if >W:m j* 34 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22Maart 1877. De heer Duparc zou gaarne wensehen te vernemen, waarom de vorige spr. zich met het oog op dat wetsartikel van mede stemmen wil onthouden. De heer Kuipers. Omdat mijn broeder een der ondertee kenaars is van het adres tegen het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer Duparc is van oordeel dat de interpretatiedie de heer Kuipers geeft aan art. 46 der gemeentewet, niet de juiste is. Wij hebben hier te doen met een voorstel van burgemeester en wethouders en de onderteekening an een adres tegen dat voorstel door iemanddie in den bij dat artikel bedoelden graad van bloedverwantschap staat tot een der leden van den raadkan voor dat lid geen reden zijn om zich van stemming te onthouden. Het gebeurt wel eens, dat aan d ze vergadering adressen worden ingediend met soms ineer dan 100, ja 200 handteeke- ningen. Zoo nu de interpretatie van d»':i heer Kuipers opging dan kon het ligt gebeurendat aan de meerderheid van de raadsleden het stemmen onmogelijk wrd gemaakt en in 't ge heel geen besluit ware te nemen. De heeren Jongsma en Bloembergen komen weder ter ver gadering. De Voorzitter gelooft met den heer Duparc dat er voor den heer Kuipers geen bezwaar kan bestaan om over het voor stel mede te stemmen. Het voorstel alsnu in stemming gebragtwordt aangenomen met 12 tegen 7 stemmendie van de heeren Kuipers, Jongsma, Brunger, Duparc, Suringar, Bakker en van Eijsinga, en is alzoo besloten, art. 13 alinea 2 der verordening op het meten en wegen van granenzaden en peulvruchten enz.vastgesteld den 23 September 1875in te trekken. De Voorzitter het noodig oordeelende eenc zitting met ge sloten deuren te houdenheft de openbare zitting tijdelijk op. Na de heropening niets meer te behandelen of voorgesteld zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. N.B. Op b'adzijde 23 van het raadsverslag leest men onder no. 11: De heer Bloembergen verklaart enz. op grond dat het hem bij nader onderzoek gebleken is dat er tot de kwijt schelding der boete geene voldoende termen bestaan. Men leze hiervoor: De heer Bloembergen ver klaart enz. op grond dat door de adressante geene feiten zijn bijgebragtdie niet reeds vroeger in aanmerking zijn genomen en er alzoo geene termen bestaan op het eens door den raad genomen besluit terug te komen. Verslag der handelingen van den gemeenter Vergadering van Donderdag den 12 April 1877. Tegenwoordig eerst 17 later 18 leden; afwezig de heeren Buma, Jongsma en Attema. Voorzitter de heer J. J. Bruinsma. I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor den gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Ken voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der gemeente-begrootingdienst 1877. Dit voorstel zal worden gedrukt als bijlage bij dit verslag om te worden behandeld in eene volgende vergadering. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen op de gemeente-begrooting, dienst 1876. Wordt ter inzage gelegd om te worden behandeld in eene volgende vergadering. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek van P. Tanja om vergunning tot het leggen van een loop plank. Bjj raadsbesluit van den 27 April 1876 werdnaar aanlei ding van een adres van denzelfden persoon, besloten aan hem in eigendom over te dragen de noordelijke helft van do sloot gelegen tusschen zijn erf en den Hariinger trekwegter grootte van ongeveer 84 centiare, tegen betaling eener som van ƒ84 en verder op bepaalde voorwaarden. Nadat dit besluit was goedgekeurd en met de uitvoering een aanvang zoudo worden gemaakt gaf de heer Tanja te kennen dat hij van de voorwaarden had kennis genomen en daarom zijn gedaan verzoek introkhjj wendde zich daarop tot burge meester en wethouders met verzoek hem het leggen van een loopplank toe te staan, op welk verzoek door dat collegia tot tweemalen toe afwijzend werd beschikt. De heer Tanja veroorloofde zich evenwel de vrijheid toch een loopplank te leggenwelke eerst na eene schriftelijke aan maning door hem is verwijderd. Vooral de aangenomen grootte der over te dragen halve sloot had bij den adressant een overwegend bezwaar opgeleverd en omdat hierover reeds meermalen verschil bij de opmeting ont staan was, hadden burgemeester en wethouders met het oog daarop eene bepaalde som vastgesteld en niet eene som per centiare aangegeven. In vergelijking met den prijs dien het Rijk berekent voor het verkrijgen van den eigendom van berm en sloot bijv. langs bouwterreinen in de Schrans is ook de voorgestelde som zeer billijk te achtenhet Rijk toch berekent per centiare evenveel als de daaraan gelegen bouwterreinen hebben gekostzoodat in de Schrans daarvoor ƒ3.25 tot ƒ4.10 per centiare moest wor den betaald. Wat verder de bewering van adressant betreft, dat hem het regt van waterlossing zou zijn benomen deelen burgemeester en wethouders mede, dat adressant in 1873 zelf heeft verklaard dat het leggen van een pomp in een te dempen gedeelte sloot ten einde stremming in de waterlossing te voorkomen alstoen geheel onnoodig was. Burgemeester en wethouders zijn verder van oordeel dat het bij de eventueele bebouwing van het terrein tusschen het huis van den heer Tanja en de brugwachterswoning minder raad zaam is te achten toegangen van die huizen naar den weg te maken door middel van bruggen of loopplanken; waar toch in andere gedeelten der gemeente steeds pogingen worden aange wend om in het belang der volksgezondheid en den welstand zulke scheidingslooten te dempen, verdient het zeker geene aanbeveling dien toestand elders in het leven te roepen. Hoe de raad evenwel ook op het verzoek mogt besluiten, zal in elk geval het besluit van 27 April 1876no. 8moeten wor den ingetrokken. Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant, iad te Leeuwardenvan den 12 April 1877. 35 Burgemeester en wethouders stellen alzoo voor om te besluiten a. in te trekken het raadsbesluit van den 27 April 1876 no. 8, en b. het adres ten fine van beschikking te renvoijeren aan burgemeester en wethouders. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek van W. Hilarides om afstand van gemeentegrond. Adressant verzoekt van de gemeente in eigendom te mogen erlangen een plek gemeentegrond gelegen op den hoek van de Schoolstraat en do Willemskade (noordzijde). De directeur der gemeentewerken heeft geadviseerd die plek, breed 20, 23 en diep 30 meter, in eigendom af te staan tegen f'i de centiare, en vindt tot deze prijsbepaling grond inliet resultaat van de publieke veiling der perceelen aan de Wil- lemskade (Noordzijde) gelegen tusschen het huis van den heer O vermeer en de Schoolstraat. Burgemeester en wethouders kunnen zich evenwel met die zienswijze niet vereenigen, omdat de redenen die in 1871 tot den publieken verkoop hebben geleidthans niet meer bestaan nu de geregelde bebouwing van bouwterrein B is bereikten bovendien eenige uitgaven van de gemeente zouden worden geëischtom den aanleg achter het terrein door Hilarides aan gevraagd in orde te laten brengen indien zijn verzoek werd ingewilligd. Zij hebben daarop aan den adressant te kennen gegeven, dat zij geDegen waren aan den raad voor te stellen de meergemelde plek grond af te staan tegen eene koopsom van ƒ5 per centiare, waarop de adressant heeft verklaard dat hij niet meer dan 3.50 per centiare wil betalen. Het voorstel luidt alsnu om te besluiten: aan den adressant te kennen gegeven dat zijn verzoek om het bouwterrein, om schreven in zijn adres dd. 24 Januarij 1877te koopen tegen 3.50 de centiareals niet voor inwilliging vatbaarwordt ge wezen van de hand. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot verbou wing van het gebouw lett. F no. 129ain de Doelestraat. Reeds geruimen tijd hebben burgemeester en wethouders uit gezien naar geschikte localen voor liet houden v; 0 het bureau van gratis vaccinatiedat thans gehouden wordt in eene ka mer van den concierge vau het gemeentehuis, boneden do ver gaderzaal van den raad. Meermalen zijn de werkzaamheden in hot bureau hinderlijk voor de discussiën in de raadsvergaderingen, terwijl bo endien dat locaal, waar niet gestookt kan worden, vooral in <len win ter voor vaccinatie-bureau ongeschikt wordt g acht. Ook bestaat er behoefte aan vertrekken vo de vergaderin gen der plaatselijke schoolcommissie, commissie van to :i.;t op do scholen van middelbaar onderwijs en van curatoren van het gymnasium. Ten einde in deze verschillende behoeften te voorzien heb ben burgemeester en wethouders overwogen in hoever liet aan de gemeente behoorend gebouw dat vroeger gebruikt werd tot kantoor van waarborg daarvoor kon worden ingerigt, en in verband daarmede aan den directeur der gemeentewerken op gedragen een ontwerp op te maken. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat de bij het ingezonden ontwerp voorgedragen verbouwing aan de voorom schreven behoefte aan localiteit voldoen zal en ook de raads commissie voor openbare werken heeft daartegen geene beden kingen zoo dit plan mogt worden goedgekeurd zijn burgemees ter en wethouders voornemens een gemeente smotenaar in be doeld gebouw te laten wonen't zij om niet't zij tegen een geringe huurprijs, met bepaling, dat hij verpügt zal zijn do localen schoon te houden en zich te belasten met de bediening van- en de levering van ververschingen aan de commissiën die daar hunne vergaderingen zullen houden. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1877 | | pagina 1