Verslag der handelingen van den gemeenteraad
te Leeuwarden van den 28 December 1882.
135
Vergadering van Donderdag 28 December 1882.
Tegenwoordig eerst 19, later 20 leden.
Afwezig de heer G. H. Hommes met kennisgeving.
Voorzitter: de burgemeester.
De notulen van de vorige op 14 December j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
11 5* Wordt ter tafel gebragt een voorstel van burgemeester
en wethouders op een verzoek van W. F. IIijgenaar, 2e onder
wijzer in de gymnastiek om verhooging van jaarwedde.
Dit voorsteldat strekt om aan den adressant mede te deelen
dat zijn verzoek niet voor inwilliging vatbaar is en mitsdien
wordt gewezen van de handis ter visie gelegd om in eene
volgende vergadering te worden behandeld.
III. Wordt medegedeeld:
1. dat de heer dr. H. A. Middelburg heeft berigt aan
te nemen zijne benoeming tot lid der commissie van toezigt
op het lager onderwijs
2. dat mej. N. T. Iloogewerff heeft aangenomen hare be
noeming tot onderwijzeres in het handteekenen aan gemeente
school no. 3
3. dat de gemeentebegrooting voor 1883 door ged. staten
van Friesland is goedgekeurd.
4. Dat aannemers zijn geworden voor 1883:
a. van het onderhoud der openbare pompenC. Simmer
voor ƒ330
b. van het doen van de noodige herstellingen aan ver
schillende gemeentegebouwen en meubelen:
perceel 1: M. Ferwerda voor ƒ570
perceelen 2 en 3: J. W. Franzen voor ƒ2394 ƒ2584;
c. van het schoonhouden en witten van openbare gebouwen:
perceel 1 J. H. Willers voor f 148;
perceelen 2, 3 en 6: W. F. v. d. Vegte voor 511ƒ204
en ƒ149;
perceel 4 A. v. d. Werf voor ƒ430;
5 C. W. Finke 334.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1Voorstel van burgemeester en wethouders tot behoud van
den memoriepost op de gemeentebegrooting voor 1883betreffende
de intredegelden van arme weezen in het Old burger weeshuis
Burgemeester en wethouders geven hierbij den raad in over
weging, om den bedoelden memoriepost op de gemeentebe
grooting voor 1883 te behouden, en de gevoerde briefwisse
ling in deze zaak aan te nemen voor notificatie.
Den heer Dirks is het bij het nagaan der stukken gebleken,
dat door burgemeester en wethouders aan voogden van het
Old burger weeshuis de vraag is gerigthoe of het eigenlijk
met de zaak der intredegelden zit, of wel, op welken grond
de heffing daarvan steunt en dat voogden op deze vraag heb
ben geantwoorddat zij zich te dezer zake baseren op een
besluit der voogdij van 1677.
Met dit antwoord acht hij de zaak echter nog niet afge
daan. De gemeente heeft een kundig en ijverig archivaris en
nu komt het hem wenschelijk voor, dat ook dezerzijds in het
gemeente-archief eens nasporingen omtrent deze zaak plaats
hebben. Hij gaat hierbij af op de overgelegde stukken. Daar
uit blijkt niet van zoodanige nasporingen. Mogten ze echter
toch reeds zijn geschied, dan kan zijne opmerking als ver
vallen worden beschouwd.
Bijvoegsel, behoorendb bij de Leeuwarder Courant.
De heer van Eijsinga wil de motieven mededeelen, waarom
hij zich niet met het voorstel van burgemeester en wethouders
kan vereenigen tot behoud van den op de begrooting uitge
trokken memoriepost.
Sedert 1828 zijn door de gemeente de intredegelden betaald
voor de arme weezendie op grond van hun burgerregt in
het Old burger weeshuis werden opgenomen. Burgemeester
en wethouders kunnen echter niet met zekerheid aangeven
waarop de heffing van het intredegeld zich baseert en even
min kan spr. de gronden aangevenwaarop de betaling steeds
van gemeentewege geschiedde. Toch is het z. i. hoogst waar
schijnlijk dat die betaling zich baseerde op den toestand den
financielen toestand van het nieuwe stads weeshuis. Deze
was vroeger vrij wat andersvrij wat ongunstiger dan thans.
De gemeente moest toen die instelling subsidiëren en nu ligt het
voor de handdat het voor de gemeente vrij wat voordeeliger
was om de betrekkelijk geringe intredegelden voor arme
weezen te betalendan om die weezen in het nieuwe stads
weeshuis te doen opnemen of te laten verblijvenwaardoor
natuurlijk een veel hooger bedrag voor subsidie zou worden
vereischt. De financiële toestand van vroeger is echter in de
laatste jaren gelukkig zóó verbeterddat het N. S. weeshuis
niet alleen zijne uitgaven door de ontvangsten kan dekken, maar
dat er zelfs in den laatsten tijd eene vrij belangrijke som is
benuttigd tot kapitaalsvermeerdering. En zegt spr., sedert
dit oogenblik zijn de intredegelden door de gemeente ten on-
regte-betaald. Wie de lusten heeft, moet ook de lasten dra
gen en dat is in dezen het nieuwe stads weeshuis. Deze
instelling heeft directelijk belang bij de overplaatsing van
weezen in het Old burger weeshuis. Zij kan die overplaatsing
ten allen tijde verzoeken en wanneer behalve het intredegeld
ook aan de andere voorwaarden van opname wordt voldaan
zullen de aanvragen ook zekerlijk worden ingewilligd.
Naar spr. meent moeten de intredegelden uit de fondsen
van het nieuwe stads weeshuis worden gevonden. Die instel
ling zal daardoor ook geenszins gedrukt worden. Integendeel.
ImmersaaDgenomen dat het verblijf der weezen in het wees
huis gemiddeld 7 a 8 jaar duurtde weezen kunnen op
7-jarigen leeftijd worden opgenomen en blijven totdat zij 20
jaar zijn en dat het onderhoud van ieder wees ƒ250 per
jaar bedraagtdan zal het nieuwe stads weeshuis door de uit
gaaf van 60 voor intredegeldeneene som van 2000
besparen.
Burgemeester en wethouders hebben naar aanleiding van het
door voogden van het Old burger weeshuis gegeven antwoord,
dat z\j niet genegen zijn om voortaan zonder de heffing van
intredegelden arme weezen in dat gesticht op te nemenbe
sloten die weezen in het nieuwe stads weeshuis op te nemen
en te doen verplegen. Voor het geval echterdat er meer
aanvragen tot plaatsing komendan er beschikbare ruimte in
dat gesticht is, achien zij het wenschelijk den op de begroo
ting aangebragten memoriepost te behouden. Dit behoud is
echter onnoodigomdat overbevolking kan worden voor
komen, door de voogdij van het nieuwe stads weeshuis zelf.
Die overbevolking zoude immers moeten bestaan1. uit weezen
die het burgerregt bezittenen 2. uit weezendie dat regt
niet kunnen aanwijzen.
De eerste kunnen door de voogdij zelf overgeplaatst worden,
mits voldoende aan de voorwaarden door het Old burger
weeshuis gestold.
De laatsten kunnen toch niet plaatsing verkrijgen in het
28