54 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 28 Junij 1883. gaseommi8siehij herinnert zich echtsr niet, dat de maatregel tot het minste bezwaar heeft aanleiding gegeven. Er is gewezen op den gasprijs in andere gemeenten, maar, vraagt spr., wat beteekent dit argument Al heft men elders 10 a 12 cent per stère, moet men daarom hier nog steeds op 9 cent blijven staanterwijl de financiële toestand der gasfabriek eene verlaging allezins gedoogt? Wil men in an dere gemeenten een vicieusen weg bewandelendat mag voor ons geen reden zijn het hier ook te doen. Hier is inderdaad de prijs van 9 cent te hoog met het oog op de groote win sten welke gemaakt worden en daarom dient men tot ver laging over te gaan zonder te vragen wat men elders doet. Een enkel woord nog aan den heer Troelstra. Spr. gelooft dat die geachte spr. in een enkel opzigt in dwaling verkeert. Vroeger werd de gasfabiiek publiek-regtelijk geëxploiteerd; sedert de bekende ministeriële beslissing van 1870 echter draagt zij een privaat-regtelijk karakter. Vroeger nu moest iedere verandering in de heffing van gasregten door den Koning worden goedgekeurdthans echterkan de raad elk oogenblik den gasprijs veranderen zonder dat hooger gezag dit behoeft te bekrachtigen. Zelfs wijziging van de verordening is voor de verandering niet meer noodig sedert de raad in 1881 alles wat den gasprijs betreft, van de verordening heeft losgemaakt. Eenvoudig is er slechts een besluit van den raad voor noodig. De heer Troelstra kan niet inzien, dat hij dwaalt, wijl hij nog eene verordening van 1881 dezen morgen heeft in gezien waarin de prijs van het gas voorkomt. De heer Wiersma meent niet wel te doenwanneer hij zich in navolging van den heer Duparcthans begeeft op finantieel terrein. Hij wil echter door de cijfers er buiten te laten niet geacht worden zich met de fiuautiële beschouwingen van dien spreker te vereenigen. Het komt spr. overigens voor, dat het duidelijk is, dat het verzoek van adressanten, om reeds met 1 Julij ek. den gas prijs tot minstens 7 cent te verlagen, niet kan worden toe gewezen. Alleen is het dus maar de vraag of men de nadere overweging van den gasprijs zal uitstellen tot de behandeling der eerstvolgende gemeentebegrootingdan wel tot later. Wat hem betrefthij acht een lang uitstel in dezen minder noodig. Bij de a. s. behandeling der begrooting zal de gasprijs zeer goed weer tot een punt van behandeling kunnen worden ge maakt, hetzij dan naar aanleiding van een voorstel van bur gemeester en wethoudershetzij op voorstel van een ander bij welke gelegenheid misschien dan de nota van den heer Duparc te pas zal kunnen komen. Hij zal zich dus met het amendement van den heer Troel stra vereenigen. De heer Duparc meent den heer Tioelstra te moeten wijzen op 's raads besluit van 22 December 1881, waarbij het besluit van 28 December 1876 in dier voege is gewijzigd, dat daaruit de bepaliugen omtrent den prijs van het gas zijn ver vallen. Als de geachte spr. wil inzien het verslag van de discussiëndie aau dit besluit zijn voorafgegaanzal het hem blijken, dat vermelding van den gasprijs in de verordening langer ondienstig werd geacht, ten einde de gelegenheid tot het brengen van wijziging in den gasprijs zoomin mogelijk te bemoeijelijken. Wel is in de verordening nog behouden de prijs voor het gebruik van gemeentelijke toestellen enz. Misschieu is de heer Troelstra daardoor in dwaling gebragt Nadat de heer Troelstra dit laatste had bevestigd zegt de heer Bruinsmadatwaar hij zooeven heeft gewezen op den gasprijs in andere steden, dit geenzins zijn hoofdbezwaar is. Dat bestaat, en dit meent hij ook duidelijk gezegd te hebben, in de gasberging. Wanneer daarin behoorlijk is voorzien, dan twijfelt hij er geenzius aan of spoedig zullen voorstellen wordeu gedaan tot verlaging van den gasprijs. Hierna worden de discussiën gesloten en het amendement van den heer Troelstra in stemming gebragt. Met 10 tegen 6 stemmen wordt dit aangenomen. Tegen verklaarden zich de heeren Bruinsma Andreic Suriugar Dirks Plautenga en v. Hariuxma thoe Slooten. Dientengevolge is besloten aan de adressanten te kennen te geven dat aan hun verzoek niet kan worden voldaan, doch dat de raad de vraag omtrent eene verlaging van den prijs van het gas bij de vaststelling der begrooting voor 1884 in nadere overweging zal nemen. Wordt opgemerkt, dat de heer van Sloterdijck tijdens de stemming over het amendement niet meer ter vergadering was. 4. Voordel van burgemeester en wethouders tot toekenning eener gratificatie aan den onderwijzer J. Lambooij. Met goedvinden der vergadering wordt overgegaau tot da delijke behandeling van dit niet in eene vorige vergadering aaugebragt voorstel. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie er van besloten: aan A. J. Lambooij, le onderwijzer aan gemeenteschool no. 9 eene gratificatie te verleenen van 75 voor buitengewone diensten bij het onderwijs aan ge meenteschool no. 9 over het tijdvak van 25 April 1882 tot 24 December a v. 5. Benoeming van leden der stembureaux van de le en 2e af deeling voor de verkiezing van zeven raadsleden ter vervulling der vacatures in September e.k. ontstaande door periodieke aftreding. De uitslag der ten dezen gehouden stemmingen is, dat wor den gekozen tot leden van het stembureau der le afdeeling waarvan de burgemeester is voorzitterde heerenD. van Goens en W. J. Oosttrhofï, en voor het bureau der 2e af deeling tot voorzitterde heer J. J. Bruinsma en tot leden de heeren: mr. W. A. Buma en jhr. mr. C. van Eijsinga. De overige leden van den raad worden aangewezen, om bij ontstentenis van de benoemden als hunne plaatsvervangers op te treden. 6. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 1. Voorgedragen zijn: 1. W. G. Keinking te Marssum 2. A. Jansma te Nijmegen en 3. O. Broersma te Groningen. Met algemeene stemmen wordt eerstgenoemde tot de bedoelde be trekking benoemd. 7. Benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige hand werken aan gemeenteschool no. 10. Op de voordragt is geplaatst de eenige sollicitante mej. Pe- tronella Jonker te Franekerdie met algemeene stemmen tot. de vermelde betrekking wordt benoemd. 8Rapport omtrent 40 reclames tegen het primitief kohier der directe belasting op het inkomendienst 1883. In verband hiermede doet de voorzitter de openbare zitting in eene met gesloten deuren overgaan. Bij heropening der laatste niets meer aan de orde zijndesluit de voorzitter de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 7 Julij 1883. Vergadering van Zaturdag den 7 Julij 1883, nam 2y* uur. Tegenwoordig 14 ledeih Afwezig de heeren: mr. C. W. A. Buma, W. J. Ooster- holf, mr. J. Dirks, jhr. mr. C. v. Eijsinga, allen met- en de heeren dr. J. Baart de la Faille, J. J. Brunger en H. Kui pers zonder kennisgeving. Voorzitter: de burgemeester. I. De notulen van de vorige op 28 Junij j.l. gehouden vergadering worden gelezen en onverauderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot on- invorderbaarverklaring van aanslagen in de directe belasting op het inkomen en wegens het houden van honden. 2. Eene voordragt tot benoeming van eene onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3 (vacature mej. G. Klaasesz). Hierop komen voor: 1. Mej. Harmanna Elisabeth Hil- linga te Veendam. 2. Mej. IJpkje Dijkstra te Leeuwarden, en 3. M'jj. IJbeltje Visser te Grouw. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot goed keuring van het plan en de begrooting van kosten tot stich ting van een bewaarschool op Oldegalileënwelke goedkeu ring de raad zich heeft voorbehouden blijkens het verslag om trent het onderzoek in de sectiën der gemeente-begrooting dienst 1883 en de daarop door burgemeester en wethouders verstrekte memorie van beantwoording. Wordt besloten: al deze stukken ter visie te leggen om in eene volgende vergadering tot behandeling over te gaan. III. Wordt overgegaan tot behandeling van het op den oproepingsbrief vermelde punt: Nader voorstel omtrent de overdragt van de Irnsumer- zvjl c. a. Naar aanleiding van het daartoe door verschillende leden te kennen gegeven verlangendoet de voorzitter de open bare vergadering in eene met gesloten deuren overgaan. Bij heropening der openbere vergadering wordt naar aan leiding van bovenvermeld voorstel met algemeene stemmen beslo ten, aan heeren ged. staten in antwoord op hunne missive, dd. 31 Mei 1883, no. 47, 2e afd., waterstaat, in verband met de door den commissaris des konings aan den burgemeester dezer gemeente gedane mededeeling te berigten, dat de gemeente bereid is behoudens goedkeuring van ged. staten, den Irnsumerzijl en de brug met de daaraan verbonden regten en verpligtingen en de daarbij behoorende perceelen ten kadaster bekend ge meente Roordahuizum in sectie C nos. 298 huis en erf groot 7 are en 90 centiare, en no. 299, erf groot 17 are, 20 cen tiaregemeente Rauwerd in sectie C no. 36 weiland, groc* 28 are 20 centiareen gemeente Grouw in sectie A no. 646, hooiland groot 17 are 40 centiareno. 1362 dijkgroot 3 are 50 centiare en 1494 weilandgroot 1 hectare 49 are 60 centi are 5 pondemaatmet de daaraan klevende lusten en las ten op den 1 Maart 1884 aan de provincie af te staan en in eigendom over te dragen tegen betaling van eene som van ƒ35,000, onder opmerking, dat de opkomsten van de zijlen de brug zijn verpacht en de bijbehoorende perceelen onroe rend goed in gebruik zijn afgestaan aan Klaas Durks Haringsma en Harmen Durks Haringsma tot den 12 Mei 1885 voor eene Bijvoegsel, beiioorknde bij de Leeuwarder Courant. jaarlijksche pachtsom van ƒ2900, nader bij raadsbesluit van den 31 Mei j.l., no. 9, bepaald op ƒ2600, met borgstelling van Pieter Douwes Douma, koopman te Poppinga .der en Huite Aiidries v. d. Walkoperslager te Rauwerdalles blij kens opgemaakt proces-verbaaldd. 22 October 1881. Dat de raad verder aan den afstand en overdragt wenscht te verbinden navolgende voorwaarden 1. Dat ten opzigte der loopende verpachting en afstand in gebruik hiervoren gemeldde provincie zal treden in alle regten en verpligtingen van de gemeente Leeuwarden, zonder eenig verhaal op deze ingeval van niet goede naleving der overeenkomst door de pachters. 2. Dat de afkoopsom of vergoeding ad ƒ35,000 aan de gemeente moet worden betaald bij de verteekening van het ter zake op te maken contract, vóór of op den 1 Maart 1884. 3. Dat alle kosten op de overeenkomst vallende ten laste zullen komen van de provincieen 4. Dat de ondergeschikte bepalingen en voorwaardendie nog mogten blijken noodig te zijndoor ged. staten met bur gemeester en wethouders nader zullen worden vastgesteld. IV. De heer Suringar vraagt en bekomt verlof om met een enkel woord terug te komen op de schriftelijke mededee ling door den voorzitter na het eindigen der vorige vergade ring aan de leden gedaan. Zijne toespraak luidt aldus Met innig leedwezenmijnheer de voorzitterhebben de leden van den raad kennis genomen van het door u genomen besluit, om te verzoeken niet in aanmerking te komen voor eene herbenoeming als burgemeester der gemeente Leeuwar den. Dat leedwezen grondt zich op de waardering van de wijzewaarop door u nu 6 jaar langen niet zonder vrucht, die betrekking is waargenomen. Met voldoening kunt gij terug zien op veeldat onder uwe leiding en uw bestuur in dat tijdperk tot stand is gebragt. Ge hebt het u, bij de aanvaarding zeker niet voorgesteld, dat uw ambt van zoo korten duur zou zijnen ook de raad had dit niet verwacht. Hij moet echter alleszins billijken de redendie u tot het geno men besluit heeft bewogenn.l. uw verzwakt gezigt. Ook de kennisneming van dat feit heeft hem met diep leedwezen vervuld. Ééne zaak is er intusschen, die hem verheugt. Zij is dezemijnheer de voorzitterdat gij u toch niet geheel wilt afzonderenmaar lid van deze vergadering blijft en zoo doende wilt blijven medewerken tot den bloei dezer gemeente. Dat daarin eenige vergoeding voor de ondervonden teleurstel ling mag worden gevonden en dat gij nog jaren lang met een verbeterd gezigt voor de belangen dezer gemeente rnoogt werkzaam zijn. Aan die aangename gedachte knoopt zich eene andere n.l. dezedat gij blijft ingezeten der gemeente Leeuwarden en dus geenszins de liefde voor de plaats uwer inwoning verloren hebt. Dit verblijdt ons te meer, en geeft ons aanleiding u van harte toe te wenschendat uw verblijf alhierdat tevens uw hoofdverblijf zal zijn, moge gekenmerkt worden door zegen en voorspoed, ook in uwen huiselijken kring. De Voorzitter betuigt zijn dank voor hetgeen door den heer Suringar is gezegd en voor de instemmingwaarmede diens woorden door den raad zijn begroet. Hij kan de ver zekering gevendat hij niet dan noode tot het genomen be sluit is gekomen en dat bij de overwegingen, die daaraan zijn voorafgegaan, hij niet eigen belangen en wenschen, niaar wel degelijk en in de eerste plaats zijne verpligtingen 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1883 | | pagina 1