westen daaraan belendende haar reeds behoorende terrein te bestratenen tot publieke straat te bestemmen en tevens om daarin een riool tot afvoer van hemelwater aan te leggen en te onderhouden. b. de eigenaar van voormelde strook grond verbindt zich om: 1. binnen eene maand, na dagteekening der acte van over- dragtaan de gemeente te betalen eene som van een honderd gulden, als bijdrage in do kosten van de aan te leggen straat en riool 2. op het aan hem verblijvende gedeelte van zijn perceel tuin grond de voorgenomen stichting van gebouwen te doen plaats hebben in do rooijing, welke hem van wege het gemeentebe stuur zal worden aangewezen 3. to zorgendat nu en voor het vervolg op de onbebouwde ruimte tusschen de voorgevels der te bouwen huizen en de te maken publieke straat geeno getimmertenhoe ook genaamd worden geplaatst en de afscheiding tusschen die huizen onder ling en tusschen de publieke straat zullen bestaan'in een heg, houten of ijzeren hek, niet hooger dan één meter boven het terrein 4. wanneer hij tot scheiding van zijn erf cn de publieke straat een heg wil makendeze te plaatsen op minstens 30 decimeter afstand van .die straat. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders ter zake over' dragt aan den staat van het regt van heffing van sluis en brug geld aan de Nesserzijl. Bij besluit van don 22 February 11. werd eene tot deze aan gelegenheid betrekkelijke missive met bijlagen van den commis saris des konings in deze provinciein handen gesteld van bur gemeester en wethouders om berigt en raad. Burgemeester en wethouders deelcn nu mededat de Nesser zijl en bijbehoorende brug, vroeger ia onderhoud en beleer waren bij de provincie, terwijl de opkomsten dier werken wa ren ten bate der gemeente Leeuwarden, doch dat die werken met ingang van den 1 Augustus 1876 in beheer en onderhoud zijn overgegaan bij het rijk. 'De gemeente Leeuwarden geniet sedert het laatst der 15de eeuw de opkomsten van de Nesserzijl, als gevolg van het Lep- peverbondoorspronkelijk bestondenter plaatse waar nu die Zijl isslechts schuttingen of vallendie later in een vallaat of doorvaart werden veranderdten einde den schepen van 01- deboorn een korteren weg te openen naar Grouw, zonder Irn- sumerzijl te passeren. Aangezien de opkomsten van laatstgenoemde Zijl ten bate van Leeuwarden kwamenen die voordeelen door bovenver melde verandering belangrijk zouden vermindereneischte het I bestuur dier stad dat voor doorvaart der Nesserzijl van de sche pen dezelfde tol zoude worden geheven als bij de Irnsumerzijl, met bepaling, dat die voordeelen zouden strekken tot vergoe- 1 ding *voor de geleden schadeaan welken eiseh is voldaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1877 | | pagina 1