11
'<V
B
II EM I III1
Lt'r'
rail
SS 'B
i.j
5;ï'
•S i
■1
ii
100
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 10 en 13 September 1877.
dat ik eenmaal hoop met dezelfde voldoening op het door mij
verrigtte te kunnen terugzien, als hij, die thans met regt ge
zegd kan worden een otium cum dignitate te zijn ingetreden.
In die koop aanvaard ik alzoo de betrekking van burgomeec-
ter te Leeuwardenvertrouwende op den steun van u allen en
op den i^ alle dingen onmisbaren zegen des Allerhoogsten.
Niets meer te behandelen of voorgesteld zijndesluit de
voorzitter de vergadering.
Vergadering van Donderdag 13 September 1877.
Tegenwoordig 17 leden; afwezig de heeren Attema, Surin-
gar, JBrunger en Wijbrandi.
Voorzitter: de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester.
I. De notulen van de op 4 en 10 September 1877 gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. de concept-gemeentobegrooting, dienst 1878.
Ten opzigte van deze begrootingdie met de daaraan toe te
voegen memorie van toelichting in de bijlagen tot 'sraads ver
slag gedrukt en ten fine van onderzoek naar de sectiën ver
zonden zal wordendeelt de voorzitter mededat zjj is opge
maakt tot een bedrag als volgt:
in ontvang ad 615,213.46
uitgaat 615,209.84
en een waarschijnlijk batig saldo ad 3.62
Dat onder de uitgaven is opgenomen o. a.
a. voor armenzorg en ziekenverpleging ƒ55,601.10;
b. voor onderwijs ƒ113,546;
welke beide posten van uitgaaf bij vergelijking met de be
grooting voor 1877 een verschil in meer opleveren van ƒ12,000;
c. voor rente en aflossing van geldleeningen 103,020, zijnde
ruim 0000 meer dan over 1877cn
d. voor buitengewone werken ƒ22,500, waaronder is begre
pen ƒ6000 voor uitbreiding van het pijpennet voor de gasver
lichting.
Dat onder de inkomsten o. a. begrepen is eene som van
ƒ146,581.64 wegens hoofdelijken omslag, berekend naar 3.75
ten honderd van het belastbaar inkomen.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere
wijziging der gcmeentebegrootingdienst 1877.
Wordt besloten dit voorstel te doen drukkon en daarna ten
fine van onderzoek en rapport to stellen in handen der commis
sie van rapporteurs over de gemoentebegrooting, dienst 1877.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van den hulponderwijzer M. v. d. Velde om eervol ontslag.
De conclusie van dit voorstel luidt: aan M. v. d. Velde, naar
aanleiding van zijn verzoek, dd. 29 Augustus j.l.een eervol
ontslag te verleenen uit de betrekking van hulponderwijzer aan
de gemeenteschool no. 4in te gaan den 15 October 1877.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van den hoofdonderwijzer aan do armenbewaarschool om
verhooging zijner toelage voor woninghuur.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor om te be
sluiten: Met ingang van den 1 Januarij 1878 aan den hoofd
onderwijzer der armenbewaarschool een jaarlijksch bedrag van
ƒ300 toe te kennen als vergoeding wegens gemis van vrije
woning.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van S. W. de Roos, om op nieuw onderhands in huur te
erlangen een perceel weilandgelegen bjj den nieuwen versch-
wafcer vijver.
Dit voorstel strektom voorbehoudens goedkeuring van hee
ren gedeputeerde statenaan 8. W. de Rooslogementhouder
alhier, van den 5 Maart 1878 voor den tijd van drie jaren on
derhands te verhuren een perceel woiland gelegen ten westen
en noorden van den versch water vijver buiten de voormalige
Vrouwenpoort, togen eenen jaarlijkschen huurprijs van 175 en
verder op door burgemeester en wethouders nader tc bepalen
voorwaarden.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoo
ging der jaarwedde van den concierge van het gemeentehuis.
Burgemeester en wethouders stellen voorom de jaarwedde
van bedoelden functionaris te verhoogen met 100 en te bren
gen op 500, en in verband daarmede te wijzigen de laatste
alinea van artikel 2 der verordeningregelende het getal en
de bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretarie
zoomede van de beambten voor de verdere dienst in het ge
meentehuis, in dier voege, dat worde golezen ƒ500 in plaats
van 400.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoo
ging der belooning van de redders bij do braudweer.
De conclusie van dit voorstel strekt, om art. 41 der verorde
ning regelende de brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit dd.
11 February 1869 (Gemeenteblad no. 3), te wijzigen, door in
plaats van
„V. a. aan den opziener der redders 10.
b. de redders ieder 6.
te lezen
„V. a. aan den opziener der redders 15.—
b. de redders ieder 10.
8. Een voorstel van burgemeesters en wethouders om hot
gebouwvroeger gebruikt voor gemeenteschool no. 3te be
stemmen voor gymnastiekschool en te benoemen eene lecrares
voor het geven van onderwijs in de gymnastiek.
De conclusie van dit voorstel luidt:
o. het gebouw vroeger gebruikt voor gemeenteschool no. 3,
te bestemmen tot gymnastiekschool;
b. over te gaan tot benoeming van cenc onderwijzeres in de
gymnastiek op eene jaarwedde van 1000.
De sub 3 tot en met 8 vermelde voorstellen zijn ter visie
gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld.
9. Een voorstel van curatoren van het gymnasium tot tijde
lijke aanvulling van het onderwijzend personeel aan die inrigting.
Wordt besloten dit voorstel te doen drukken in do bijlagen tot
het verslag van 's raadshandelingen en in eene volgende verga
dering tot behandeling over te gaan.
10. Eene suppletoire begrooting voor het stads ziekenhuis,
dienst 1877.
Deze begrooting wordt ten fine van onderzoek en rapport ge
steld in handen van de heeren Buma, Wijbrandi en van Ejjsinga.
11. De begrooting voor liet stads ziekenhuis, dienst 1878.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de
heeren de With, Wicrema en Plantcnga.
12. Een adres van G. Terpstra, om de herberg de Bleek
met bijbehoorend land onderhands in huur te behouden voor
den tijd van vier jaren.
13. Een adres van A. Feenstra, om op nieuw in het genot
van wachtgeld te worden gesteld.
14. Een adres van J. v. d. Veer, om een strookje gemeente
grond gelegen voor de huizingedoor hem gesticht ter plaatse
van de voormalige herberg de Posthoornin eigendom te erlangen.
15. Een verzoek van H. Voskuil om vermindering van zijn
aanslag in de belasting op het inkomen.
16. Een verzoek van den heer Borgcrhoff Mulder, om af
schrijving op zijn aanslag in do belasting op het inkomen.
17. Eene missive van de landbouw-vereeniging te Wilder-
vankom aldaar veilingen van straat vuil tc doen houden.
Verslag der handelingen van don gemeenteraad te Leeuwarden, van den 13 September 1877.
101
De stukken 12 tot on met 17 zijn in handen gesteld van bur
gemeester en wethouders, die sub nos. 12, 13 en 14 om berigt
cn raad en die sub nos. 15, 16 en 17 ten fine van beschikking.
III. Wordt medegedeelddat door burgemeester en wethou-
houders is benoemd tot portier aan do burgerdag- en avond
school, R. Burg alhier.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van do op den op-
roepingbrief aangebragte punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders op de verzoekschrif
ten van de hulponderwijzers P. Tl. v. d. Velde cn J. Huizinga
om eervol ontslag.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het voorstel beslotenaan P. H. v. d. Velde en
J. Huizinga, hulponderwijzers, respectievelijk aan de gemeen
tescholen nos. 5 en 8, als zoodanig eervol ontslag te verleenen
en zulks met ingang van 1 October e. k.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van het rapport van deskundigen over den toestand van den
Nieuwetoren.
De conclusie van dit voorstel luidt„het rapport der commis
sie belast geweest met het onderzoek naar den toestand van
„den Nieuwetoren te laten drukken in de bijlagen van het ver
slag van '8 raads handelingen en omtrent de noodig geoordeelde
„herstelling van dien toren een besluit te nemeu bij de behan
deling van de gomeente-begrootingwaarop ten bedoelden einde
„eene som zal worden voorgedragen."
De discussiën over dit voorstel geopend zijnde, zegt de heer
Wiersmadat hij zich geheel met de conclusie daarvan zal
vereenigen, indien hij die n.l. goed heeft begrepen. Spr. meent,
dat het do bedoeling van burgemeester en wethouders isom
de behandeling der zaak zelve- het rapport der deskundigen-
uit te stellen tot do behandeling der gemoentebegrooting voor
1878 en thans slechts tot hot drukken van (lat rapport te be
sluiten. Zooals do conclusie van het aangeboden voorstel is
gesteld zegt spr.zou men daaruit echter ook kunnen afleiden
dat bij burgemeester en wethouders de kwestie van afbreken
van den toren in ontkennenden zin is beslist. Die kwestie
wenscht hij thans geheel onbesproken te laten. Z. i. toch komt
in het rapport van deskundigen, omtrent den toestand van den
toren nog al iots bedenkelijk voor. Hij beeft daarin clausulen
gelezendie genoegzaam aanleiding gevenom het denkbeeld
„afbreken van don toren" niet voetstoots te verwerpen. De
noodig geachte herstellingen kunnen ook wel zoo kostbaar zijn,
dat mon met het oog daarop tot eon ander besluit komt.
Indien spr. niet nader wordt ingelicht, zal hij zijne eerste
opvatting omtrent het voorstel als do ware beschouwen cn ge
loven, dat burgemeester en wethouders met hem do gehcele
kwestie van den toren bij de debatten der gemeente-begrooting
voor 1878 wenscheu ter sprake te brengen en uit te maken.
De Voorzitter wenscht op te merken, dat de lo opvatting
van den heer Wiersma, de juiste is. Toen het rapport van do
j deskundigen werd ontvangenzegt spr.konden burgemeester
en wethouders onmogelijk weten, welken omvang do noodig
j geachte herstellingen zouden erlangen. Zij wenschten echter
een besluit omtrent de openbaarmaking van de resultaten van
het onderzoek, niet afhankelijk te stellen van de beslissing
omtrent bedoelde herstellingenomdat het in dezen eene zaak
i betreft, waarin veel belang wordt gesteld.
Voorts wil spr. opmerken, dat op de heden aangeboden con-
cept-gemeentebegrooting een post van ƒ600 is uitgetrokken voor
herstelling van den Nieuwetoren. Het komt hem eigenaardig
voor, dat bij de behandeling dier begrooting een besluit omtrent
het herstellen of afbreken van den toren wordt genomen.
Hierna wordt de conclusie van het voorstel zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
III. Benoeming van een wethouder.
Het resultaat der ten dezen gehouden stemming isdat de
lieer mr. E. Attema, - niet ter vergadering aanwezig, - met
13 van do 17 stemmen wordt benoemd tot wethouder der ge
meente zulks ter voorziening in de vacatureontstaan door do
benoeming van den heer mr. W. J. v. Wclderen baron Rengers
tot burgemeester. Op de heeren mr. J. Dirksmr. P. D. Kijm-
mellmr. H. Wiersma en mr. J. Minncma de W ith was ieder
1 stem uitgebragt.
Niets meer te behandelen of voorgesteld zijndesluit do
voorzitter de vergadering.