106
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 26 October 1882.
van bijtzama te Driesum, tegen zijn aanslag in den
lioofdelijken omslag voor de gemeente Leeuwardendienst
1882
Gezien het berigt van den gemeente-ontvanger van Leeu
warden van 18 Augustus j.L
Overwegendedat aan den reclamant door den gemeente
ontvanger is uitgereikt geworden een aanslagbiljet voor den
hoofdelijken omslag te Leeuwarden, dienst 1882, waarin ech
ter door eene vergissing aan het kantoor van dien ambte»
naar, in plaats van 1882, was ingevuld 1881
Overwegendedat blijkens een aan dat kantoor ingesteld
onderzoek aan den reclamant den 16 Augustus j.l. een du
plicaat-aanslagbiljet voor 1882 is uitgereikt
Overwegende, dat het verzoek van den reclamant is twee
ledig
1. dat zijn aanslag in den hoofdelijken omslag dienst 1881,
als zijnde eene reeds afgedane zaakworde teruggenomen
2. dat, zoo hij werkelijk op het kohier mogt zijn aange
slagen, waarvoor hem geen aanslagbiljet is toegezonden, n.l.
voor de dienst van 1882, hij van dat kohier worde geroijeerd
Overwegende, dat, door de uitreiking aan den reclamant
van een nieuw aanslagbiljet met het jaartal 1882 aan het
eerste gedeelte van het verzoek kan worden geacht te zijn
voldaan
Overwegendewat betreft het tweede gedeelte van het ver
zoek dat de reclamant als grond daarvoor aanvoert, dat hij
hoofdverblijf houdt in en bepaald ingezeten is van de gemeente
Dantumadeel en alzoo niet kan worden getroffen door een
aanslag op het voljaars-kohier van den hoofdelijken omslag der
gemeente Leeuwarden, dienst 1882, en dat, mogt het blij
ken dat hij na afloop van dat jaar langer dan drie maanden
in die gemeente verbleefhij op een suppletoir kohier kan
worden aangeslagen
Overwegende te dien aanziendai door den reclamant niet
wordt weersproken het feit, dat hij, tijdens de opmaking van
het kohier van den hoofdelijken omslag voor 1882, in de ge
meente Leeuwarden verblijf hield
dat hij wegens dit laatste viel in de toepassing van het le
lid sub a van art. 1 der verordening op de invordering der
genoemde belasting en dus teregt op het kohier is gebragt
geworden
dat eerst het geheele jaar 1882 moet zijn afgeloopen eer
kan blijkenof de reclamant inderdaad geen dfie maanden
van dat jaar in de gemeente Leeuwarden verbleef;
dat hem voor dat geval bij art. 7 der aangehaalde veror
dening het middel is gegeven ommet inachtneming van
de daarbij gestelde voorwaardeteruggaaf van de betaalde
belasting te vragen.
Besluit
1. Het eerste gedeelte van het verzoek te beschonwen als
vervallen.
2. Het verzoek, wat het tweede gedeelte aangaat, af te
wijzen.
Nadat op voorstel des voorzitters was beslotendeze niet in
de vorige vergadering aangebragte zaak terstond te behan
delenwordt het door de commissie voor de reclames aange-
boden ontwerp-besluit onveranderd vastgesteld.
De punten op den oproepingsbrief vermeld hiermede afge
handeld zijndevraagt en bekomt nog het woord de heer
va - Sloterdijck. Die spreker heeft even als zeker de
meesten zijner medeleden met bijzondere belangstelling ken-
I nis genomen van het finantieel overzigt der gasfabriek dat
met de overige stukken voor deze vergadering heeft ter visie
gelegen. Toch zou hij dat overzigt nog wel eens nader wil-
I len nagaan en aangezien daarin verschillende cijfers voorko
men die minder goed zijn te onthoudenzou hij er wel prijs
op stellenindien dit stuk werd gediukthetzij voor de le
den alleenhetzij op de gewone wijze.
De Voorzitter verklaart dat burgemeester en wethouders
gaarne in overweging zullen nemen in hoever en op welke
wijze aan den wensch van den heer van Sloterdijck zal kunnen
worden voldaan.
Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
te Leeuwardenvan den 0 November 1882.
107
Vergadering van Donderdag 9 November 1882.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer mr. J. L. van Sloterdijckmet kennis
geving.
Voorzitter: de heer inr. W. J. v. Weideren baron Rengers
burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 26 October j.l, gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. Het rapport der raadscommissie belast geweest met het
onderzoek der begrooting van administratiekosten der stads
bank van leening, dienst 1883.
De commissie stelt hierbij voordie begrooting goed te
keuren tot een bedrag van ƒ5978.665.
2. Het rapport der raadscommissie in wier handen is ge
steld de staat van waterstaatswerkenmet de daartegen inge
diende reclames.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot tijdelijke
aanstelling van mej. N. T. Hoogewerff als onderwijzeres in
het handteekenen aan gemeenteschool no. 3.
Hierbij wordt voorgesteld tijdelijk en tot wederopzegging te
benoemen tot onderwijzeres in het handteekenen aan de gemeen
teschool no. 3 mej. Nicolette Theodore Hoogewerff, leerares
aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes en zulks
op eene belooning naar 200 in het jaar berekenden ver
der op voorwaarden door burgemeester en wethouders nader
vast te stellen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
van het reglement voor de commissie van administratie der
stads-bank van leening.
Dit voorstel strektom het reglement te wijzigenzooals
door de commissie van administratie is aangegeven en het
daarna op nieuw in zijn geheel vast te stellen.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een adres van den heer J. Vonkom eene strook
gemeentegrond op den hoek van de Vijzelstraat.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, aan den
adressant te kennen te geven, dat zijn verzoek niet voor in
williging vatbaar is en mitsdien wordt gewezen van de hand
6. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een adres van den heer A. T. van Wijngaarden Jr.,
om een strook gemeentegrond in de Schoolstraat.
Dit voorstel strektom aan den adressant te kennen te
gevendat het gemeentebestuur niet genegen is den grond
gelegen in de Schoolstraatten zuiden van gemeenteschool
no4 te verkoopen
7. Eene aanbeveling ter benoeming van een lid der com
missie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs
ter vervulling der vacaturemet 1 January e. k. ontstaande
door periodieke aftreding van den heer J. W. Kramers.
Op deze aanbeveling komen voor de heerenJ. W. Kra
mers, jhr. mr. O. de Marees van Swinderen en jhr. mr. D.
O. Engelen.
Wordt beslotende hiervoren onder nos. 1 3 tot en met
7 vermelde stukken te visie te leggen, om in eene volgende
vergadering te worden behandeld en om het rapport, omschre
ven onder no. 2 te doen drukken als bijlage tot het verslag van
*8 raads handelingenmet uitzondering van dat gedeeltebe
trekking hebbende op de reclames.
Bijvoegsel, eïhoorende bij de Leiuwarder Courant.
III. Wordt medegedeeld dat bij openb&re aanbesteding de
stichting van het schoolgebouw voor openbaar lager onderwijs
met daaraan verbonden bewaarschool is gegund aan K. Ke
telaar voor ƒ44,500.
Verder wordt door den Voorzitter medegedeelddat het
in zijne bedoeling ligt de vergadering op Woensdag e.k. bijb
een te roepen tot behandeling van de ontwerp-gemeentebe-
grooting, dienst 1883.
Naar aanleiding van door sommige leden tegen dien dag
gemaakte bedenkingenwordt de bedoelde behandeling nader
bepaald op Zaturdag 18 November e.k.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1Voorstel van burgemeester en wethouders om over te gaan
tot de aanbesteding van 60 kagchelschermen voor verschillende
scholen
De conclusie van dit voorstel luidt:
o. over te gaan tot de aanbesteding van 60 ijzeren scher
men voor onderscheidene sehoollocalen
b. ter zijner tijd de noodige financiële voorstellen te doen
ter bestrijding der kostenvoortvloeijende uit de sub a ver
melde aanbesteding
De heer de la Faille zegt, dat in het voorstel wordt
gesproken van ijzeren schermenwaarmede zeer waarschijn
lijk worden bedoeld schermen van plaatijzer. Hij gelooft wel
dat zoodanige schermen wat de soliditeit betreftmisschien
aanbevelenswaardig zijnmaar toch zou hij de voorkeur
even aan van ijzergaas gemaakte. Wel zal de constructie
aarvan misschien eenigzins moeijelijker zijn, maar daartegen
over staat ookdat schermen van ijzergaas meer aan het doel
beantwoordenals geen warmte doorlatende noch opnemende.
Nadat de Voorzitter dit laatste op grond van eigen er
varing had betwijfeltzegt de heer de la Failledat het
door hem beweerdenaar hij meentberust op een natuur
kundig principe. Heeft de voorzitter eene minder gunstige
ervaring van ijzergaas-schermendan zal daarvan de oorzaak
moeten worden gezocht in den afstandwaarop de schermen
van het vuur zijn geplaatst geweest. Hij voor zich is er ze
ker van dat een scherm van ijzergaas beter zal bevallen dan
van plaatijzerwanneer gelijke afstand in acht wordt genomen.
In verband hiermede zou hij gaarne ziendat het voorstel
werd aangenomenbehoudens nader onderzoek van burgemees
ter en wethouderswelke schermen als de doelmatigste die
nen te worden aangeschaft.
De Voorzitter geeft hierop in overweging het voorstel
aan te nemen met magtiging aan burgemeester en wethou
ders omindien bij nader onderzoekwaarvoor zij gaarne
toezegging willen gevenmogt blijkendat schermen van
ijzergaas de voorkeur verdienendeze dan aan te schaffen.
De heer Dirks meent dat de onderwerpelijke zaak ook bij
de behandeling der begrooting in de sectiën ter sprake is ge
weest Een lid der sectiewaarvan spr. de eer heeft lid te
zijnwas meer bijzonder op de hoogte en door dezen werd
opgemerktdat het nog al moeijelijk is ijzergaas-schermen te
construerenietswaardoor de kosten er van nog al hoog
komen. Het was juist met het oog hieropdat men niet
verder op de zaak aandrong.
De Voorzitter gelooft, dat hier minder de vraag moet
25