lV Vergadering van Dingsdag 12 Junij 1888. 46 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den Mei 1888. waren. De kinderen van. dezen zijn daarop door de commissie van de scholen voor betalenden verwijderd en naar de kostelooze scholen verwezen. De heer Troelstra kan nog aan het door der. heer Duparc gesprokene toevoegen dat burgemeester en wethouders bij het doen van bedoelde aanschrijving aan de commissie van toezigt wel onderscheid maken of er blijkbaar bepaalde onwil tot beta len bestaatdan wel of de ouders onvermogend zijn zoodat niet allen, die nalatig zijn, naar de kostelooze scholen worden verwezen. Een en ander neemt niet weg dat ieder jaar eenige posten oninbaar zullen moeten worden verklaardbijv. van in gezetenen, die de gemeente hebben verlaten. De heer Duparc moet ook nog doen opmerkendat eene te strenge doorvoering van dezen maatregel moeijelijkheden zou kunnen opleverendaar de kostelooze scholen nagenoeg vol zijn en onlangs niet dan met groote moeite voor de kinderen die van de scholen voor betalenden zijn verwijderdplaatsen kon den worden gevonden. Men dient dus wel een weinig zeeman schap te gebruikenals men niet bepaald met onwil te doen heeft. Alsnu wordt besloten 1°. te verklarendat alsnog door nadere vervolging moet worden beproefd de schoolgelden te innen verschuldigd door S. Span en J. Algra, onderscheidenlijk tot een bedrag van ƒ3 en 0.75. 2°. den gemeente-ontvanger te magtigen de schoolgelden, verschuldigd door de overige op den ov'ergelegden staat voor komende peisonen, als oninbaar af te schrijven tot een bedrag van ƒ45.50 en dit bedrag te verevenen op de rekening van het dienstjaar 1887. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan E. J, de Vries het regt te verleenen tot het hebben van eene kiosk aan den Stationsweg Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten met ingang van den 18 Julij 1888 voor den tijd van drie ja ren aan E. J. de Vries alhier het regt te verleenen tot het hebben van eene kiosk op het daarvoor bij raadsbesluit van den 28 Augustus 1884 no. 5 aangewezen terrein aan den Stations weg, tegen eene jaarlijksche retribrutie van 5.—, telken jarc bij vooruitbetaling te voldoen, en verder onder zoodanige voor waarden, als burgemeester en wethouders zullen noodig achten. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 12 Junij 1888. 47 Tegenwoordig eerst 17, later 18 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren Mr. J. S. baron van Ha- rinxma thoe SlootenMr. J. Minnema Buma en R. H. Dijkstra. Voorzitter de heer F. Lycklama a Nijeholt, burgemeester. I. De notulen van de vorige op Dingsdag den 22 Mei jl. ge houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen: 1. Eene dankbetuiging van het bestuur der maatschappij voor schilder- en teekenkunst voor de beschikbaarstelling van het beurslokaal voor de onlangs gehouden tentoonstelling. 2. Eene dankbetuiging van den heer G. J. Hengeveld voor het genomen besluit, om de vergoeding voor de tijdelijke ver vanging van wijlen Mej. K. M. Hengeveld als leerares aan de Middelbare school voor meisjes voor rekening der gemeente te nemen. 3. De voorzitter deelt mede, dat hij door den heer G. W. Metz is gemagtigd, diens dank aan den raad uit te spreken voor de hem betoonde hulde bij zijn 50-jarig jubilé als heelmeester alhier, door de uitreiking van 's raads eerepenning in zilver. III. Wordt ter tafel gebragt 1. De rekening en verantwoording van de stadsarmenkamer over 1887. Wordt ten line van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren DijkstraBekhuis en Bcucker Andreae. 2. Eene aanbeveling tot benoeming van een voogd van het nieuwe stadsweeshuis. 3. Eene aanbeveling tot benoeming van een lid der com missie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs. 4. Eene voordragt ter benoeming van een onderwijzer met hoofdacte aan de gemeenteschool no. 11. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onin- vordcrbaar-verklaring van posten van vorige dienstjaren. 6. Alsvoren tot oprigting van eene volkszweminrigting. 7. Alsvoren tot aankoop van een perceeltje water van den Staat. 8. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van het stadsziekenhuis over 1887. 9. Rapport der reclame-commissie omtrent bezwaarschrif ten tegen aanslagen in den hoofdclijken omslag. De stukken sub 2 tot en met 9 worden voor de leden ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be handeld. 10. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen op de gemeentcbegrooting, dienst 1887. Zal nog heden in behandeling worden genomen. 11. Een 29tal reclames tegen aanslagen in den hoofdclijken omslag. Worden gesteld in handen van de raadscommissie voor de reclames. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een tijdelijken ivethouder. De voorzitter stelt voor over te gaan tot de benoeming van jeen tijdelijken weihouder, ter vervanging van den heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten, die tot herstel van ge zondheid voor geruimen tijd de gemeente heelt verlaten. Het resultaat der daarop gehouden stemming is, dat de heer F. Plantenga wordt benoemd met 16 stemmen. De heer G. Menalda verkreeg 1 stem. De benoemde verklaart, geen bezwaar te hebben, de betrek king tijdelijk waar te nemen. 2. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 6 (vacature Mej. M. Hempcnius). De voordragt is zamengesteld als volgt 1Mej. G. de Jong te Huizum; 2. Mej. E. Haaitsma te Sticns; 3. Mej. M. Hellcrna te Woldendorp. Het resultaat der gehouden stemming is, dat Mej. G. de Jong 11 stemmenMejE. Haaitsma en Mej. M. Hellema ieder 3 stemmen verkregen, zoodat eerstgenoemde tot onderwijzeres wordt benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden vastgesteld. 3. Benoeming van eene leerares in de Engelsche taal- en letterkunde aan de Middelbare school vtor meisjes (vacature wijlen Mej. K. M. Hengeveld). De aanbevelingslijst van benoembaren is zamengesteld als volgt 1. Mej. H. M. Boucher te Leiden; 2. Mej. E. F. Booy te Hoorn3. Mej. A. G. Kuiper te Amsterdam. Het resultaat der gehouden stemming isdat Mej. H. M. Boucher wordt benoemd met 15 stemmen. Op mej. E. F. Booy werden 2 stemmen uitgebragt. Wordt bepaalddat de benoemde in functie zal treden bij den aanvang van den nieuwen cursus. De heer de la Faille komt ter vergadering. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent de ver vulling der betrekking van hoofdopzigter der gemeentewerken. Dc conclusie van dit voorstel strektte besluitendat het noodzakelijk isde vacante betrekking van hoofdopzigter der gemeentewerken opnieuw te vervullen. Alvorens de algemeene beraadslagingen te openen, wenscht dc Voorzitter mede te deelendat hij tot het doen van dit voorstel niet heeft medegewerkt en met een enkel woord de re denen daarvan te ontvouwen. Hij acht het wenschelijk, deze ongezochte aanleiding tot eene bezuiniging in dezen tak van dienst niet ongebruikt te laten voorbijgaan in de stellige overtuiging dat het kan geschieden zonder schade te doen aan den dienst. Sedert de vaststelling van de tegenwoordige regeling zijn de tijden zeer veranderdmen staat nietals toen, voor de uit voering van groote werken maar verkeert meer in eene periode als vóór 1873 toen de stadsarchitect sinds 1842 zonder hoofd opzigter moest werkenen alleen als het noodig was, hulp van tijdelijke opzigters verkreeg. In 1873 is de nieuwe regeling tot stand gekomen niet dannadat de stadsarchitect jaren lang er zich tegen verzet haddoch ten laatste had toegegeven. Het gevolg van die nieuwe regeling isdat de kosten voor het per soneel nu ongeveer 7700 bedragen, tegen ƒ3050 vóór de re organisatie. Destijds waren vele groote werken in het vooruit- zigt, als de aanleg van de Willemskade het bouwen van brug gen het stichten van een beurs- en waaggebouween gym nasium, armhuis, scholen voor lager onderwijsdemping van grachten nieuwe bestratingen rioleringenenz. Dergelijke werken zijn nu niet meer te verwachten. Het gemeentebestuur kan eenigszins op zijn lauweren rusten. In verband daarmede is, naar spr's overtuiging, geen schade voor den dienst der gemeentewerken te duchtenwanneer geen hoofdopzigter wordt benoemd. Het werk bestaat nu hoofdzakelijk uit toezigt op het onderhoud, dat uitbesteed wordt en waarmede de opzigters belast zijn en het uitbrengen van adviezen, dat door den directeur wordt gedaan. Evenals ten vorigen jare te Groningen is geschied, kan de raad besluiten, voorloopig de vacante be trekking niet weder te vervullen. Spr. opent hierop de algemeene beraadslagingen. De heer Bekhuis heeft het woord gevraagdom zijn stand punt in dezen te doen kennen. In de uitvoerige toelichting van burgemeester en wethouders leest spr. in den aanhef, dat dc

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1888 | | pagina 1