28
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 15 Maart 1883.
oorzaken niet aanwezig waren, ergo waar men had een vol
doende kanalisatie en een voldoenden meter, wel en niet zon
der reden over de sterkte van het licht is geklaagd.
De heer v. Harinxma thoö Slooten is niet deskundig
en kan dientengevolge geen pertinent antwoord op de gedane
vraag geven. Toch gelooft hij wel te kunnen verzekerendat
waar er onder de aan te brengen verbeteringen ook zijn die,
zooals hij zoe, straks reeds opmerktede zuivering van het gas
betreffende lichtsterkte er niet minder op zal wordenSpr.
meent echter te wetendat de kwestie der lichtsterkte meer
hare oplossing vindt in de steenkolen en de wijze waarop deze
worden gebruikt, alsmede in de grondstoffen voor de zuivering,
dan wel uitsluitend in de machineriën voor de gasbereiding
In elk geval meent hij te weten, dat de nu voorgestelde
verbeteringen met de nieuwere eischen van gasbereiding gelij
ken tred houden.
De heer Plantenga wil zich gaarne aan de zijde van den
heer v. Harinxma scharen waar deze verklaart geen deskun
dige te zijn. Al heeft men eenige theoretische kennis van
gasbereidingtoch is men dan nog geen deskundige of practicus.
Spr. meent echter ook wel te kuunen verklaren dat door
de te aan te brengen verbeteringen ook de lichtsterkte zal
toenemen.
De nieuwe condensor zal b.v. gunstig werken op het spe
cifiek gewigt van het gas. Het gas zal door betere afkoeling
natuurlijk specifiek zwaarder worden, en daardoor meerdere
lichtsterkte verkrijgen. Ook zullen de nieuwe scrubbers het
gas beter van amoniac zuiveren en daardoor ook van betere
gehalte doen worden. De kwestie der lichtsterkte is echter
eene moeijelijke kwestie. Eene juiste bepaling of vergelijking
is moeijelijk te maken. Altijd is zij min of meer approximatief
Meestentijds is het eene subjectieve meening van de gasver-
bruikers die op geen bepaalde gronden steunt, en van toevoer
of andere omstandigheden afhankelijk is. Er bestaat geen al
gemeen aangenomen maatstaf; dikwijls zijn zelfs de uitkom
sten van dezelfde methode van meeting zeer verschillend. In
Groningen b.v.waar dezelfde methode gevolgd wordt, schijnt
het gas steeds 4 of 5 kaarsen sterker en in werkelijkheid is
het gelijk. Hij kan echter mededeelen dat de lichtsterkte
alhier in den laatsten tijd 2 a 2Vt kaars is toegenomen.
De heer Bruinsma kan aan het door den heer Plantenga
medegedeelde nog dit toevoegen, dat sedert men de toestel
len van Giroud in gebruik heeft genomenmeermalen bij
expresselijk gemaakte vergelijkingen is geblekendat de licht
sterkte van het gas hier vrij wel overeenkomt met die van
het gas te Parijsen men mag toch aannemendat zij daar
voldoende op de hoogte zijn van eene goede gasbereiding.
Voorts kan hij nog mededeelendat reeds sedert geruimen
tijd de retorten niet meer om de 6maar meestal om de 5
uur worden gechargeerd wat zeker oorzaak is van de meer
dere lichtsterkte, welke in den laatsten tijd is verkregen.
Hierna worden de algemeene beraadslagingen gesloten en de
verschillende onderdeelen der conclusie van het voorstel aan
de orde gesteld.
Bij punt 1 zegt de heer Duparcdatzoo in het advies
der gascommissie omtrent de vernieuwing van alle ovens het
woord „thans" is gebruiktaan dat woord de beteekenis moet
worden gehecht van „bij deze gelegenheid". Het was geens
zins de bedoeling der commissieterstond ook de tweede rij
ovens te doen vernieuwenmaar waar een algemeen plan
werd gemaaktmeende zij beide rijen ovens daarin te moeten
begrijpen.
Let men er echter op dat met ieder van de 6 nieuwe ovens,
welke in het voorstel zijn bedoeld volgens den directeur per
dag 1500 stère gas zal kunnen worden gestookt, dus tezamen
9000 stère per dagdan is het zeer goed mogelijkdat voor
eerst aan de vernieuwing van de tweede rij ovens volstrekt
geen behoefte zal blijken bestaanalthans zoolang er ook niet
nog een nieuwe gashouder aan de bestaande vijf gashouders is
toegevoegd.
Punt 1 a wordt hierna onveranderd goedgekeurdevenals
ook punten 1 b en 1 c en de overige onderdeelen der conclusie,
wordende de conclusie in haar geheel eveneens aangenomen
zoodat is besloten
I a. zes nieuwe ovensvolgens het systeem van E. Schwar-
zer te laten maken, ter vervanging van de zeven bestaande
aan de noordzijde der stokerij;
b. een condensoreen exhauster en twee scrubbers aan te
schaffen en in de gasfabriek aan te brengen
c. de bergplaats voor cokes te vergrooten volgens het ont
werp van den directeur der gasfabriek alsmede een magazijn
voor retorten enz. in de bleek te stichten.
Ii. Burgemeester en wethouders te magtigen
a. de werken sub I letter a gemeld, op te dragen aan den
den heer E. Schwarzeringenieur te Dusseldorf;
b. de voorwerpen sub I letter b gemeldte doen ontbieden
uit gunstig bekende fabrieken;
c. de werken sub Iletter c. te doen aanbesteden.
111. Burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zijner
tijd de vereischte voorstellen te doen tot bestrijding der kosten
van de sub I omschreven werken.
Op voorstel des voorzitters wordt alsnu overgegaan tot
voortzetting der behandeling van het kohier der directe belas
ting op het inkomen dienst 1883.
In verband hiermede doet de voorzitter de openbare verga
dering op nieuw in eene met gesloten deuren overgaan.
Bij heropening van eerstgenoemde vergadering wordt be
sloten de vaststelling van het kohier der directe belasting op
het inkomen dienst 1883aan te houden tot eene volgende
zitting.
Hierna wordt de vergadering door den voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 Maart 1883,
29
Vergadering van Donderdag 22 Maart 1883.
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig de heeren mr. H. Wiersma en G. II. Hommes,
eerstgenoemde met kennisgeving.
Voorzitterde burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 15 Maart j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1Het rapport der raadscommissie belast geweest met het
onderzoek der rekening en verantwoording van de administratie
der stads bank van leening, dienst 1882.
De commissie stelt hierbij voor:
a. de rekening betreffende het beheer der stads bank van
leening over het dienstjaar 1882 goed te keurenzoomede de
verantwoording der administratiekosten dier inrigting over ge
meld jaar tot een bedrag van /5791.76Vs
b. burgemeester en wethouders te verzoeken, 's raads dank
over te brengen aan heeren commissarissen der stads bank
van leening, voor hun zeer naauwkeurig en accuraat beheer
2. Het rapport der raadscommissie belast geweest met het
onderzoek der rekening en verantwoording van de kosten der
dienstdoende schutterij, dienst 1882.
Bij dit rapport wordt voorgesteld de onderwerpelijke reke
ning en verantwoording goed te keureu in ontvang en uit
gaaf tot een bedrag van ƒ3418.85 Vs-
3. Voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan ge
meenteschool no. 1 (vacature A. van Eek).
Hierop komen voor1 Hendrik Sipkes Wadman te Beet
gum 2. Jolt Algera te Enschedé, en 3. Gerlof Zfjlstra te
Roordahuizum.
4. De rekening en verantwoording van het nieuwe stads
weeshuis, dienst 1882.
5. Eene suppletoire begrooting der stads armenkamer,
dienst 1882.
6. De rekening van den prinsentuin, dienst 1882.
Wordt besloten
De stukken vermeld onder nos. 1, 2 en 3 ter visie te leggen
en ze in eene volgende vergadering te behandelen de reke
ning van het nieuwe stads weeshuis ten fine van onderzoek
en rapport te stellen in handen van de heeren Troelstra, Su-
ringar en Kuipersde suppletoire begrooting der stads armen
kamer ten gelijken einde te stellen in handen van de heeren
TroelstraHommes en Brunger en de rekening van den prin
sentuin voor de leden ter visie te leggen.
III. Wordt medegedeeld
1. Dat burgemeester en wethouders, na overleg met de
commissie van toezigt op het lager onderwijshebben inge
trokken de voordragten ter benoeming van eene onderwijzeres
en van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 6aangezien
voor die benoeming, althans voorloopig, geene noodzakelijkheid
bestaat
2. a. eene circulaire van de provinciale commissie tot onder
steuning van de betrekkingen nagelaten door de in den nacht
van 5 op 6 Maart j.l. verongelukte visschers van Paesens en
Moddergat, waarbij zij de gemeentebesturen uitnoodigt ten
spoedigste en op de meest geschikte wijze eene collecte langs
de huizen te doen houden.
b. het besluit van ged. staten van Friesland houdende mag-
tiging tot het houden van zoodanige collecte.
Naar aanleiding van den inhoud dezer beide stukken deelt
de Voorzitter nog mede, dat door burgemeester en wet
houders is bepaald, dat de bedoelde collecte in deze ge
meente zal worden gehouden op Donderdag 29 Maart e.k.
Het voornemen bestaat haar te houden op de wijze zooals
bij de aimbesturen alhier en speciaal bij de diakenen der ned.
herv. gemeente gebruikelijk is. De gemeente wordt daarbij
verdeeld in 17 espels en voor ieder espel worden afzonderlijke
collectanten aangewezen. Met het oog hierop zijn bereids
verschillende commissiën en particulieren bij uitgenoodigd de
collecte te helpen verrigten.
Het dagelijksch bestuur is bereid ook zelf aan de collecte
deel te nemenmaar toch zal het burgemeester en wethouders
aangenaam zijn ook te kunnen rekenen op de medewerking
van den iaad. Het collegie hoopt, dat verschillende leden
zich voor deelname aan de collecte bij hen zullen aanmelden.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verpachting der opkomsten van het pontveer over de
Willemsgracht.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voorbehoudens
goedkeuring van heeren ged. staten aan J. Wielinga, schipper,
wonende alhier, onderhands te verpachten de opkomsten van
het pontveer tusschen de Schoolstraat en den toegang naar de
Veemarkt langs het Wagenplein, voor den tijd van een jaar,
in te gaan 1 Mei 1883, tegen eene pachtsom van ƒ25 en
verder op voorwaarden door burgemeester en wethouders vast
te stellen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders iot onderhandschen
aankoop van strooken gronddeel makende van de bleeken voor
de huizen op de Hellingbuurt.
De conclusie van dit voorstel strekt om:
o. van J. Hosbach alhier, A. O. Dijkstra, echtgenoot van
H. J. Murray Bakker te Haarlem en G. F. Schermer alhier
aan te koopen, de oostelijke strooken grond, deel makende
van de bleeken, gelegen vóór hunne huizen op Hellingbuurt,
tot eene gezamenlijke oppervlakte van 60.14 centiare tegen
f 1 de centiareop de voorwaardenzooals die in de voor-
loopige contracten zijn omschreven
b. burgemeester en wethouders uit te noodigen, ter zijner
tijd de vereischte financiële voorstellen aan te bieden tot be
strijding der kosten uit het besluit sub a voortvloeijende
Conform besloten.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van A. Ooiman tot afkoop van eene grondpacht.
Dit voorstel strekt:
Het verzoek van A. Ooimantimmerman alhierin te wil
ligen en mitsdien toestemming te verleenen tot afkoop van
de grondpacht, rustende ten voordeele der gemeente op het
huis, plaatselijk gekwoteerd Kleine Kerkstraat no. 21, kadas-
straal bekend in sectie C no. 687 en zulks tegen twintig maai
het jaarlijksch zuiver bedrag dier grondpacht ad 0.84 of 16.80
in eens, onder voorwaarde, dat de verschuldigde grondpacht
over de jaren 1881 en 1882 ad ƒ1.68 bovendien aan de ge
meente worde betaald.
De heer van Goens is niet tegen het voorstel zelve, maar
zou gaarne eene kleine inlichting erlangenBlijkens de con
clusie zal de adressant behalve den afkoopsom nog moeten