08
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 21 en 28 Junij 1877.
1
1
A
I V
'"ji
Het is bekend zegt spr.dat de inrigting van een gijmnasium
geheel afhangt van het leerplan, terwijl het ook bekend is,
dat zoodanig plan door de regering is ingediend. Zoodra die
indiening heeft plaats gehadhebben burgemeester en weüiou-
ders zich de vraag gesteldof men zou trachten met 1 Octo
ber as. eene reorganisatie van het gijmnasium tot stand te
brengen of dat men gebruik zou maken van die bepaling dei-
wet, welke gelegenheid geeft om den bestaanden toestand ge
durende 3 jaar te bestendigenom in dien tijd de zaak te
regelen.
Burgemeester en wethouders zijn dienaangaande in correspon
dentie getreden met heeren curatoren. Een belangrijk rapport
is van dezen ingekomenterwijl in eene met hen door burge
meester en wethouders gehouden zamenkomstwaarin de zaak
ampel is besproken, voorloopig is beslotenom te trachten reeds
met 1 October a s. eene reorganisatie van het gijmnasium in
het leven te roepenzooveel mogelijk geschoeid op de leest van
de wet van 1876. Spr. herhaalt zooveel mogelijk, omdat er
veel tijd noodig zal zijnom alles geheel overeenkomstig de
wet te regelen. Ten eersten is er veel tijd noodig, om de
voorstellen in zake de finantiën behoorlijk te regelen. De re
organisatie zal betrekkelijk groote uitgaven vereischen. Ten
tweeden zal er veel tijd moeten verloopen tot het bekomen van
bekwame en geschikte leerarendie met 1 October in functie
zullen kunnen treden. Ten derden zal nog moeten worden
overwogen, in hoeverre men op ondersteuning van het rijk kan
rekenen. Naar sprs. inzien heeft Leeuwarden op die ondersteu
ning wel eenigen aanspraak. Terwijl eindelijk nog zal moeten
worden aangewezende plaatswaar het onderwijs zal worden
gegeven.
Het is de wensch van het bestuurzegt spr.omindien al
deze bezwaren bij tjjjds kunnen worden overwonnenhet onder
wijs aan het gijmnasiumgeschoeid op do leest van de wet van
1876met 1 October te openen.
En hiermede hoopt hij den heer Jongsma genoegzaam te heb
ben ingelicht.
De heer Jongsma betuigt den Voorzitter zijnen dank voor de
verstrekte inlichtingen.
Niets meer te behandelen of voorgesteld zijnde, sluit de
Voorzitter de vergadering.
Vergadering van Donderdag 28 Junij 1877.
Tegenwoordig 17 leden; afwezig de heeren: de With, de la
FailleHommes en van Eijsinga.
Voorzitter: de heer J. Jf Bruinsma.
I. De notulen van de vorige op 21 Junij jl. gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een adres van den raad van Sneekover den aanleg
van rijkswege van een kanaal langs de spoorlijn Stavoren—Sneek.
De conclusie van dit voorstel strekt om„het door den raad
„der gemeente Sneek bij Z. E. den minister van binnenlandsche
„zaken ingediend adres, ter zake den aanleg van rijkswege
„van een kanaal langs de spoorlijn Stavoren--Sneek en in ver-
„band daarmede verbetering van de trekvaart van Sneek op
„Leeuwarden, niet te ondersteunen".
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van T. Overdijkom vergoeding van schadegeleden ter zake het
tijdelijk onbruikbaar zijn van den weg Achter de Hoven.
De conclusie ven dit voorstel luidt
„Aan T. Overdijk, koemelker, wonende Achter de Hoven te
„Leeuwarden, in antwoord op zijn adres van 12 Junij 1877 to
„kennen te geven, dat het daarbij gedaan verzoek om tegemoet-
„koming in geleden schade, als niet voor inwilliging vatbaar
„geacht, wordt gewezen van de hand".
3. Een adres van jhr. mr. I. E. v. Humalda v. Eijsingaom
van de gemeente een plekje grond in eigendom te erlangen.
4. Een adres van de heeren S. E. Oudschans-Dentz en dr
Al. J. Baart de la Failleom vergunning tot het aanleggen van
buizen en standpijpen voor eene drinkwaterleiding binnen deze
gemeente.
De stukken nos. 1 en 2 zijn ter visie gelegd, om in eene
volgende vergadering te worden behandeld, torwijl dievermeld
nos. 3 en 4 in handen van burgemeester en wethouders zijn ge
steld om berigt en raad.
III. Wordt medegedeeld
1. Eene dankbetuiging van den heer J. L. Petersen, voor
zijne herbenoeming als boekhouder bij de gemeentelijke gasfa
briek en voor zijne verhooging van bezoldiging als zoodanig.
2. Alsvoren van J. C. Schrijver, voor zijne definitieve be
noeming tot hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 2.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op-
roepingbrief aangebragte punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van
de heeren Baart de la Faille en Oudschans-Dentzom verlen
ging van den termijn voor de aanvaarding van het bouwterrein I.
Do conclusie van dit voorstelluidende
„den term ij u bij raadsbesluit van den 14 December 1877 voor
„de perfectie van de koopacte van het bouwterrein I gesteld
„op den 1 Junij 1877, met zes maanden te verlengen en te be-
palen op den 1 December e. k.onder voorwaardedat door
„de adressanten ook gedurende dat tijdvak van de bij raadsbe
sluit van den 14 October 1875no. 15bij moderatie bepaalde
„koopsom ad f 12,000 eene rente zal worden betaald naar 3
„in het jaar berekend"
wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen.
2. Benoeming van leden der stembureaux voor de verkiezing
van raadsleden.
De ten dezen gehouden stemmingen hebben tot resultaat
dat worden benoemd tot leden van het le stembureauwaarvan
de heer burgemeester voorzitter is, de heeren Wijbrandi en
Dirksen voor het 2e stembureautot voorzitter de heer J. J.
Bruinsmaen tot leden de heeren Bakker en Wiersma.
De overige leden der vergadering worden tot plaatsvervangende
leden benoemd.
Niets meer te behandelen
Voorzitter de YergaderiDg.
of voorgesteld zijnde, sluit de
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 12 Julij 1877.
Vergadering van Donderdag 12 Julij 1877.
Aanwezig 21 leden, afwezig geene.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 28 Junij j.l. gehouden zit
ting worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
a. Het rapport eener raadscommissie betreffende het door
haar bewerkstelligd onderzoek der begrooting voor de kosten
der schutterij voor 1878.
De conclusie van dit rapport strekt om
1. de ingezonden begrooting goed te keuren en vast te stel
len in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van f 4271
2. om de toelage over 1878, ten behoeve der schutterij van
gemeentewege te verstrekken, vast te stellen op 4116.
Ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden
behandeld.
b. Een voorstel van burgemeester en wethouders om, met op
heffing van het bestaande, tegen 1 October 1877 alhier een
nieuw gymnasium op te rigten.
Te doen drukken in de bijlagen tot het verslag van 'sraads
handelingen.
c. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van de hoofdonderwijzeres aan de le bewaarschool om
verhooging harer bezoldiging.
Burgemeester en wethouders stellen voor te besluitenhet
verzoek van de hoofdonderwijzeres der le bewaarschoolom
verhooging harer jaarweddeals niet voor inwilliging vatbaar
te wijzen van de hand.
Ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden
behandeld.
d. Een adres van den hoofdonderwijzer aan de armenbe-
waarschool om ten opzigte der toelage voor woninghuur gelijk
te worden gesteld met de hoofdonderwijzers aan de openbare
lagere scholen.
e. Een adres van den heer I. Bolman omtrent het vaststel
len van politiebepalingendie de publieke veiligheid meer ver
zekeren bij het rijden van zwaar beladen vrachtwagens, hand
karren enz.
f. Een adres van den heer Waller Simon over den slechten
toestand van het voetpad langs de Dockumer Ee en het land
van de heeren Ter Horst.
g. Een adres van J. de Vries om aan hem in huur of koop
af te staan eene strook gemeentegrond, gelegen bij zijne hui
zinge in het Zaailand.
Al deze adressen zijn om berigt en raad in handen van bur
gemeester en wethouders gesteld.
li. Een adres van eenige handelaren uit Rotterdam en Leeu
warden tot ondersteuning van het door burgemeester en wet
houders ingediend voorstel tot stichting van een beurs waaggebouw.
Dit adres, van inhoud gelijk aan dat eenige dagen bevorens
ingekomen van de heeren P. J. Lucardie Zonen en ruim 90
andere ondertoekonarenwaarvan een afdruk aan ieder lid der
vergadering is toegezondenwordt voor kennisgeving aangeno
men om verder daarop, voor zooveel noodig, bij de behandeling
van het voorstel omtrent de beurs-waagstichting te letten.
i. Een adres van J. M. Visser over de plaatsing van een
ijzeren hek en van lantaarnpalen op den stoep zijner huizinge
aan de Tuinen.
Dit adresgerigt aan don raaddoch een onderwerp betref
fende tot do competentie van burgemeester en wethouders be-
hoorendewordt ten fine van beschikking in handen van dat
collegie gesteld.
k. Eene missive van voogden der stads armenkamer ten ge
leide van de begrooting dier instelling voor 1878.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de
heeren van Sloterdijck, Wijbrandi en Bakker.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
III. Wordt medegedeeld
1. de dankbetuiging van den heer P. Pama de Kempenaer
voor zijne herbenoeming als directeur der gasfabriek en de ver
hooging zijner jaarwedde als zoodanig
2. de goedkeuring door den koning van 's raadsbesluit in zake
de heffing eener belasting op de hondenen
3. de goedkeuring door gedeputeerde staten van 's raads be
sluiten tot af- en overschrijving van- en op artikelen der ge-
meentebegrootingdienst 1876.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op-
roepingbrief aangebragte punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van een adres van den raad van Sneek over den aanleg van rijks
wege van een kanaal langs de spoorlijn StavorenSneek.
De Voorzitter geeft te kennen, dat met het oog op de de
zer dagen plaats gehad hebbende vergadering van provinciale
staten, waarin het onderwerpelijk punt aanhangig is gemaakt,
doch waaromtrent vooralsnog geene beslissing is genomenbur
gemeester en wethouders het wenschelijk achten de behande
ling in den raad uit te stellen tot dat daaromtrent een besluit
bij do staten zal zijn gevallen ten einde in verband daarmede,
een nader welligt gewijzigd voorstel aan den raad te kunnen
indienen.
Een te dien einde door den voorzitter gedaan voorstel wordt
zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van
T. Overdijk om vergoeding van schadegeleden ter zake liet tij
delijk onbruikbaar zijn van den weg Achter de Hoven.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit voorstel beslotenaan T. Overdijk, koemel
ker, wonende Achter de Hoven te Leeuwarden, in antwoord
op zijn adres van 12 Junij 1877 te kennen te geven dat het
daarbij gedaan verzoek, om tegemoetkoming in geleden schade,
als niet voor inwilliging vatbaar geacht, wordt gewezen van
de hand.
3. Verslag der rapporteurs uit de sectien wegens het onder
zoek van het voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
de stichting van een beurs-waaggebouw (zie bijlage tot 's raads
verslag no. 21 van 1876 en no. 12 van 1877).
De algemeene beraadslagingen over dit punt geopend zijnde
wordt het woord gevoerd iii navolgende orde
De heer Jongsma zegt, dat, hoort men, dat de beurs-zaak
zal worden behandeld, men onwillekeurig denkt aan eene oude zaak
die reeds jaren lang van alle kanten bekeken is, zoodat men
zich onwillekeurig voorstelt, dat er wel niet veel meer over zal
worden gesprokenen dat de geboorte van de beurs zal zijn
hetgeen men noemt, une naissance sans phrase. Vooral krijgt
men deze opvatting wanneer men leest het boekje, dezer dagen
door een verdienstelijk ambtenaar van de secretarie uitgegeven.
Men ziet daaruit toch, hoe oud de zaak der beursstichting is.
En toch gelooft spr. dat men, van nabij bezien, in dezen met
eene geheel nieuwe zaak te doen heeft. Het is in verband
hiermede, dat hij reeds bij de algemeene strekking zijne ziens
wijze over deze zaak als nieuwe zaak wil kenbaar maken, en
tevens dat de door burgemeester en wethouders terzake gedane
voorstellen zijne onverdeelde sympathie wegdragen. Up dit
oogenblikzegt spr.is niet aan de ordede stichting
eener handelsbeursmaar het voorstel van burgemeester en
wethouders om beurs en waag met elkander in eeu gebouw te
vereenigen en dat gebouw te stichten op het terrein van den
voormaïigen Wirdumerpoortsdwinger. Dit is het punt van be
handeling, het voorstel van burgemeester en wethouders en
punt 1 van de conclusie van het zoo uitgewerkt rapport van
de commissie van rapporteurs. Men heeft hier dus eigenlijk
te doen met 2 zaken en wel met
13