Vergadering van Dingsdag 10 Mei 1887.
40
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 25 April [887.
de voortzetting der behandeling van de ontwerp-verordcnin
houdende algemeenc bepalingen van politie tot cene volgend
vergadering verdaagd.
V. Met verlof van de vergadering rigt de heer Duparc lo
burgemeester en wethouders eene vraag omtrent het abonne
ment op den Prinsentuin. Aanleiding tot het doen van deze
vraag heeft hem gegeven het gedrukte billetdat oidangs
gelijk ieder jaar, aan de ingezetenen is rondgezonden, om te
kunnen inteekeren op muziekuitvoeringen en verdere vermake
lijkheden, dezen zomer in den Prinsentuin te geven. Het heeft,
zooals wel inet velen, die gewoonlijk zich op die muziekuitvoe
ringen abonneren het geval zal zijn geweestzijne aandacht
getrokken, dat de prijs thans van /"2.5Ü tot f3—, en voor mili
tairen van fl tot f 2.50 is verhoogd. Dit is nu op zich zeil
wel niet veel en zal voor de meesten der abonné's geen bezwaar
zijn, doch het heeft spr. toch bevreemd, dat lot deze verhooging is
overgegaan. Blijkens de begrooting voor 1887 overschrijden de
inkomsten van den Prinsentuin de uitgaven verreaan pacht
zal worden ontvangen eene som van f 3057, terwijl de uitgaven
voor onderhoud van den tuin en aanbehoorcn zijp geraamd op
f 1985.
Spr. zou derhalve gaarne van burgemeester en wethouders
vernemen waarom zij tot dien maatregel zijn overgegaan. Hij
heeft getracht zich te vergewissen of de muziekuitvoeringen en
verdere vermakelijkheden in 1886 zooveel gekost hebben dat
zij niet uit de inkomsten konden worden bestreden, en daarom
welligt in het vervólg dairvoor meer geld noodig is. Hij heeft
daartoe tweemaal gepoogd de rekening van den Prinsentuin
over dat jaar in te zien doch zonder den gewenschten uitslag.
Beide keeren moest hij vernemen, dat die rekening in handen
was van een lid van het dagelijksch bestuur, thans niet ter
vergadering tegenwoordig. Hij heeft een en ander dus niet
kunnen nagaan en doet daarom nu de vraag aan burgemeester
en wethouders, welke de reden voor deze verhooging van den
abonnementsprijs is.
De Voorzitter verklaart, dat hij nu namens burgemees
ter en wethouders nog geen dadelijk antwoord kan geven, daar
- leden van dat collegic afwezig zijn. Spr. wenscht dus het
J antwoord uit te stellen lot eene volgende vergaderinghetgeen
te meer noodig is omdat dat antwoord zich zal moeten steu-
nen op gegevensdie voor het oogenblik in andere handen zijn.
De heer Duparc zal zich tevreden stellen met een ant
woord in eene volgende vergadering. Hij ontveinst echter geens-
i zins zijne bevreemdingdat het herinneringsvermogen van den
voorzitter niet sterk genoeg schijnt te zijnom nu reeds te
kunnen mededeelcn welke de gronden zijn die tot de ver-
j hooging hebben aanleiding gegeven.
Den heer Minnöma Buma zal het aangenaam zijn in eene
volgende vergadering het antwoord van burgemeester en wet
houders te vernemenwanneer dan vooraf de rekening en bij-
behoorende stukken ter visie worden gelegd ten einde de zaak
beter te kunnen beoordeelen.
De Voorzitter zegt er niet mede bekend te zijn geweest,
dat de rekening van den Prinsentuin, die in eene vorige ver
gadering ter tafel is gebragt en voor de leden ter visie gelegd,
door een der leden van het dagelijksch bestuur was medegenomen.
Wanneer spr. had geweten dat de heer Duparc de rekening
had willen inziendoch daartoe niet in staat was, omdat zij
niet aanwezig waszou hij terstond dat stuk hebben laten
terughalen, waartoe hij nu dan ook zal overgaan. Doch hij kan
nu reeds wel mededeelendat de uitkomsten der rekeningen
van de laatste jaren aanleiding hebben gegeven lot de verhoo
ging van het abonnement.
De beraadslagingen worden hierop gesloten.
De voorzitter sluit hierop de openbare zitting.
Boekdrukkerij van A. Jongbloedte Leeuwarden.
Verslag der handelingen van don gemeenteraad te Leeuwarden van den 10 Mei 1887.
41
Tegenwoordig 19 Leden.
Afwezig de heeren Dr. N. Reeling Brouwer en Mr. J. Dirks,
beiden met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
I. De notulen van de vorige op Maandag den 25 April j.l.
gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1dat het grasgewas in deze gemeente is verpacht voor een
gezamenlijk bedrag van 192.70.
2. dat de levering van 40,000 hectoliter Dean's Primrose
gaskolen tegen den prijs van 53 97/ioo cent per H.L. is gegund
aan de heeren Harmens en zonen te Harlingen en van 30,000
H-L. Pelton main gaskolen tegen den prijs van 55 cent per
H-L. aan de Pelton-Colliery te Newcastle upon Tyne.
3. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit tot onderhandsche verhuring van de woning Tuinen no 40.
4. dat Mej. Brunneleerares aan de school van Middelbaar
onderwijs voor Meisjes, wegens ziekte gedurende 3 maanden van
het waarnemen harer werkzaamheden is ontheven, en dat in
hare lessen door den lieer H. Brunne en de overige leeraressen
wordt voorzien.
5. dat vijftig reclames tegen aanslagen op het primitief ko
hier der directe belasting op het inkomen dienst 1887 zijn
ingekomen en in handen gesteld van de commissie voor de re
clames.
6. Beschikking van Gedeputeerde Staten op cene reclame in
beroep tegen het 2e suppletoir kohier dienst 1886.
7. dat op de geldleening ten behoeve dezer gemeente groot
f 24,000, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 Maart 1887 is
ingeschreven een bedrag van ƒ327,000, en dat daarvan is aan
genomen ƒ16,000 naar 102l/a pCt. en 8,000 naar 102Vie pCt.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders, tot deel
neming door de gemeente in het waarborgfonds voor de in
Augustus 1887 alhier te houden tentoonstelling, van wege de
Friesche tuinbouwvereeniging.
2. Alsvoren, om aan de commissie tot regeling van boven
bedoelde tentoonstelling, in gebruik te geven het terrein, gelegen
tusschen de Harmonie en de bestrating achter het Paleis van
Justitie.
3. Alsvoren, tot het benoemen van gymnastiekonderwijzers
aan onderscheidene gemeentescholen.
4. Alsvoren, tot het in gebruik afstaan van net beurslokaal,
tot het houden van eene tentoonstelling van tcekeningen van
wege de Maatschappij van schilder- en teekenkunst.
5. Alsvoren, tot vaststelling van bepalingen in zake het ver
strekken van gelden aan de stads-bank van leening.
Zal worden gedrukt in de bijlagen tot 's raads verslag.
6. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek eener
aanvraag *van de voogden van het nieuwe stads-weeshuis, tot
wijziging van de begrooting dier instelling, dienst 1886.
De stukken sub 1 tot en met 6 worden voor de leden ter
visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
7. De rekening en verantwoording van inkomsten en uit
gaven voor het stads ziekenhuis, dienst 1886. Wordt ten fine
van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren
Beucker Andrcae, Bekhuis en Hijlkema.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Voortzetting der behandeling van de ontwerp-verorde
ning houdende algemeene bepalingen van politie, voor de ge
meente Leeuwarden.
(Zie bijlagen n°. 2 en 3 tot het verslag van 's raads hande-
1 lingen.)
Alvorens lot behandeling van art. 58 over te gaan, deelt de
Voorzitter mede, dat de heer Star Busmann hem een schrif
telijk voorstel heeft overhandigd om de verordening met de
volgende bepalingen aan te vul'en
I.
Hijdie zonder daartoe geregtigd te zijnop de openbare
straat, of op eenige voor het publick toegankelijke plaats, wa
penen bij zich draagtwordt gestraft met geldboete van ten
hoogste ƒ15, alsmede verbeurdverklaring van de voorwerpen
waarmede de overtreding is gepleegdvoor zoover zij den ver
oordeelde tocbehoorcn.
II.
Het is verboden op de openbare straat optogten te houden.
Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met geldboete van
hoogstens 15.
III.
Iederdie op eene openbare plaats iets vindtdat kennelijk
eene waarde heeft van 1 of daarbovenis gehouden binnen
2 maal 24 uren daarvan kennis te geven aan het bureau van
politie. Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met eene
geldboete van hoogstens ƒ15. Van de aangifte geschiedt door
de politie openbare aankondiging.
Spr. stelt voor om deze amendementen te behandelen na
afdoening der overige artikelen vóór art. 89 tenzij de heer
Busmann een bepaalde plaats voor de niouwe artikelen wenscht
aan te wijzen.
Den heer Star Busmann is het eigenlijk onverschillig,
welke plaats voor die artikelen zal worden aangewezen in deze
verordeningdie immers rubriekloos is. Toch meent hij, dat
het eerste eigenaardig thuis behoort bij art. 68zoodat hij
zou willen voorstellen om het als 2e lid aan dat artikel toe te
voegen, en het tegelijk daarmede in behandeling te nemen. De
beide andere artikelen kunnen dan later worden behandeld.
Daartoe wordt besloten.
Artt. 58 tot en met 60 worden onveranderd vastgesteld het
laatste met inachtneming van de nader door de commissie voor
gestelde wijziging, om in plaats van „behoorlijk" te lezen „en op
de wijze door hen te bepalen."
Art. 61 Hij diebij het sloopen tot herstelling van een
aan de openbare straat belendend gebouwniet eene behoor
lijke afsluiting aan de straat- of wegzijde maaktwordt gestraft
met geldboete van ten hoogste vijftien gulden.
De lieer Star Busmann vraagtof niet in dit artikel
evenals in het vorige, het woord „behoorlijk" moet worden ver
vangen door „op de wijze door burgemeester en wethouders te
bepalen."
De Voorzitter wijst er opdat de beide artikelen geheel
verschillende gevallen op het oog hebben. In het geval, bij art.
60 bedoeld, is wel degelijk de tusschenkomst van burgemeester
en wethouders een voreischte. Het betreft een toestand van
duurzamen aard, hetgeen noodig maakt dat door het dagelijksch
bestuur worde bepaald de termijnbinnen welke de afsluiting
moet worden aangebragt, zoomede de wijze waarop; art. 61
ziet op het herstellen van een gebouwwaarbij de tusschen
komst van het collegie niet noodzakelijk is.
De heer van. Sloterdijck doet nogter aanvulling van
het door den voorzitter gesprokene opmerken dat in art. 60
het geval geldt, dat een gebouw wordt gesloopt, om niet weder
te worden opgebouwd. De daardoor te ontstane ruimte blijft