94 Verslag der handelingen van den gemeentere
De rente en aflossing der schuldbekentenissen zullen worden
voldaan uit de plaatselijke inkomsten.
Art. 4. De deelneming in deze geldleen'mg wordt, bij open
bare inschrijving aan den meestbiedende opengesteld.
De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandeelen
groot duizend gulden. Daarbij vermeldt de inschrijver hoeveel
obligatiën van f 1000 of van f 500 hij verlangtingeval zijne
inschrijving wordt aangenomen, onder opgave van den persoon
ten wiens name de obligatiën moeten worden gesteld wanneer
aan obligatiën op naam boven het stellen van deze aan toon
der voorkeur wordt gegeven.
Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethou
ders aannemelijk voorkomen, erlangt de hoogste bieder de aan
deelen waarvoor hij heeft ingeschreven; daarop volgt degene
die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens.
Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelijken
prijs meer is ingeschreven dan benoodigd isbeslist het lot
tU8schen hen.
De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven en
vóór of op den door burgemeester en wethouders te bepalen
tijd bij dat collegie ingekomen zijn.
Op den omslag der billetten moet worden vermeld: „Billet
van inschrijving voor de geldleening van f 76,000.
De opening daarvan heeft in het openbaar, op een door bur
gemeester en wethouders te bepalen tijdstip, in eene vergade
ring van hun collegie plaats.
Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan de
belanghebbendenwier inschrijvingen geheel of gedeeltelijk zijn
aangenomendaarvan kennis gegeven.
Art. 5. Wanneer niet voor het volle bedrag der leening is
ingeschreven of wel de inschrijvingen ten deele door burgemees
ter en wethouders onaannemelijk zijn geacht, wordt door dat
collegie voor het resterend bedrag op nieuw eene inschrijving
opengesteld overeenkomstig de bepalingen van dit plan, behou
dens wijziging van den termijn van storting en het tijdstip van
ingang der rente.
Art. 6. De storting der ingeschreven sommen zoover betreft
de tengevolge der eerste openstelling aangenomen inschrijvingen
moet geschieden op den 1 October 1877 op welken datum de
rente ingaat.
Bij vernieuwde openstelling der inschrijving wordt het tijd
stip van storting en ingang der rente van de alsdan aan te ne
men sommeningevolge art. 5 aangewezen.
Art. 7. Bij de storting worden aan de deelnemers de verlangde
schuldbekentenissen door den gemeente-ontvanger afgegeven.
Art. 8. Op het geheel bedrag dezer leening wordt, aan te
vangen met het jaar 1881jaarlijks minstens f 2000 afgelost.
De raad regelt het bedrag der af te lossen somzoover die
het bepaalde minimum te boven gaat.
Art. 9. De uitloting heeft jaarlijks plaats in eene openbare
raadsvergadering in de maand October.
De uitslag daarvan wordt in een of meer der in de gemeente
uitkomende dagbladen bekend gemaaktmet oproeping tevens
van de houders der ter aflossing aangewezen schuldbekentenis
sen om op den volgenden tweeden Januarij de hun aankomende
feldentegen overgave van schuldbekentenissen en van de als-
an niet verschenen coupons, in ontvang te nemen ten kantore
vau den gemeente-ontvanger.
Art. 10. Aan 'de gepatenteerde kassiers of handelaars in
effecten wordt 1/4 pet. provisie toegekend voor de door hen in
geschreven en door burgemeester en wethouders aangenomen
sommente voldoen op daartoe aan dezen in te dienen declaratie.
De beraadslagingen over een en ander geopend zijnde, geeft
de heer Rengers te kennendat hem van bevoegde zijde de
opmerking is gemaaktdat de gemeente-leeningen dikwerf eenige
ongelegenheid veroorzaken, door dat de betaling der rente daar
van voor 't meerendeel op een en hetzelfde tijdstip is bepaald.
Het bedrag dier rentezegt spr.is langzamerhand tot een be
id te Leeuwardenvan den 9 Augustus 1877.
langrijk montant gestegen en bij gelijktijdige aanbieding ter
betaling van de coupons zal schaarschte in de gemeentekas ont
staan iets wat hij minder wenschelijk acht. Spr. wenscht
daarom in overweging te geven het plan der leening in dier
voege te wijzigen, dat de rente jaarlijks niet op 1 Januarij
maar op 1 October verschijnt. Dit vindt hij in casu ook eigen
aardig, daar de leening met 1 October zal worden aangegaan.
De Voorzitter zegt, dat, herinnert hij zich goed, van het
door den heer Rengers bedoelde sprake is geweest bij het da-
gelijksch bestuurdoch dat de heer wethouderspeciaal belast
met de zaken der finantiën, geene bezwaren heeft gezien om
ook de rente van deze leening jaarlijks met 1 Januarij betaal
baar te btellen. Spr. meent echterdat met het oog op den
toestand der gemeentekas, een betaalbaarstelling der rente op
1 October zeer goed zou kunnen opgaanomdat alsdan reeds
een gedeelte van den hoofdelijken omslagalsmede een belang
rijk gedeelte van het 4/5 der personele belasting door de ge
meente is ontvangen.
De heer Attoma wil opmerkendat hetgeen door den heer
Rengers is opgemerkt, ook door hem is vernomen en wel uit
den mond van den heer gemeente-ontvanger. Dezezegt spr.,
heeft gezegddat het zeer moeijelijk is en vooral dit jaar was
geweestom alles zoo op dezelfde tijdstippenn.l. Januarij en
en Julijte betalen. Dit betrof niet zoo zeer de aflossing der
schuldalswel de betaling der rente. Spr. zou het daarom wel
wenschelijk achten om, ten opzigte van deze leening, evenals zulks
het geval is met de werkelijke schuld, een gebroken coupon
te hebben en de betaling der rente óp 1 April en 1 October
te stellen.
De Voorzitter wil den heer Attema opmerkendat bij de
gemeente-leeningen in den regel geen sprake is van halfjaarlijk-
sche couponsmaar van coupons loopende over één jaar. Bij
hem bestaat echter tegen het betaalbaar stellen van de rente
dezer leening op 1 October volstrekt geen bezwaar.
Nadat de heer Rengers door den Voorzitter nog omtrent een
en ander nader is ingelichtverklaart genoemden spr. geen be
paald voorstel ter zake te willen doen en wordt het aangebo
den concept-besluit zonder hoofdelijke stemming tot besluit ver
heven.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van het departement Groningen der Ned. maatschappij van nij
verheid om eene bijdrage voor proefnemingen tot zuivering
van het afvalwater van aardappel-meelfabrieken.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit voorstel besloten, aan het departement Gro
ningen der Ned. maatschappij ter bevordering van nijverheid
te berigtendat de raad hun boven omschreven verzoekals
niet voor inwilliging vatbaar geachtheeft gewezen van de hand.
4. Rapport over de geloofsbrieven der gekozen leden van
den gemeenteraad.
De commissiein wier handen de ingezonden geloofsbrieven
en verdere bescheiden ten fine van onderzoek zijn gesteld
adviseert tot toelating van de heeren mr. E. Attema, mr. P.
D. KijmmellF. PlantengaG. H. HommesJ. J. Kuipers
G. T. N. Suringar en J. J. Troelstra als leden van den ge
meenteraad.
Nadat eenstemmig was goedgevonden dit punt terstond in
behandeling te nemenwordt zonder discussie en hoofdelijke
stemmingovereenkomstig het bij het rapport verstrekt advies
tot toelating van bovengenoemde heeren als leden van den ge
meenteraad besloten.
Wordt opgemerkt dat de heeren Attema, Plantenga, Hom
mes en Kuipers, ieder voor zoover hem betreft, niet tot het
nemen van dit besluit hebben medegewerkt.
Niets meer te behandelen of voorgesteld zijndesluit de voor
zitter de vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 23 Augustus 1877.
95
Vergadering van Donderdag 23 Augustus 1877.
Tegenwoordig 12 leden afwezig de heeren de WithJong-
sma, Suringar, Buma, Wiersma, Dirks v. EijsingaHommes
en Bakker.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 9 Augustus gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Door den heer Attema wordt, namens de commissie voor
de reclamesuitgebragthet rapport omtrent de in handen van
die commissie gestelde aan heeren gedeputeerde staten inge
diende verzoekschriften van A. H. Zwolsman en S. Wesbonk,
betreffende hun aanslag in de directe belasting op het inkomen,
dienst 1877, en omtrent een verzoek van gelijke strekking,
doch aan den raad ingediend, van W. Stelpstra.
De conclusie van dit rapport strekt om
a. ged. staten te adviseren tot niet ontvankelijk verklaring
van de aan hen gerigte verzoekschriften van A. H. Zwolsman
en S. Wesbonk, en
b. het verzoek van W. Stelpstra niet ontvankelijk te verklaren.
Op voorstel van den heer Attema en met goedvinden der
vergadering tot dadelijke behandeling van dit rapport overge
gaan zijndewordt zonder discussie en hoofdelijke stemming
overeenkomstig de conclusie daarvan besloten.
TTI Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
het ingediend rapport omtrent den toestand van den Nieuwetoren.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voorhet door de
commissie van onderzoek uitgebragt rapport te laten drukken
in de bijlagen van 's raadshandelingen en omtrent de noodig ge
oordeelde herstelling van den Nieuwetoren een besluit te nemen
bij de behandeling van de gemeente-begrootingwaarop ten be
doelde einde eene som zal worden voorgedragen.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op verzoek
schriften van de hulponderwijzers P. H. v. d. Velde en J. Hui-
zinga, om eervol ontslag uit hunne betrekking.
De conclusie van dit voorstel strekt, om aan genoemde titu
larissen respectievelijk werkzaam aan gemeentescholen nos. 5
en 8het gevraagd ontslag te verleenenzulks met ingang van
1 October e. k.
3. Twee adressen van W. A. van Bloemen, aannemer der
timmer-metsel- en graafwerken ten behoeve van den 5n gas
houder om restitutie van boete en toekenning eener toelage
voor uitvoering van meerdere werkenals waartoe hij volgens
het bestek was verpligt.
De stukken 1 en 2 zijn ter visie gelegd om in eene volgende
vergadering te worden behandeld, terwijl de adressen sub 3ge
noemd om berigt en raad in handen van burgemeester en
wethouders zijn gesteld.
IV. Wordt medegedeeld
1. dat de perceelen bouwterrein nos. 61 en 62 op aanvrage
provisioneel in koop zjjn toegewezen aan den heer H. Blok
Wijbrandi alhier;
2. het overlijden van den portier der burgerdag- en avond
school P. J. v. d. Veer
3. de benoeming van E. Sonnega, concierge aan de school
van middelbaar onderwijs voor meisjestot koster bjj de doops
gezinde gemeente te Haarlem.
In verband met de twee laatste mededeelingen spreekt de
raadop voorstel des voorzittersde noodzakelijkheid uittot
vervulling der daarbij bedoelde betrekkingen.
4. dat de nieuwe localen voor de gemeentescholen nos. 2 en
3 in den loop dezer week in gebruik zijn gesteld en dat het
dagelijksch bestuurhetwelk die localen in oogenschouw heeft
genomen en daarover zeer te vreden isde leden van den raad
tot bezigtiging uitnoodigt.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe-
pingbrief aangebragte punten
1. Rapport der commissie voor de reclames op een schrijven
van den heer J. Bikkers aan ged. staten, over zijn aanslag in
de belasting op het inkomendienst 1877.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt beslotenaan
ged. staten ter zake te rigten een door de commissie ontworpen
missivehoudende advies tot het voor kennisgeving aannemen
van het schrijven van den heer Kikkers.
2. Voorstel van bur genu ester en zoethouders op een verzoek van
den hulponderwijzer M. 11. Bergsma, om eervol ontslag uit zijne
betrekking.
Conform de conclusie van dit voorstel en zonder hoofdelijke
stemming wordt het gevraagd eervol ontslag met ingang van 1
October 1877 aan den betrokken titularis verleend.
3. Benoeming van eene commissie tot. onderzoek der gemeente-
rekeningdienst 1876.
De ten deze gehouden stemming heeft tot resultaat, dat de
heeren Suringar, Kijmmell en Bakker tot leden van bedoelde
commissie worden verkozen. Op de heeren Suringar en Kijm
mell werden ieder 10, op den heer Bakker 8, op den heer
v. Sloterdjjck 3 stemmen en op de heeren de la FailleAttema,
Duparc, Brunger en Plantenga ieder 1 stem uitgebragt.
Niets meer te behandelen of voorgesteld zijnde, sluit de voor
zitter de vergadering.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
15