72
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 7 September 1882.
No. 5 aan den heer A. Duparc.
6 D. van Goens.
7 dr. J. Baart de la Faille,
a 8 nir. J. L. v. Sloterdijck.
a 9W W. J. Oo8terhoff.
a 10 a i> G. H. Hommes,
a 11 a ft H. J. Beucker Andre*,
a 12 a ft ft rnr. J. Dirks,
a 13 a J. v. d. Scheer,
a 14 J» Troelslra.
a 15 a ft ft nir. C. W. A. Buma.
a 16 ft ft mr- J. Minnema Buma.
17 G. T. N. Suringar.
7. Zamenstelling der sectiën van den raad.
Tengevolge loting worden aangewezen
a. tot leden der le sectiewaarvan de burgemeester is
voorzitter, de heeren W. J. Oosterhoff, F. Plantengamr.
J. DirksJ. J. BrungerG. H. Hommes en mr. H. Wiersma
(wethouder)
b. tot leden der 2e sectiede heerenmr. J. Minnema
BumaJ. Troelstramr. J. L. van SloterdijckA. Duparc
jhr. mr. C. v. EijsingaD. van Goens en tot voorzitter de
heer J. J. Bruinsma (wethouder)
c. tot leden der 3e sectiede heeren dr. J. Baart de la
FailleH. KuipersJ. v. d. Scheermr. C. W. A. Buma,
G. T. N. SuringarH. Beucker Andreae en tot voorzitter de
heer mr. J. S. baron v. Harinxma thoe Slooten (wethouder).
8. Benoeming van leden der commissie voor de openbare
werken.
Bij meerderheid van stemmen worden herbenoemd de af
tredende leden, de heeren: mr. J. DirksJ. Troelstra, mr.
C. W. A. Buma en J. J. Brunger.
De herbenoemdenvoor zoover ter vergadering aanwezig
verklaren geen bezwaar te hebben de benoeming op niein
aan te nemen.
9. Benoeming van leden der commissie voor het ontwerpe
van strafverordeningen
Tot leden dezer commissiewaarvan de burgemeester vol
gens de wet voorzitter is, worden benoemd de aftredenden
zijnde de heeren: mr. J. L. van Sloterdijck, A. Duparc, mr
J. Minnema Buma en mr. C. W. A. Bumadie verklaren di
op hen uitgebragte benoeming aan te nemen.
10. Benoeming van leden der commissie voor de gymnastiel
De heeren G. T. N. Suringar en dr. J. Baart de la Faille
aftredende ledenworden beide bij meerderheid van stem
men herbenoemd tot leden dezer commissiewaarvan de bui
gemeester tot voorzitter is aangewezen. De heer Suringar tt
vergadering aanwezigverklaart die benoeming aan te nemei
11. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no.
(vacature E. Dragt).
Op de voordragt komen voor
1. O. Sijtstraonderwijzer aan gemeenteschool no. 6 alhier
2. J. Marraonderwijzer te Franeker.
Met algemeene stemmen wordt eerstgenoemde tot de bo
venvermelde betrekking benoemd.
12. Behandeling der reclames bij Gedeputeerde Staten ingi
diend tegen beslissingen van den raad inzake de directe belastin
op het inkomen.
In verband hiermede doet de voorzitter de openbare zittin
tijdelijk in eene met gesloten deuren overgaan.
Bij heropening dezer laatste niets meer aau de orde zijnd
wordt de openbare zitting gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 14 September 1882.
73
Vergadering van Donderdag 14 September 1882.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezigde heer mr. C. W. A. Buma met kennisgeving.
Voorzitterde burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 7 September j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. Het rapport der raadscommissie belast geweest meteen
onderzoek der gemeenterekening, dienst 1881.
De commissie stelt hierbij voor
a. goed te keuren de door burgemeester en wethouders aan
geboden rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente
Leeuwarden over 1881 en die alzoo voorloopig vast te stel
len in:
ontvang op 1,117,961.68
uitgaaf 1,066,558.51
en alzoo met een batig slot van 51,403.17
b. burgemeester en wethouders onder mededeeling van eenige
in het rapport vervatte opmerkingen's raads bijzonderen dank
te betuigen voor het volledig en naauwkeurig beheer der ge-
meente-financiën over 1881.
2. Een rapport der commissie voor de reclames omtrent
117 bezwaarschriften bij den raad ingediend tegen aanslagen
op het primitief kohier der dir. belasting op het inkomen,
dienst 1882.
3. Een voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan
gemeenteschool no. 5 (vacature A. Ploegsma).
Hierop komen voor:
1. Auke Veenstra te Akkrum.
2. Koene Gorter te Donkerbroek.
3. Sijtze Maurits te Warga.
4. Het le suppletoir kohier der directe belasting op het
inkomen, dienst 1882.
Al de hiervoren vermelde stukken zijn ter visie gelegd, om
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
III. Wordt medegedeeld, dat bij openbare aanbesteding
het doen van verschillende verfwerken aan het huis St. Jobs-
leen no. 255 is gegund aan A. Hendriks voor 489.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten, als:
1Voorstel van burgemeester en wethouders tot bepaling van
de borgtogtte stellen door den boekhouder der gemeentelijke
I gasfabriek.
1 Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten,
Idat door den benoemden boekhouder der gemeentelijke gas-
fabriek H. Bergema als zoodanig een personele borgtogt zal
Iworden gesteld, ten bedrag«e van ƒ1000.
I De beraadslagingen omtrent dit voorstel geopend zijnde
I zegt de heer Plantengadat hij in sommige opzigten wel
Igewenscht had, dat de behandeling van het tegenwoordig punt
Iwas voorafgegaan aan de definitieve benoeming van een boek-
Ihouder der gasfabriek. Was dit toch het geval geweest, dan
Ihad de benoemde dadelijk kunnen weten aan welke eischen
■hij ten opzigte der borgstelling zou hebben te voldoen. Doch
|üit daargelaten. Naar het spr. voorkomtis het voorgesteld
Ibedrag der borgtogt te gering. Hij weetdat men tot dit
ubedrag is gekomen met het oog op de bepaling der instruc-
I Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
tie van den boekhouderkrachtens welke deze geen meer
kasgeld mag hebben dan het bedrag der borgstellingmaar
dit neemt niet wegdat de gemeente door zoodanige borg
stelling niet behoorlijk gedekt is. Het gebeurt onwillekeurig
meermalen, dat de boekhouder grooter bedrag dan 1000 in
kas heeftdikwijls bedraagt dat eenige duizendenzoodat de
gemeente in eene borgstelling tot dat bedrag geen voldoen
den waarborg voor alle gebeurlijkheden heeft. Spr. heeft niet
tegen den aard der borgstellingmaar wel tegen het bedrag.
Men bedenkedat sedert 1865 de borgtogt van den boek
houder der fabriek ƒ1000 heeft bedragen, doch dat de ver
antwoordelijkheid van dien ambtenaar door de gestage uit
breiding der fabriekthans 4 a 5 maal grooter is dan toen.
Herinnert spr. zich het ook goeddan is onlangs bij de
verhooging der jaarwedde van den boekhouder ook wel dege
lijk gewezen op het comptabele der betrekking. Hij zou
daarom gaarne eenigzins nader omtrent het voor den borg
togt voorgesteld bedrag worden ingelicht.
Eindelijk heeft hij nog eene opmerking en wel dezedat
hetgeen hij ten dezen heeft in het midden gebragt, geheel af
gescheiden is van den persoon van den nieuwen boekhouder.
Hij heeft in dezen alle vertrouwenmaar meende alleen
om het principe een en ander te berde te moeten brengen.
De heer Andrese was van plan in denzelfden geest te
spreken als de geachten vorige spreker. Ook hem komt
het voor dat eene borgstelling van ƒ1000 voor eene zoo be
langrijke betrekking als die van boekhouder der gasfabriek
te gering of onvoldoende is. Die ambtenaar heeft toch dik
wijls meer in kas dan het voorgesteld bedrag van de borg
togt voor welk meerder bedrag de gemeente dan onverant
woord zou zijn.
Zooals door den heer Plantenga bereids is opgemerkt
is bij de bepaling van het salaris van den boekhouder ook
gelet op het comptabele der betrekking en op de verpligting
tot borgstelling.
Gaarne had spr. gezien, dat burgemeester en wethouders
hadden voorgesteld te besluiten dat de te stellen personele
borgtogt minstens ƒ3000 zal bedragen. Duizend gulden is
z. i. toch bepaald te laag.
De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wethou
ders geen aanleiding hebben gevonden tot het voorstellen van
een hooger bedrag voor borgstelling, omdat het voorgesteld
bedrag gelijk is aan dat, waarvoor de vroegere boekhouder
borg had gesteld en er nooit van den kant van den raad eene
opmerking over het onvoldoende daarvan is vernomen.
Het spreekt ook van zelf, dat het eenigzins moeijelijk is
voor de borgtogt een bepaald cijfer aan te gevenwaardoor
de gemeente behoorlijk gewaarborgd zou zijn, want de ont
vangsten van de fabriek zijn zeer veranderlijk, zelfs zóó, dat,
al werd de borgtogt van den boekhouder ook op ƒ3000 a
ƒ4000 gesteld, de gemeente nog niet behoorlijk gedekt zou
zijn. Wel is de boekhouder volgens zijne instructie verpligt
te zorgendat het kasgeld niet meer bedraagt dan het bedrag
zijner borgstelling, maar deze bepaling kan niet voorkomen,
dat er toch enkele oogenblikken zijndat de boekhouder meer
in kas heeft.
Wil men de gemeente geheel gewaarborgd hebben, dan dient
de borgstelling dus belangrijk te worden opgevoerd, maar het
komt hem voor dat dit niet de bedoeling der borgstelling is.
Naar hij meent, dient de borgstelling alleen voor mogelijke
21