Vergadering van Dingsdag den 12 Julij 1887.
86
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 28 Junij 1887.
benoodigdheden voor het ziekenhuis het stelsel van aanbesteding
toe te passen deelt spr. mededat zooveel mogelijk daaraan
gevolg is en zal worden gegeven en hij vertrouwt, dat dit in
het vervolg tot bevredigende uitkomsten zal leiden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
I. de rekening van inkomsten en uitgaven van het stadszie
kenhuis over het jaar 1886 goed te keuren en vast te stellen
tot een bedrag in ontvang en uitgaaf van f 115.15.
II. Onder mededeeling van het bovenstaande aan de com
missie van bestuur 's raads dank toe te brengen voor de ge-
houdene administratie.
De heer van der Scheer onthoudt zich van medewerking tot
dit besluit.
Wegens het vergevorderd uur wordt de behandeling van de
nog overige punten tot eene volgende vergadering uitgesteld.
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 12 Julij 1887.
87
Tegenwoordig 12 leden.
Afwezig met kennisgeving de heerenMr. J. Minncma Buma,
Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten, J. J. Brunger, Mr.
E. Star Busmann, Mr. J. G. Meijer, G. MenaldaS. H.- Ilijl-
kema en Jhr. Mr. G. van Eijsinga.
Voorzitter de heer P. Lijcklama a Nijeholtburgemeester.
I. De notulen van de vorige op Dingsdag den 28 Junij j.l.
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat aan den Secretaris verlof is verleend van 3 tot 25
Julij e.k., en dat de heer J. H. Menkema, commies ter secre
tarie, is aangewezen hem gedurende zijne afwezigheid te ver
vangen.
2. dat tot klerk ter secretarie is benoemd de heer B. H.
Gortervolontair.
3. dat berigt is ontvangen van het overlijden van den heer
W. F. Busingingenieur-verificateur bij het kadaster alhier
vice-president van de commissie van administratie der stadsbank
van leening.
De voorzitter deelt mededat bereids aan de weduwe een
brief van rouwbeklag is gezondenen dat aan de commissie
van administratie is verzocht eene aanbeveling in te zenden.
4. Dankbetuiging van Mej. N. Borger voor hare benoeming
tot onderwijzeres aan de gemeenteschool No. 11.
5. Berigt van Gedeputeerde Statendat bij hen is ontvan
gen een afschrift van de verordening houdende algemeene be
palingen van politie voor de gemeente Leeuwarden.
6. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raads
besluiten
a. tot onderhandsche verhuring van een gedeelte van de
Turfdragersgloppe.
b. tot onderhandsche verhuring van de woning Oldegalileën
No. 36.
c. tot afkoop van eene grondpacht liggende op de woning
Nieuwstad No. 45.
d. tot aankoop van een stukje grond bij de Singelstraat.
7. dat de heer Mr. E. Star Busmann heeft berigtdat hij
zijn ontslag neemt als lid van den raad.
Dit schrijven wordt gesteld in handen van burgemeester en
wethoudersten einde den dag voor de verkiezing van een
nieuw lid te kunnen vaststellen.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot afwij
zing van een verzoek van Mej. S. H. Klaar gymnastiekonder-
wijzeres om verhooging harer jaarwedde.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan den onderwijzer E. Meijer.
3. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van
de rekening van de ontvangsten en uitgaven van het nieuwe
stads-weeshuis over 1886.
De stukken sub 1 3 worden voor de leden ter visie gelegd
om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
4. Een adres van J. R. Stuurhaan e. a. om het plaatsen
van hondenkarren in de Westerplantage te verbieden.
Dit adres wordt gesteld in handen van burgemeester en wet
houders ten fine van berigt en raad.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1. Stemming over de motie van den heer Buy are in zake
het adres van den lieer C. II. F. A. Corbelijn Battaerd e. a.
omtrent leiking van den Graclitswal.
Over deze motie, strekkende om de adressanten te verwijzen
naar de Provinciale Statenhebben in de vorige vergadering de
stemmen met 8 tegen 8 gestaakt. Alzoo zal nu tot eene nieu
we stemming moeten worden overgegaan.
De heer do la Faillö vraagt ofvoor het geval het Pro
vinciaal bestuur, dat dit vaarwater in onderhoud en beheer
heeft overgenomenniet bereid mogt worden bevondenom de
door adressanten gewenschte verbetering aan te brengener
termen zouden bestaan, dat de gemeente zelve het werk kan
aanvatten en tot stand brengen.
De Voorzitter kan op deze vraag antwoorden dal het
Provinciaal bestuur altijd gaarnedoch onder zekere voorwaar
den het onderhoud van dergelijke werken aan de gemeente
besturen overlaatn.l. met de bepalingdat het geschiede
onder toezigt van den Provincialen waterstaat. Zoo is o.a. ook
geschied, toen bij de demping van de Molensloottengevolge
het uitladen van modder, eene verondieping van den Grachts-
wal was ontstaan. Gedeputeerde Staten hebben op een daartoe
gedaan verzoek geen bezwaar gemaaktdat de gemeente die
verondieping zoude wegnemenmits onder toezigt vanwege de
Provincie. Spr. gelooft dus wel ,,dat de leiking van dit vaarwater
door de gemeente zal kunnen geschieden maar acht het niet ge-
wenscht, om dergelijk werk te onttrekken aan het gezag, dat er mede
is belast. Ilct streven van het gewestelijk bestuur is altijd ge
weest en is het nogom niet alleen hiermaar ook overal el
ders in de Provincie het onderhoud en beheer van vaarwaters
aan zich te trekken. Spr. slelt zich voor om mogt de motie
worden aangenomende aandacht van Gedeputeerde Staten
opnieuw op deze zaak te vestigen.
De motie wordt daarop in stemming gebragt en aangenomen
met 7 tegen 5 stemmendie van de heeren van Stoterdijck
PlantengaOosterhofïde la Faille en Bekhuis.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders om het terrein
opengevallen door de amotie van het gebouw Klokstraat no. 14,
voor den yublieken dienst te bestemmen.
Burgemeester en wethouders stellen voor, bedoeld terrein voor
den publieken dienst te bestemmen en het met keijendie nog
in voorraad zijn te doen bestraten.
De heer Plantenga herinnert zich dat hij indertijdtoen
het voorstel tot amotie van bedoeld gebouw in de Klokstraat
in behandeling waszich daartegen heeft verklaardomdat hij
er voor vreesde dat door die amotie de welstand daar ter
plaatse niet zoude worden bevorderd. Die vreesieder zal dat
toestemmen, is werkelijkheid geworden, hoewel spr. ter eere
van de omwonenden moet verklarendat zij zich alle moeite
gevenom hunne panden een zoo goed mogelijk aanzien te ge
ven. Toch had hij liever een voorstel gezienstrekkendeom
het opengevallen terrein als bouwterrein te verkoopen. De raad
kan z. i. daartoe zeer goed overgaan waar bij vroegere gele
genheden speciaal bij de behandeling van de afgraving van
den Zuidwesterdwingerin deze vergadering er op gewezen is,
dat er behoefte bestaat aan bouwterrein. Spr. erkende die be
hoefte nietvooral daar ter plaatse. Maar als de raad meent
dat daar met succes de grond voor bouwterrein kan worden
verkochthoeveel te meer hierjuist in het centrum van de
stad. De wenschelijkheidom dezen grond als plein te be
houden kan spr. niet inzien. De ruimte voor de passage zal
bij eene eventuele bebouwing wel niet breed zijnmaar vroe
ger was zij dat ook niet en zal wel voor het grootste gedeelte
zoo moeten blijven. De Poststraat en het overige van de Klok
straat blijven toch in de bestaande breedte. En die breedte is
zeer voldoende voor het verkeer, dat alleen uit voetgangers be
staat en nooit zoo druk is spr. passeert die straten zeer dik
wijls maar heeft nooit eenige drukte opgemerkt. Hij voorziet
ookdatwanneer de open ruimte blijft bestaandeze alligt
zal worden gebruikt als bergplaats van karrenenz. Mogt dus
het voorstel van burgemeester en wethouders niet worden aan
genomen dan zal hij een voorstel doenom den grond voor
bouwterrein te doen bestemmen.
De heer Duparc is tot de slotsom gekomendat het on-
derwerpelijk voorstel eigenlijk gerust achterwege had kunnen
blijven. Z.i. hadden burgemeester en wethouders kunnen vol
staan met een voorsteleenvoudig om den vrijgekomen grond
te bestraten. Zooals het voorstel nu luidt, heeft het de strek
king om den raad een voorwerpdat altijd voor den public-